Vitaal platteland kan niet zonder auto
De verschraling van het openbaar vervoer.
De verschraling van het openbaar vervoer buiten de steden is al decennia aan de gang, maar bij de verkiezingen werd het opeens een thema.
Voor de afgelopen campagne reisde bijna elk zichzelf respecterend medium af naar de provincie voor een reportage vol teleurgestelde pubers die voortaan naar school moeten fietsen of plaatjes van overwoekerde bushaltes. De NOS turfde samen met de regionale omroepen een verlies van 1.500 bushaltes in vijf jaar en het ANP wist op basis van een enquête te melden dat de meerderheid van de Nederlanders dat jammer vond. Wegbezuinigde bussen werden het symbool van de puinhopen van dertien jaar Rutte. Zeker toen de BBB campagne ging voeren voor vitaal platteland mét buslijnen en overal uit het niets de grootste werd.
Rutte zelf veerde volleerd mee langs de lijnen die we inmiddels kennen. Eerst het probleem veel groter maken dan de eigen verantwoordelijkheid reikt om daarna razendsnel te vervellen van probleemveroorzaker naar de juiste man op de juiste plek. Na afloop van een Catshuisberaad over de duiding van de uitslag begon Rutte een fundamentele beschouwing over de vraag of mensen nog wel het idee hadden dat de politiek er ook voor hen was nu zij steeds minder bussen zagen rijden. Maar dat was een meeromvattend probleem waar zijn kabinet hard aan ging werken.
Wegbezuinigde bus: het symbool van de puinhopen van 13 jaar Rutte
Het rapport Elke regio telt! maakte de beeldvorming vervolgens helemaal af. Dat rapport vol verontwaardiging over regionale verwaarlozing koos als visuele samenvatting een stockfoto van een verdwaalde buurtbus bij een buitendijk. De sleutel van de onvrede, was de boodschap, is de bus. Nu is de verschraling van de publieke voorzieningen buiten de steden in het algemeen en in de grensregio’s in het bijzonder een harde realiteit. Het gevoel te worden overgeslagen is bovendien groot en door niemand meer betwist. Alleen: met een gebrek aan bussen heeft het volgens mij niet zoveel te maken.
In de luwte van de verkiezingsuitslag leverde het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid verrassende cijfers af. Er zijn natuurlijk verschillen in vervoersmogelijkheden maar ‘bewoners van stedelijke en rurale gebieden ervaren de bereikbaarheid van voorzieningen nauwelijks anders.’ In de Staat van het Bestuur 2022 had al iets vergelijkbaars gestaan, maar dan gericht op de tevredenheid met fysieke voorzieningen in het algemeen − waaronder bijvoorbeeld de bereikbaarheid van een winkelcentrum. Ook ‘daarbij was géén onderscheid te vinden in de mate van tevredenheid tussen minder en meer verstedelijkte gebieden.’
De verklaring voor de tevredenheid met de bereikbaarheid is even simpel als evident: autobezit. En mag ook niet verbazen. Keuzevrijheid en autonomie zijn langjarige trends in de mobiliteitsbehoefte. In een openbaar vervoersnetwerk dat steeds fijnmaziger wordt terwijl je met de auto vooral vast staat in het verkeer, valt dat allemaal misschien niet zo op. Maar een bus die één keer per uur komt en je daarna drie kwartier langs alle andere dorpskernen voert, legt het al snel af tegen eigen autovervoer. Die negen van de tien Nederlanders die zo graag onrendabele buslijnen willen behouden, zitten daar zelf niet in.
Het valt te hopen dat er nu niet vanuit een politieke beleidsreflex een Nationaal Programma Bereikbaarheid wordt opgetuigd om voor veel geld twee keer per uur een lege bus langs iedere dorpskern te laten rijden. Herstel van de oude situatie helpt hier niet. Stop dat geld liever in een goed systeem van belbussen of taxi’s of geef het aan de vele zorginitiatieven die graag een busje willen aanschaffen maar dat niet gefinancierd krijgen.
Het valt echter vooral te hopen dat de interpretatie van de verkiezingsuitslag niet blijft steken in beelden maar tot werkelijke belangstelling voor de verschillen leidt. Zodat een Expertteam Energiesysteem 2050 niet meer doodleuk aan de minister adviseert dat ‘we’ vaker met het openbaar vervoer moeten gaan reizen en minder met de auto, zoals ze vorige week deden. Die ‘we’ woont in de stad. De rol van de auto op het platteland is wezenlijk anders en moet niet worden weggezet als grootschalige milieucriminaliteit. Ook de energietransitie past in het Huis van Thorbecke.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.