Advertentie

Vragenlijsten

Vragenlijsten roepen voornamelijk het gevoel op van: overheid, bemoei je er niet mee!

26 maart 2012

Of wij maar twee vragenlijsten willen invullen. Over onze zoon van 12. Die in groep 7 zit, blaakt van gezondheid, veel voetbalt (in de D2). Zijn cijfers zijn goed, hij heeft wat last van zijn ogen en zit iets te veel op zijn iPod. Een gewoon Nederlands jongetje met een - naar mijn mening - gelukkige jeugd.

De vragenlijsten zijn van de GGD en worden verspreid via de school, aan alle leerlingen. Ik word nogal melig als ik de vragen lees, want ik vind ze nogal onbenullig. ‘Is er nog iets belangrijks veranderd sinds het laatste bezoek aan de GGD?’ is een van de vragen. Ik kan niet nalaten een wedervraag in te vullen: ‘Kunt u aangeven wanneer ons laatste bezoek aan de GGD is geweest?’  

Bij de vraag of ik toestemming geef voor een onderzoek door de verpleegkundige naar een aantal fysieke kenmerken  - lengte, gewicht, ogen, oren - , vul ik ‘nee’ in. Mijn zoon staat al bij een oogarts onder controle. Het laatste waar ik op zit te wachten is een constatering van de nieuwsgierige verpleegkundige dat zijn ogen niet naar behoren functioneren, begeleid door een welgemeend advies dat we daar eens nader onderzoek naar moeten laten doen. Dank, verpleegkundige, maar dat advies hebben we ook al van talloze familieleden en kennissen gekregen. Sterker nog: we laten er al iets aan doen.

Ik verbaas me over mijn ergernis bij deze vragenlijsten. Als ik er over nadenk zit daar een gevoel bij van: ‘overheid, bemoei je er niet mee. Mijn vrouw en ik zijn slim, hoog opgeleid, assertief, rijk. We weten heus wel wat het beste is voor onze zoon’. Eenzelfde soort ergernis moet de vader van zeilster Laura Dekker hebben gevoeld toen Bureau Jeugdzorg zich begon te bemoeien met haar ambitie de wereld rond te zeilen. Bemoei je er niet mee, ik weet heus wat het beste is voor mijn kind!

Aan de andere kant: als ervaren ambtenaar snap ik best dat deze vragenlijsten worden rondgestuurd. Als ze er nog niet waren, zou ik ze verzinnen. Het geeft een mooi beeld over de stand van zaken van de jongens en meisjes van twaalf jaar. Informatie de statistisch relevant is. En die kan dienen om grote fysieke of geestelijke problemen in een vroeg stadium op te sporen en hopelijk te voorkomen.

Waarom dan toch die ergernis? Ten eerste omdat de vragenlijsten niet duidelijk zijn geformuleerd, waardoor ze te vaag en te algemeen zijn en nogal onbenullig overkomen. Ten tweede omdat ik het idee heb dat deze lijsten eigenlijk voor een andere doelgroep zijn bestemd: voor die kinderen die in minder gelukkige omstandigheden zitten, voor die kinderen waar de overheid wel in de gaten moet houden of het goed gaat.

Zou doelgroepenbeleid hier zinvol zijn? Zodat de vragenlijsten worden verspreid onder die families voor wie ze echt bestemd zijn? Gebaseerd op afkomst of op sociaal economische kenmerken? Nee natuurlijk. Want dat is een selectie die maar beperkt geldig is als het gaat over het goed verzorgen een opvoeden van kinderen.

Ik moet mijn ergernis maar verbijten.

Paul Lensink

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Ellen
Mijn oudste dochter was heel stellig: dat wil ik niet, ik vind dat een aantasting van mijn privacy.



Ook mijn zoon vond het bij nader inzien geen goed idee om deze lijsten in te vullen en in te leveren waarna voor hem onbekend en onbeheersbaar zou zijn hoe lang deze gegevens bewaard worden en voor wie ze allemaal in te zien zijn.

Het onderzoek wordt je "aangeboden" dus het mag geweigerd. De meeste vragen lijken me vooral relevant voor de statistiek trouwens. Ben wel benieuwd of echte probleemouders door die lijsten heen komen, want zo simpel zijn ze niet gesteld.
Advertentie