Ambtenaren kunnen niet bezuinigen
Basile Lemaire is bestuurskundige en schrijver van het boek “Ballen (m/v) op het blok: succesgericht veranderen binnen overheden” dat begin volgend jaar bij uitgeverij Kluwer verschijnt.
De VVD en de PvdA hebben een definitief regeerakkoord bereikt. Onze overheden krijgen te komende jaren te maken met forse bezuinigingen. Hoe die bezuinigingen precies zullen uitpakken, blijft nog even gissen. Maar het wordt in ieder geval een interessante uitdaging omdat overheden prima weten hoe ze méér geld moeten uitgeven maar niet geleerd hebben de broekriem aan te halen.
Overheden denken eerder in termen van budgetten dan in te behalen resultaten. Een belangrijke doelstelling daarbij is dat je je hele budget moet opmaken, omdat je anders volgend jaar misschien minder krijgt. En mocht je over je budget heen schieten, dan is er binnen de organisatie altijd wel ergens een potje te vinden om het gat te dichten. Of er is gewoon een tekort, dat kan ook.
Als je decennia lang gewend bent om zo te werken en te denken, dan is het niet zo vreemd dat “bezuinigen” een moeilijke opgave voor je is. Dit blijkt ook uit het onderzoek van het Financieel Dagblad van 26 september jl. Ministeries bezuinigen niet; ministeries passen ramingen aan en calculeren meevallers in.
De reacties op dit onderzoek zijn fors. Op de diverse internetfora zijn emoties en sarcasme niet van de lucht. De burger voelt zich het slachtoffer van het naar binnen gekeerde ambtenarenapparaat en diens zucht naar zelfbehoud. “Ooit was de overheid er voor de inwoners van het land. Nu zijn wij er voor de overheid. Wij betalen, zodat het Haagse waterhoofd kan doorgaan alsof er geen crisis bestaat.”, stelt iemand in een online reactie.
Wat echter vergeten wordt, is dat het gros van de ambtenaren helemaal niet kán bezuinigen. Naast het denken in termen van budgetten en potjes, is er nog een hele belangrijke reden waarom dat zo is: het kortcyclische handelen van de ambtelijke top. Ambtelijke directies opereren dicht op de politiek. De politiek is kortcyclisch: als bewindslieden wat willen bereiken, moet dat binnen hun ambtsperiode gebeuren. Bovendien moeten ze continu inspelen op de actualiteit.
Daar hoort tegenwoordig ook het reageren op de toenemende brij aan onzinnige Kamer- en Raadsvragen bij. En daarvoor doet de bewindsman of -vrouw dan weer een beroep op het ambtelijk apparaat. Topambtenaren zijn zo gedwongen om mee te bewegen met het ad hoc karakter van de politiek. De hele aard van de top van de overheid heeft zo kortcyclisch werken en denken in haar genen gekregen.
Bezuinigen is echter een vorm van gestructureerd veranderen. Het vraagt om heldere doelen stellen, oplossingsalternatieven afwegen, moeilijke beslissingen durven nemen. Het vraagt om een visie voor de langere termijn op de eigen organisatie en haar functioneren. Het kortcyclische karakter van de top van de overheid vraagt zoveel tijd, aandacht en energie dat het de aandacht van een mogelijke lange termijnvisie wegzuigt.
Als bewindslieden serieus zijn met hun ambities voor efficiënter opererende overheden, dan zullen ze twee dingen moeten doen. Ten eerste zorgen voor een ambtelijke top die in staat is om noodzakelijke, structurele veranderingen te initiëren. Daarvoor heb je ambtelijk leiders nodig met lef; mensen die durven te sturen op wat nodig is.
Deze veranderingsgezinde buitenbeentjes in ambtenarenland moeten vervolgens ook de ruimte krijgen om veranderingen tot een succes te brengen. Dit kan niet zij belast blijven met allerhande kortcyclische vraagstukken.
De ambtelijk leiders die werkelijk kunnen veranderen en bezuinigen zijn echter ook de ambtenaren die zich niet altijd geroepen voelen om bestuurders op hun wenken te bedienen. Zij hebben geen aandacht voor de zoveelste mediagedreven ad hoc vraag. Zij zullen ook “nee” durven verkopen aan bestuurders. De vraag is of bewindslieden dit wel aandurven.
Basile Lemaire is bestuurskundige en schrijver van het boek “Ballen (m/v) op het blok: succesgericht veranderen binnen overheden” dat begin volgend jaar bij uitgeverij Kluwer verschijnt.
Sinds de overheid bestaat, is deze discussie al gaande.
In tegenstelling tot de particuliere sector, zijn de factoren politiek, emotie en irrationele besluiten eerder normaal dan uitzonderlijk.
Je kunt de waarden en normen en standaarden van de particuliere sector NIET gebruiken in de publieke sector. Het levert alleen maar discussies en scheven verhoudingen op.
In de particuliere sector is de behoefte naar producten en diensten bepalend voor de productie ervan. En de prijs is het resultate van onderhandelingen tussen vraag en aanbod.
Maar in de publieke sector is er geen markt, of concurrentie, de behoefte is gebaseerd op wetten en emoties.
De reden van bestaan van de overheid is om wetten en spelregels te maken. De overheid maakt wetten en regels omdat de bevolking dat wilt, ook al zijn deze wetten onzinnig en duur.
Heb je ooit nederlandse burgers voor de poort van Den Haag zien staan en schreeuwen: wij willen een paspoort, een ID kaart, een vergunningenstelsel, accijnzen betalen etc. Ik heb ze niet gezien.
De overheid zelf is het probleem, en kan dus zelf nooit een oplossing aanreiken.
Al tientallen jaren staan in de media treurige berichten of het (dis)functioneren van de Staat. Tekorten, slecht geraamd, overschrijdingen op proejcten, ja, griekenland betaalt met rente terug, wij verdienen erop.
Maar draai het eens om: stel je voor de overheid functioneert voor 100% en dat alles echt gehandhaaft gaat worden. Volgens mij zal dit niet goed uitpakken.