Onvrede zonder oplossing
In zijn boekje Moeten wij van elkaar houden? spreekt NRC-columnist Bas Heijne duidelijke taal over Geert Wilders en de PVV. De beweging mag zich nog zo vaak op de Verlichting beroepen, in werkelijkheid is zij een product van de Contraverlichting.
‘De westerse verworvenheden’, schrijft Heijne, ‘worden in stelling gebracht als stok om de islamitische hond te slaan, maar voor de rest keert men zich juist tegen vrijwel alle geloofsartikelen van de Verlichting. Vrijheid van meningsuiting wordt vaker opgeëist dan toegestaan.’
Algemeen geldende principes, zoals die van de rechtsstaat, zijn mooi zolang ze Wilders goed uitkomen, maar zodra ze hem hinderen zijn het hypocriete, hinderlijke leugens van de elite. ‘Dat is geen correctie op het verlichtingsdenken. Dat is verraad van het verlichtingsdenken.’
Tot zover zal elke opponent van Geert Wilders het betoog met instemmend genoegen hebben gelezen. Maar Heijne laat het niet bij deze gedecideerde afrekening met het PVVgedachtegoed. Hij signaleert ook een ander fenomeen: de onmachtige respons van Wilders’ tegenspelers. Hun weerwerk is ‘altijd defensief, meestal gepikeerd en vaak zelfgenoegzaam’. ‘De taal van de naoorlogse democratie lijkt versleten’, concludeert Heijne. ‘Een beroep op het gelijkheidsbeginsel en de fundamenten van de rechtsstaat wordt steeds vaker beschouwd als een poging om de werkelijkheid te ontkennen.’
Volgens Heijne heerst bij de gevestig de politiek onbegrip voor de ware grieven van Henk & Ingrid. ‘Achter die woede gaat een groot gevoel van onmacht schuil. Het gaat erom die onmacht te begrijpen, zonder haar klakkeloos te vergoelijken. Het heeft denk ik niet zoveel zin om discussies te voeren over bestuurlijke vernieuwing, directe democratie, over rechten en plichten, over inspraak en verantwoording, wanneer zulke discussies niet gepaard gaan met het besef dat er altijd ook diepere verlangens een rol spelen.’
De website van De Telegraaf heeft Heijne inzicht gegeven in die verlangens: ‘Het is daar een verzamelplaats van ongebonden individuen die om binding schreeuwen. Maar de woede richt zich in een forum als dat vrijwel altijd op de ander die niet meedoet, de ander die de gemeenschap hautain de rug toekeert, de ander die veel te graag anders wil zijn.’
Een interessante analyse, maar wat is de oplossing? Aan het slot roept Heijne voornamelijk vragen op: ‘Gelijkheid, tolerantie, vrijheid – hoe kun je die begrippen vrijmaken van gemakzucht en zelfgenoegzaamheid en opnieuw betekenis geven? Hoe kun je het ideaal van individuele vrijheid huldigen, in het besef dat een mens ook altijd naar geest- en gevoelsverwanten op zoek is, dat hij ook altijd deel van gemeenschappen zal willen uitmaken?’
Totdat iemand overtuigende antwoorden op die vragen weet te formuleren, vrees ik dat een eerdere conclusie van Bas Heijne geldig blijft: ‘De onvrede is door de politiek niet op te lossen, omdat hij in de kern existentieel is. De politiek kan de onvrede wel exploiteren – en dat is precies wat het hedendaagse populisme doet.’
Bert Vuijsje is journalist en schrijver
Onvrede zonder oplossing Bas Heijne: Moeten wij van elkaar houden? Het populisme ontleed, Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2011, 143 pagina’s, ISBN 9789023435877, € 15,90.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.