Politiek balanceren in het burgemeestersdebat
Het burgemeestersambt. Hoe staat het ermee en wat zou aan de rol of positie veranderd kunnen worden?
De aanstellingswijze van de burgemeester is om de zoveel tijd onderwerp van debat. Vanwege de grote gevolgen houdt de minister een verandering daarvan voorlopig af. Ze kan daarbij wellicht profiteren van politieke verdeeldheid over dit onderwerp, maar het lijkt een kwestie van tijd voordat een besluit wordt afgedwongen. Een dergelijk ondoordacht besluit zou echter zeer onverstandig zijn.
Vorige week stuurde de minister een brief naar de Tweede Kamer over de burgemeester. Daarin reageert ze op het rapport ‘Teveel van het goede’, over de stand van het burgemeestersambt. In het rapport beschrijven de auteurs enkele ontwikkelingen in het lokaal bestuur en analyseren ze spanningen in het burgemeestersambt, waaronder het toenemend aantal openbare orde en veiligheidstaken, de rol van integriteitsbewaker en de dubbelfunctie van raadsvoorzitter en collegevoorzitter.
Dat leidt tot enkele opties voor de ontwikkeling van het ambt. Bij de derde optie, het versterken van de eigenstandige positie van de burgemeester, wordt ook de aanstellingswijze genoemd. De minister gebruikt dat vergezicht om enigszins afhoudend op het rapport te reageren. Ze stelt dat een verandering in de aanstellingswijze ‘grote gevolgen heeft voor het lokaal bestuur als geheel’ en ziet geen aanleiding voor een dergelijke herziening. Hoewel ze mijns inziens met die reactie een paar kansen laat liggen – met name een onafhankelijke raadsvoorzitter wordt wel erg snel terzijde geschoven, terwijl bijvoorbeeld de Vlaamse praktijk hier interessante lessen zou kunnen bieden – is de opmerking op zichzelf correct en verstandig.
In een eerder overzicht hebben we enkele voordelen en nadelen van verschillende aanstellingswijzen op een rij gezet. Daaruit blijkt dat elke verandering in de aanstellingswijze voor- en nadelen heeft. Zo zullen bij een directe verkiezing de kandidaten beloftes doen over wat ze willen realiseren. Met de huidige formele bevoegdheden zal een burgemeester daarvan echter weinig kunnen waarmaken. Dat zal kiezers teleurstellen, wat de afkeer van de lokale democratie kan vergroten.
Een gekozen burgemeester krijgt daarom wellicht meer bevoegdheden, maar dat kan weer problematisch worden in de relatie met de gemeenteraad. Er zijn dan namelijk twee rechtstreeks door de bevolking gekozen instituties, wat kan botsen als ze ander beleid voorstaan. Dat wil niet zeggen dat een verandering van de aanstellingswijze per definitie onverstandig is, maar de voor- en nadelen van een nieuwe variant moeten goed tegen elkaar worden afgewogen.
De partijen in de Tweede Kamer lijken echter hun voorkeur al te hebben bepaald. In de afgelopen verkiezingscampagne was het een van de weinige lokaal-bestuurlijke zaken waar zij zich over uitspraken. Zo gaven CDA en SGP aan de burgemeester te willen blijven benoemen, toonden D66, 50PLUS, FvD en PVV zich voorstander van een rechtstreeks gekozen burgemeester, de ChristenUnie is daartegen en PvdA en de PvdD willen een door de gemeenteraad gekozen burgemeester. De VVD liet zich er in tegenstelling tot eerdere jaren niet over uit.
Het kabinet meldt in het regeerakkoord zich te ‘bezinnen’ over de positie van het lokaal bestuur en de burgemeester. Laten we hopen dat echt goed wordt nagedacht of een verandering in het burgemeesterschap noodzakelijk is (welk probleem ermee wordt opgelost) en welke verandering dan het meest geschikt is. Daarbij hoeft niet te worden uitgesloten dat het aanpakken van de door de onderzoekers geconstateerde knelpunten ook binnen de huidige aanstellingswijze mogelijk is.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.