Vertrouwen in lokaal bestuur onder druk
Vooral de landelijke politiek is schuldig aan het gebrek aan vertrouwen van de burger in het lokale bestuur.
Vooral de landelijke politiek is schuldig aan het gebrek aan vertrouwen van de burger in het lokale bestuur. Dat vinden althans lokale volksvertegenwoordigers en bestuurders. In opdracht van Binnenlands Bestuur onderzocht Necker hoe het met dat vertrouwen is gesteld.
Het thema van De Beste Bestuurder 2022 is ‘De slag om vertrouwen’. De keuze komt voort uit de opeenstapeling van maatschappelijke opgaven in provincies en gemeenten. Door gebrek aan vertrouwen van burgers in politiek en bestuur kan het vermogen om tot gedragen oplossingen te komen onder druk komen te staan. En daarmee ook de legitimiteit van de democratie.
Dat de slag om vertrouwen moet worden gevoerd, is voor volksvertegenwoordigers en bestuurders wel duidelijk. Driekwart van de 1.087 respondenten (waarvan 71 procent raadslid) beaamt dat het vertrouwen van inwoners in de decentrale politiek onder druk staat, zo blijkt uit onderzoek van Necker in opdracht van Binnenlands Bestuur. Zeven op de tien respondenten ziet dat gebrek aan vertrouwen bijvoorbeeld terug in de lage opkomst bij de verkiezingen, maar ook bij het dagelijks contact met inwoners. Andere veelgenoemde aspecten zijn de berichtgeving in regionale en lokale media, de lage opkomst bij participatiemomenten en de uitingen van politieke partijen (zie bovenste tabel).
Bij de reden waarom dit vertrouwen onder druk staat, wijst twee derde van de decentrale bestuurders naar Den Haag. De landelijke politiek is volgens hen onvoldoende in staat om de maatschappelijke problemen op te lossen. Zie de Toeslagenaffaire, de schrijnende opvang van asielzoekers in Ter Apel en de Groningse gasproblematiek. Daarnaast wijst 57 procent naar de omgangsvormen tussen landelijke politici als mogelijke oorzaak van het gebrek aan vertrouwen.
Inwoners
Of het terecht is dat dit vertrouwen in de decentrale politiek onder druk staat, is een ander verhaal. Daar is slechts 35 procent van de respondenten het mee eens; nauwelijks meer dan de 28 procent die het er níet mee eens is. Ook de inwoners blijven in deze vertrouwenskwestie niet buiten schot. Ruim de helft van de respondenten vindt dat inwoners te weinig weten van wat de decentrale politiek doet. 44 procent stelt dat inwoners zich onvoldoende gezien voelen door decentrale politici en een even groot aantal geeft aan dat de algemene situatie in de wereld – inflatie, de oorlog in Oekraïne, de klimaatcrisis – een rol speelt.
Eerlijk zijn, ook wanneer de boodschap niet gewenst is
De drie redenen die het minst zijn gekozen als oorzaak voor het gebrek aan vertrouwen, betreffen de lokale politiek. Zo geeft 28 procent aan dat de decentrale politiek onvoldoende in staat is om maatschappelijke problemen op te lossen. Een kwart denkt dat berichtgeving van lokale media over decentrale politiek een rol speelt. Volgens 15 procent spelen ook lokale politieke schandalen mee.
Over hun relatie met inwoners maken de politieke ambtsdragers zich minder druk. Meer dan de helft van hen maakt zich er geen zorgen om. Een kwart doet dat wel. Daarbij maken volksvertegenwoordigers van coalitiepartijen zich iets meer zorgen dan vertegenwoordigers van oppositiepartijen (53 versus 49 procent). Wie moet die relatie verbeteren? Bijna twee derde legt de verantwoordelijkheid vooral bij de decentrale politici. Ongeveer een derde vindt dat zowel de decentrale politiek als de inwoners daaraan moeten bijdragen.
Meer contact
Wat kunnen decentrale politici zelf doen om de vertrouwensband met burgers te verbeteren? Ruwweg twee derde ziet de oplossing in het beter nakomen van afspraken of meer contact zoeken met inwoners. Op plek drie staat: beter verantwoording afleggen aan inwoners over wat de decentrale politiek doet en op vier inwoners meer ruimte bieden om met initiatieven te komen (zie onderste tabel).
De laagste score kreeg overigens ‘regels en procedures nauwkeurig volgen’ (10 procent). Necker concludeert hieruit dat van de drie kerneigenschappen van geloofwaardige bestuurders (bekwaamheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid) volgens politieke ambtsdragers vooral betrouwbaarheid en betrokkenheid van belang zijn voor het verbeteren van de vertrouwensband tussen inwoners en politici.
Over hun relatie met inwoners maken politieke ambtsdragers zich minder druk
Necker stelde ook een open vraag aan de deelnemers: hoe draagt u zelf bij aan het vertrouwen van inwoners in de decentrale politiek? Ruim zevenhonderd ambtsdragers namen de moeite die vraag te beantwoorden. Zij kwamen uit bij: luisteren naar inwoners ‘en altijd proberen terug te koppelen ook al kun je het probleem niet oplossen’. Maar ook op: benaderbaar zijn, zeggen wat je doet en doen wat je zegt, wekelijks een spreekuur houden waar iedereen zonder afspraak welkom is, en aanwezig zijn bij participatiemomenten. Eerlijk zijn wordt ook genoemd als belangrijk element, ‘ook wanneer de boodschap niet gewenst is’. Verder leggen decentrale politici uit wat ze doen en hoe de politiek werkt en merken ze signalen op die leven in de samenleving. ‘Door wat ze persoonlijk zeggen en door wat je leest op sociale media.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.