Vergoeding Statenleden onder de loep

Er komt een onderzoek naar de vergoeding van Statenleden en algemeen bestuursleden van waterschappen. Op grond van dat onderzoek beslist minister Ollongren van Binnenlandse Zaken of de vergoeding wordt aangepast. Dat schrijft Ollongren in een brief aan de Kamer.

Wegbezuinigd

Daarmee komt ze terug op vragen die de Kamer had gesteld tijdens de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken. De Kamer dacht dat er 2,7 miljoen beschikbaar was voor een ruimer budget voor Statenleden. Dat is niet het geval, schrijft Ollongren. Die 2,7 miljoen zijn wegbezuinigd door de vorige minister van Binnenlandse Zaken, Ronald Plasterk. Hij besloot de eerder aangekondigde vermindering van het aantal Statenleden niet door te laten gaan. De bezuiniging van 10 miljoen euro die dat zou opleveren, werd wel doorgezet. Daar maakt die 2,7 miljoen euro deel van uit. ‘Het bedrag van 2,7 miljoen euro is dus niet meer beschikbaar in het provinciefonds voor de rechtspositie van Statenleden’, aldus de minister.

Vergoeding

Ze wil nu wel onderzoek doen naar de vergoeding voor Statenleden en algemeen bestuursleden van waterschappen. Dat wil ze samen doen met Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen, de belangenvereniging van Statenleden (Statenlid.nu) en van algemeen bestuursleden van de Waterschappen. De minister zegt dat te willen doen in navolging van het advies ‘Voor de publieke zaak’ van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Die adviseerde vorig jaar maart echter de vergoeding voor Provinciale Statenleden niet te verhogen of te verlagen.

Lekenfunctie

Het ROB stelde eveneens in dat advies dat de functie van raadslid, Statenlid of algemeen bestuurslid van een waterschap een lekenfunctie is en ook moet blijven. Ollongren is het daar volmondig mee eens. Daarnaast stelt ze dat iedere politieke ambtsdrager recht heeft op goede ondersteuning en opleidingsmogelijkheden. In navolging van (digitale) ondersteuning voor raadsleden is er ook een digitale leeromgeving beschikbaar voor Statenleden en leden van het algemeen bestuur van waterschappen ‘zodat zij een vliegende start kunnen maken in hun rol als volksvertegenwoordiger’.