Almeerse journalist voor gerecht voor Herrema-zaak

Was er in 2018 nou sprake van een onbedoeld broekzakgesprek of van seksuele intimidatie door de Almeerse wethouder Tjeerd Herrema? Die vraag mag de politierechter in Almere beantwoorden als journalist Marcel Beijer vandaag is gehoord. De destijds opgestapte Herrema deed aangifte tegen hem wegens smaad. Het OM zag er geen zaak in, maar het gerechtshof Leeuwarden besloot anders.

Broekzakgesprek
Eind mei 2018 ontving Beijer, journalist van het lokale blad Almere Deze Week, enkele Whatsapp-berichten van Herrema met daarin het woord ‘Cymbub’, een plaatje van een kat, een duimpje en een smiley. Een paar dagen later kreeg hij om elf uur ’s avonds een kort telefoontje van Herrema, dat hij als een broekzakgesprek interpreteerde. Toen hij de wethouder daarop wees, schreef Herrema dat hij hoopte dat de journalist ‘er geen rode oortjes van had gekregen’. Beijer schreef dat hij sterk de indruk had dat Herrema hem bewust (via Facebook Messenger) had gebeld, maar Herrema ontkende. Later zei de journalist dat hij seksuele geluiden had gehoord. ‘Hij was onmiskenbaar aan het masturberen.’

Rode oortjes
De zin over de ‘rode oortjes’ vond de krant ook zodanig ‘onbetamelijk en intimiderend’ dat de werkrelatie tussen wethouder en krant er ‘ernstig verstoord’ door was geraakt. Een ‘confronterend’ gesprek tussen de krant, de journalist, de wethouder en de Almeerse burgemeester Franc Weerwind volgde, waarna de journalist naar eigen zeggen weer een bericht van Herrema van gelijke strekking als de eerdere ontving. Ook hierover zei Herrema dat deze ‘per ongeluk’ was verstuurd. Hoffmann Bedrijfsrecherche deed toen al een onderzoek naar het telefoonverkeer van Herrema, maar kon niet vaststellen of de berichten en het telefoontje bewuste of onbewuste handelingen van hem waren. Voor het onderzoek uitkwam publiceerde Almere Deze Week al over de zaak. Dat leidde ertoe dat de coalitiepartijen in het kersverse college van Almere het vertrouwen opzegde in Herrema (PvdA), waarna hij vertrok en zijn partij uit de coalitie stapte.

Voortijdig gepubliceerd
Er kwam geen nader integriteitsonderzoek naar de kwestie, nadat een onderzoeksrapport van de Ombudsman Metropoolregio Amsterdam, na een klacht van de lokale krant, uitwees dat er ‘weliswaar op onderdelen onzorgvuldig is gehandeld, maar dat niets is gebleken van op de persoon gericht (seksueel) intimiderend en provocerend gedrag’. Begin 2019 oordeelde de Raad voor de Journalistiek, na een klacht van Herrema, dat Almere Deze Week ‘voortijdig’ had gepubliceerd, want extern onderzoek naar de zaak (van Hoffmann) kon elk moment afgerond zijn. De krant handelde ‘journalistiek onzorgvuldig’ door al daarvoor te publiceren, aldus de Raad. Almere Deze Week koos ervoor om zich niet te verantwoorden voor de raad.

Smaad
Herrema deed ook aangifte van smaad en laster, maar dat leidde in eerste instantie niet tot een rechtszaak. De officier van justitie stelde conflictbemiddeling voor, maar dat leidde niet tot succes. Toen de krant ook geen excuses wilde aanbieden was de conclusie dat de bemiddeling was mislukt. Het Openbaar Ministerie zag derhalve geen aanleiding om Beijer te vervolgen, maar het gerechtshof Leeuwarden dacht daar anders over. In april van dit jaar maakte het bekend dat de goede naam van Herrema door het artikel was aangetast en daarmee zijn integriteit. Volgens het gerechtshof was het algemeen belang niet gediend met de publicatie, maar had Beijer moeten wachten op de uitkomsten van het Hoffmann-onderzoek. Het Openbaar Ministerie diende Beijer alsnog te vervolgen en vandaag moet hij zich dus voor de politierechter verantwoorden.