Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

De raad als linking pin

Het belang van experimenten vinden de griffiers dat, aldus Van Soest, ‘we kunnen laten zien dat we de democratie binnen het huidige stelsel kunnen veranderen.’

14 februari 2014
linking-pin.jpg

Als er niets gebeurt, doen gemeenteraad en raadsleden er straks niet meer toe in de snel veranderende samenleving. Aldus somberden raadsgriffiers anderhalf jaar geleden. Na enkele experimenten met nieuwe vormen van lokale democratie, zijn ze weer wat optimistischer gestemd. 

Op weg naar de raadsverkiezingen

Nederland gaat in 2014 naar de stembus om nieuwe gemeenteraadsleden te kiezen. Op weg naar 19 maart besteedt Binnenlands Bestuur aandacht aan een groot aantal aspecten die verband houden met deze verkiezingen.

Griffiers uit 100.000-plus gemeenten breken zich al geruime tijd het hoofd over rol en positie van ‘hun’ raadsleden. Bij tijd en wijlen komen ze bij elkaar, om met de benen op tafel van gedachten te wisselen, hun zorgen uit te spreken, maar vooral ook om na te denken hoe het tij kan worden gekeerd. Mooie visies, vergezichten en wilde plannen gingen in diverse bijeenkomsten over tafel. Uitvoering van veel van die plannen vergt een fundamentele herziening van de Gemeentewet.

‘Aangezien we ook allemaal over een dosis gezond realisme beschikken, hebben we na een zoektocht besloten vooral te kijken naar wat haalbaar is binnen de bestaande situatie’, trapt griffier Jaap Paans af vanuit zijn kamer in het Rotterdamse stadhuis. Dus werd gekozen voor een keur aan experimenten om nieuwe vormen uit te testen. Met uitdrukkelijk niet de bedoeling om tot een blauwdruk te komen, benadrukken naast Paans de Bredase griffier Paul Piket en zijn Venlose collega Geert van Soest. En, ook niet onbelangrijk: fouten maken mag. Een experiment mag mislukken.

Onder het motto verbetering van democratie begint in eigen huis, zijn veel griffiers uit grote gemeenten met hun raden aan de slag gegaan om pilots in alle soorten en maten op te zetten. En dus ook in Rotterdam, Breda en Venlo. Die van Rotterdam is afgerond (het interactieve project om te komen tot een alternatief bestuursmodel voor de deel­gemeenten), die van Venlo bevindt zich in afrondende fase (een nieuwe ruimtelijke structuurvisie via co-creatie) en die van Breda is nog volop aan de gang (de inzet van sociale media door raadsleden en raad).

Sociale media
Via het sociale media-project in Breda willen de volksvertegenwoordigers de deuren van het stadhuis digitaal openzetten. Raadsleden afzonderlijk en de raad in zijn geheel −  als gremium en zo ver als mogelijk a-politiek − willen via sociale media meer met burgers in contact komen, van hen horen wat er leeft en speelt, en van hen vernemen wat de raad daarmee zou moeten doen. ‘Daarbij geldt niet “u vraagt wij draaien”, maar het moet wel meer dan nu tweerichting verkeer zijn’, verduidelijkt de Bredase raadsgriffier Piket. ‘We willen af van het idee dat burgers eens in de vier jaar hun stem mogen uitbrengen, en dat de raadsleden de klus met dat mandaat de komende vier jaar gaan klaren.’

In Venlo is voor een heel ander soort experiment gekozen: de totstand­koming van een nieuwe ruimtelijke structuurvisie via co-creatie, zonder vooraf vastgestelde kaders vanuit raad of college’, vertelt de Venlose griffier Van Soest. ‘Een honderdtal mensen uit Venlo − variërend van huisvrouw, ondernemer tot internetgoeroe − heeft in kaart gebracht welke thema’s in zo’n structuurvisie moesten terugkomen en op welke manier.’ Die zijn vervolgens in werkplaatsen uitgewerkt. ‘Uiteindelijk resulteerde al het werk in dertien richtinggevende uitspraken die door de raad zijn vastgesteld.’ Daarop konden de ambtenaren met de nadere uitwerking aan de slag. Zo makkelijk als het hier staat was het niet, erkent Van Soest. ‘Er zijn in de raad pittige discussies gevoerd. “Wat doe ik hier nog”, vroegen diverse raadsleden zich af en toe af.’ De structuurvisie moet door zowel de huidige als de nieuwe raad worden bekrachtigd.

Paans is aangenaam verrast over de ‘ongelooflijke hoeveelheid Rotterdammers die hebben meegedacht over een zo’n abstract discussie als een nieuw bestuurlijk model’. Niet het college, maar de raad nam het initiatief om, via een interactief proces, te komen tot een opvolger van de huidige deelgemeenten. Via enquêtes, wijkgesprekken, discussies op internet en tijdens discussieavonden her en der in de stad, is uiteindelijk gekozen voor gebiedscommissies.

Brugfunctie
De drie griffiers zijn er door de experimenten van overtuigd dat raadsleden in de toekomst veel meer op het proces moeten gaan sturen. Een ander leerpunt is dat kennis en kunde van de burger meer dan nu moet worden benut. De griffiers tekenen daarbij wel aan dat de checks and balances bij zowel het benutten ervan als in het democratische besluitvormingsproces nog moeten worden gevonden. De raad zal bovendien meer de functie van intermediair tussen burgers en het college van burgemeesters en wethouders gaan vervullen.

De raad als tolk dus. Of, zoals Van Soest het verwoordt: ‘Onze belangrijkste les is dat raadsleden bij uitstek de essentiële brugfunctie kunnen vervullen tussen de systeemwereld van gemeentelijke beleidsplannen, structuren et cetera, en de belevingswereld van jou en mij als inwoner en burger.’ Het belang van experimenten vinden de griffiers dat, aldus Van Soest, ‘we kunnen laten zien dat we de democratie binnen het huidige stelsel kunnen veranderen.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Peter van Dijk / maatschappelijk werker
Er zal nog heel wat water door de Rijn lopen voor dit allemaal min of meer praktijk wordt. Waarschijnlijk in een omgeving waar burgers de mensen in het Gemeentehuis kennen zal dit wel het geval zijn.



Wat hier omschreven is, is feitelijk waar de ontzuilde volksvertegenwoordiging voor dient! Dat ligt toch voor de hand, zou je menen.



Een bewoner heeft naar aanleiding van een ervaring in Gemeentehuis aan de griffier een brief richting de lokale partijen gestuurd. 4 reageerden. Op een na allemaal de bekende reflex: gemeente is uitvoerder van wet- en regelgeving en het is landelijk beleid. Wel werd een abnormaliteit vastgesteld in het geval, maar verder ging het niet, al stuurde een partij het bericht door naar een ambtenaar. Daar kwam dus een heel ambtelijke reactie op. Dat was het.



Kennelijk wordt men snel gehersenspoeld om de dingen niet meer in de beleving van de burger te ervaren, maar in hokjes van regels en een afwijkende context niet meer relevant is, ook al is men wel bij machte een stukje service te verlenen daarbij, als men wil. Het is gemakkelijker om star dezelfde procedure te volgen en men geraakt collectief blijkbaar snel in een denkpatroon dat men heel redelijk is daarmee.



De reactie "daarvoor moet u in Den Haag zijn" staat nr. 2. Nr. 1 is dus het volgen van opdrachten, of wet- en regelgeving. De Raad als tolk, tsja...van de burger, of van de overheid en eigen beleid?
Advertentie