Advertentie

Stop de armoede, dood de bedelaar

In de moderne wetenschappelijke literatuur over het fenomeen politiek wordt geloofwaardigheid (‘credibility’) het kernprincipe genoemd voor politici die electoraal willen scoren en politiek overeind willen blijven. Voor de PvdA en de transitie in de zorg is dat een probleem.

21 november 2014

In de moderne wetenschappelijke literatuur over het fenomeen politiek wordt geloofwaardigheid (‘credibility’) het kernprincipe genoemd voor politici die electoraal willen scoren en politiek overeind willen blijven. Voor politici betekent dat de dwingende noodzaak om te selecteren in probleemduiding en beoogde politieke doelen. Die selectie houdt in dat maatschappelijke problemen en de daarbij voorhanden oplossingen moeten passen bij het profiel van de politieke partij en bij de electorale achterban.

Wanneer een VVD-politicus betoogt dat grootschalige gemeentelijke herindeling goed is voor de economie en de ondernemers in de regio, dan is er goede match met het politieke profiel en met de liberale achterban en staat de geloofwaardigheid niet op het spel. Indien een PvdA-politicus daar tegenover beweert dat de gemeente vooral moet zorgen voor democratische nabijheid, sociale cohesie en maatschappelijke betrokkenheid van achterblijvers en dat daarom ambtelijke bestuurskracht van een gemeente niet alleen zaligmakend is, dan is dat eveneens een geloofwaardige optiek. Begint een VVD-politicus over sociale cohesie en achterblijvers of een PvdA-politicus over de versterking van het ondernemersbelang dan dreigt er al snel een mismatch en liggen neerwaarts gerichte electorale spiralen op de loer. In de varkenscyclus van de politiek gaan partijen en politici die zich structureel verwijderen van hun profiel en achterban genadeloos ten onder en dan is ‘herbronning’ noodzakelijk om weer op de wal te klauteren.

Voor Nederland hebben zowel D66, de VVD, als het CDA een dergelijke cyclische ontwikkeling doorgemaakt en de PvdA is nu aan de beurt. Zeer illustratief is de casus-Van Rijn. Martin van Rijn is de hervormer van het kabinet-­Rutte II en op die grond een uitstekend bestuurder. Tegelijkertijd is de staatssecretaris van volksgezondheid de nagel aan de electorale kist van de PvdA. In de 19e eeuw werd door klassiek-liberale politici van de harde lijn geroepen dat het armoedeprobleem snel en efficiënt kon worden opgelost door de bedelaars met alle middelen uit de samenleving te verwijderen. Indien er geen zichtbare armen meer zijn, neemt de verantwoordelijkheid van de overheid om aan armoedebestrijding te doen af. Door scherp te selecteren in de probleemduiding en door een deel van het vraagstuk weg te definiëren werd de ‘laissez faire’-houding van deze liberale ‘hard-liners’ overeind gehouden en de achterban bediend.

In het zorgconcept van het kabinet-Rutte II gebeurt dat op een heel wat nettere manier via precies hetzelfde format, maar nu niet door liberalen, maar onder de eerste verantwoordelijkheid van sociaal-democraten. Vanwege de alom erkende noodzaak om de oplopende kosten voor de zorg af te remmen, wordt een deel van de zorgbehoefte van ouderen en gehandicapten niet langer als een verantwoordelijkheid van de overheid, maar als een verantwoordelijkheid van de samenleving gedefinieerd. Het wordt aan eigen kracht van burgers, buren en familie overgelaten om deze overheidsactiviteit over te nemen. Dat is een onversneden liberale ‘laissez faire’-optiek die door VVD-politici geloofwaardig over het voetlicht kan worden gebracht. Nu echter zorgbehoeftige ouderen en gehandicapten volgens iedere definitie behoren tot de ‘achterblijvers van de samenleving’ is dit weg-definiëren van een deel van de zorg voor sociaal-democraten in vrijwel alle opzichten ongeloofwaardig en daarom tot op het bot bedreigend voor de partij-politieke existentie.

Een zware bezuiniging wordt verkocht als verbetering. De zorgbehoeftige achterblijvers zouden in de nieuwe setting veel beter af zijn. De vader van staatssecretaris Van Rijn moest er aan te pas komen  om duidelijk te maken dat een uitstekend en technocratisch bestuurder niet per se een uitmuntend politicus is. Bestuurders die de politieke agenda van anderen uitvoeren, lopen in de politieke arena een groot risico en met hen de politieke beweging waaruit ze afkomstig zijn.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie