Mystery Burger: Recht door zee
Interrumperen is een groot recht van gemeenteraadsleden. Helaas zijn vragen te vaak ingekapseld in onduidelijke monologen met vooral de mening van de vragensteller. Niet in Leiden. Daar zijn de raadsleden recht door zee.
Van te voren heeft de raad al tientallen schriftelijke technische vragen gesteld. Een voor een reageren de commissieleden vanachter het katheder. Voorzitter Robert-Jan van Ette (PvdA): “De commissie heeft een heleboel technische vragen gekregen die wij al hebben beantwoord.” In een schriftelijke vraag wilde Groenlinks-fractievoorzitter Pieter Kos weten of de raad ervan afwist dat de concerncontroller – de enige college-ambtenaar die naast de gemeentesecretaris direct contact heeft met de raad - al vanaf 2010 geen vertrouwen meer zou hebben genoten van het college. Van Ette: “Wij als raad wisten daar niets van en hadden daar geen rol in.” Kos interrumpeert met één vraag: “Vindt u dat het college dit aan de raad had moeten vertellen?” Van Ette: “Daar vinden wij niks van. Wij gaan niet over het personeelsbeleid. Maar op het moment dat zo’n sleutelfiguur als de concerncontroller onder druk komt te staan, dan zou ik me kunnen voorstellen dat het college de raad desnoods in de informele sfeer informeert.”
Ietwat later licht commissielid Louk Rademaker (SP) de financiële problemen rond de grondexploitaties toe. “De opbrengsten en uitgaven worden onvoldoende in de begroting toegepast.” Opnieuw interrumpeert Kos: “In uw rapport constateert u ook dat er onvoldoende kennis aanwezig is op het gebied van grondzaken, maar het college heeft daar afstand van genomen en stelt dat er wel voldoende kennis is. Waarom zegt u iets anders dan het college?” Rademaker: “Wij vinden dat de kennis niet juist is toegepast.” Kos: “Dan betekent het dat de kennis er wel is, maar dat die niet goed wordt toegepast. Op welke manier is er dan gemeld dat er onvoldoende kennis bij de ambtenaren is?” Rademaker stelt nu toch dat de kennis er wel degelijk is, maar dat die niet goed in de praktijk wordt gebracht. Een verheldering. Vervolgens komen de schriftelijke vragen van D66-voorman Mark Koek aan bod. Rademaker concludeert dat de accountant van de gemeente zijn werk niet goed gedaan. Koek interrumpeert: “Welke conclusies wilt u daar als commissie aan verbinden?” Rademaker: “Dat is niet aan de commissie, maar aan de raad zelf.” Opnieuw een verduidelijking.
In de rest van de vergadering regent het bondige en korte interruptievragen van andere raadsleden. Bijna niemand houdt een monoloog of komt tijdens een vraag zelf met een verhaal aanzetten dat zwabbert. Het zijn vooral helder geformuleerde to the point-vragen. Dankzij deze vorm van vragen stellen, kunnen de commissieleden met duidelijke, verhelderende antwoorden komen en is hun mening scherper. Het debat loopt goed door en de conclusie is strak. Kemal Rijken Klik hier voor het dossier met daarin alle Mystery Burgers
Mystery Burger weergeven op een grotere kaart
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.