Middenvoor
Wie twee maanden geleden gezegd of geschreven zou hebben dat de verkiezingen van 9 juni aanstaande een nek aan nekrace op zouden leveren tussen de VVD en de PvdA, zou voor niet goed snik zijn gehouden. Op dat moment leek het er nog op dat Rutte cum suis het af zouden leggen tegen de Wilderianen en dat de firma Bos-Cohen blij mocht zijn met een zeteltje of veertien.
Maar nee! Zie nu eens! Rutte is herrezen en Cohen heeft de PvdA nieuw elan bezorgd. Alleen de ster van Balkenende wil maar niet gaan schitteren. Hij zou als het moet ook wel met de PVV in de regering willen, ook al heeft Maurice de Hond uitgevogeld dat 69% van zijn kiezers daar niets voor voelt. Dat hebben die CDA-kiezers met 60% van het hele Nederlandse volk gemeen.
In het algemeen gesproken moet de Nederlander er niet aan denken om straks door de Venlose heldentenor geleid te worden. We zijn, kort en goed, getuige van iets dat tot voor kort voor onwaarschijnlijk zo niet onmogelijk werd gehouden: de triomfantelijke wedergeboorte van het politieke midden, ten koste van de extremen. Job Cohen vreet GroenLinks, D66 en de SP leeg en Rutte neemt de spijtoptanten van Wilders over.
Op zichzelf is het geen onbekend verschijnsel. Bij elke landelijke verkiezing hebben stemgerechtigden, meer dan bij lokale verkiezingen, de neiging om hun stem strategisch uit te brengen. Wie echt wil dat Rutte in de regering komt doet er verstandig aan zijn stem niet aan Wilders kwijt te raken. En wie echt wil dat Cohen het roer overneemt moet vooral niet zo dom zijn om op de SP of op een andere linkse splinter te stemmen. Hier moet wel iets aan toegevoegd worden.
Het gaat nog steeds om peilingen en nog niet om de verkiezingen zelf. Helaas hebben Nederlanders, sinds het einde van de verzuiling, sterk de neiging om op elk gewenst of ongewenst ogenblik van politieke kleur te veranderen. Niet zo heel lang geleden haalde Rita Verdonk met haar trotse Nederland een onnoemelijk aantal zetels waarvan er nu nul overschieten. En tot voor kort stond ook Balkenende nog op een duizelingwekkend aantal dat intussen met de week afneemt.
De Nederlandse kiezer vertoont nu eenmaal wat Paul Schnabel, de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, licht hysterische trekjes noemt. Partijtrouw is iets van vroeger. Mijn vader zaliger, een geheide KVPstemmer, had bij de verkiezingen drie borden aan ons balkon hangen waarop stond dat je Romme moest kiezen. Nu hangen zulke borden alleen nog voor het raam van de paar mensen die zelf op de kandidatenlijst staan.
Maurice de Hond heeft nog iets anders vastgesteld. Bijna alle linkse stemmers (van D66 tot GroenLinks) willen graag dat de PvdA en de VVD samen in de regering terecht komen met nog een andere kleinere partij erbij. Het belangrijkste kenmerk van verkiezingen in Nederland is dat er nooit gebeurt wat de kiezer het liefste wil. Als het toch gebeurt, zou dat de ultieme triomf van het midden zijn.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.