Loslaten op een iets hoger niveau
Al het beïnvloedbare gemeentelijke beleid aan de samenleving overlaten. Van visie tot concrete voorstellen. Mét budget. Dat heeft Nijkerk de afgelopen jaren gedaan. Het is niet de vraag of de gemeente daarmee doorgaat, maar vooral hoe.
![dialoog-tafel.jpg](https://cdn.binnenlandsbestuur.nl/styles/imported_hero/cloud-storage/bb_migrate/images/Uploads/2018/7/dialoog-tafel.jpg?itok=Ro1Nb0Cj)
Samen aan zet in Nijkerk
‘Samen aan zet’; onder die noemer is in Nijkerk de samenleving de afgelopen twee jaar nauw betrokken geweest bij de visie- en planvorming van de gemeente. Hoewel de ambitie om de samenleving meer een plek te geven in het politieke proces in het coalitieakkoord van 2014 was vastgelegd, trok de gemeenteraad uiteindelijk het initiatief naar zich toe. ‘Een klankbordgroep vanuit de raad, waarin alle fracties waren vertegenwoordigd, heeft met elkaar nagedacht over hoe ze op een andere manier politiek konden gaan bedrijven en op een andere manier – van buiten naar binnen – konden gaan werken’, zegt Menno Spaan. Als extern adviseur is hij nauw betrokken geweest bij Samen aan zet.
‘We wilden in de samenleving een proces gaan mobiliseren om echt tot overheidsparticipatie te komen’, stelt Boudewijn van der Woerd, fractievoorzitter van de VVD. ‘De tijd dat de overheid kan zeggen wat goed voor de mensen was, ligt achter ons. We wilden dat inwoners zich meer betrokken zouden gaan voelen bij hetgeen de gemeente mee bezig is’, vult Harke Dijksterhuis (ChristenUnie-SGP) aan. ‘Dat resulteerde uiteindelijk in het initiatiefvoorstel Samen aan zet, waarin onder meer de kaders van het proces werden beschreven’, licht Marlies Veldhoen, gemeentelijk Kwartiermaker Participatie, toe.
Die kaders waren redelijk ruim. ‘De raad heeft gezegd dat de samenleving een visie mag bepalen op bijna alles waar de gemeente qua beleid invloed op heeft’, aldus Veldhoen. Financieel gezien gaat dat grofweg om zo’n 30 procent van de totale gemeentelijke begroting ‘De raad wilde echt de ruimte aan de samenleving geven, zowel inhoudelijk als financieel. En niet, zoals hier toch wel de lijn was, de samenleving laten meepraten maar dan uiteindelijk zelf opnieuw de afweging maken.’
‘Als raad hebben we gezegd dat we de voorstellen over zouden nemen als die binnen de kaders en binnen het budget pasten en op draagvlak konden rekenen’, aldus Dijksterhuis. ‘Anders moet je er niet aan beginnen’, benadrukt Van der Woerd.
Op de fiets
Toen die kaders waren vastgesteld, is Nijkerk gaan zoeken naar een vorm. Dat werden zogeheten ‘dialooggroepen’. Nijkerk startte er in 2016 met twee: Leefstijl en Economie en bedrijfsomgeving. Later zijn er nog drie bijgekomen (zie kader). De bemensing van die dialooggroepen was nog een hele klus. Nijkerk wilde bewust niet de usual suspects aan tafels en koos ook niet voor loting. ‘We hebben ons laten inspireren door de gemeente Zeist, die een bezuinigingsdialoog heeft gehad. Eén van de daar gebruikte uitgangspunten hebben we overgenomen: je moet alle belanghebbenden aan tafel hebben’, aldus Spaan. ‘Per onderwerp hebben we echt een goede stakeholdersanalyse gemaakt, waarbij we de verschillende belangen in kaart hebben gebracht. We streefden naar groepen van 30 tot 35 mensen om het goed werkbaar te houden.’
Vanuit het ambtelijk, bestuurlijk en politiek netwerk werden vertegenwoordigers die een bepaald belang konden behartigen, concreet door de gemeente benaderd. Via onder meer de krant, Facebook en Twitter werden mensen opgeroepen zich aan te melden.
Daarnaast was er voor elk thema een startbijeenkomst, waar iedereen aan kon deelnemen en zich voor een dialooggroep kon aanmelden. ‘Iedereen die wilde, kon aanhaken’, aldus Veldhoen. ‘Voor sommige belangen was er één iemand, dan was het simpel. Als er meerdere vertegenwoordigers voor een belang waren, moesten zij met elkaar bepalen wie in de dialooggroep werd afgevaardigd en hoe de anderen op de hoogte werden gehouden of input konden leveren.’
Maar af en toe was er niemand om een belang in de dialooggroep te behartigen. Veldhoen: ‘Daarvoor zijn we soms op de fiets gesprongen, langs deuren gegaan. We hebben echt goed gezocht omdat we een kwalitatief goede afspiegeling wilden hebben waarbij ook alle kernen goed vertegenwoordigd zouden zijn.’ Terugkijkend is die stakeholdersanalyse van groot belang geweest, vindt Veldhoen. ‘Daardoor hebben we echt een aantal mensen gevonden die we anders nooit hier aan tafel hadden gehad.’
Stiekem sturen
Eenmaal goed bemenst, konden de groepen aan de slag. Die werden door twee procesbegeleiders vanuit de gemeente ondersteund. Die procesbegeleiders waren niet de vakinhoudelijke deskundigen. ‘Dat is bewust gedaan, om te voorkomen dat ambtenaren toch ‘stiekem’ inhoudelijk zouden gaan sturen’, aldus Veldhoen. Toch was er in het begin scepsis over de rol van de ambtenaren, vertelt Spaan. ‘Zo van “o, dat proces wordt begeleid door de gemeente, dan weten we wel welke kant dat uitgaat.” Die argwaan is helemaal weggenomen.’ De opdracht aan de dialooggroep was om een visie en daarbij behorende voorstellen te maken. In een aantal avonden werd een visie ontwikkeld: wat vindt de dialooggroep op het gebied van bijvoorbeeld sport of cultuur voor Nijkerk, Hoevelaken en Nijkerkerveen belangrijk. Vervolgens werden daar, met zicht op beïnvloedbaar budget, voorstellen voor gemaakt. Wat kan minder, wat moet meer en/of anders. Vooraf was bedacht dat de dialooggroepen zes keer bijeen zouden komen: drie voor de visie en drie bijeenkomsten voor de vertaling naar concrete voorstellen. Dat bleek te optimistisch ingeschat, achteraf gezien waren de opdrachten te groot.
De vijf dialooggroepen hebben uiteindelijk eerst hun visie aan de gemeenteraad en het college gepresenteerd. ‘Zij konden vragen stellen, maar het was niet de bedoeling dat ze om aanpassingen zouden vragen. Met een open mind gingen ze naar die visie luisteren’, aldus Spaan. De raad gaf de dialooggroepen wel aandachtspunten mee voor de uitwerking van de visie in voorstellen. ‘Zo wilde de dialooggroep Wonen en woonomgeving Nijkerk zo’n beetje op slot doen. Ik heb toen tijdens een bijeenkomst gezegd: kijk ook eens naar de andere kant van de medaille, laat je goed voorlichten door de vakambtenaren, want een zekere groei aan woonruimte is goed voor het voorzieningenniveau en is ook nodig om de dorpen en kernen vitaal te houden’, zegt Van der Woerd. ‘Ze hebben er toen nog eens goed naar gekeken en kwamen terug met een evenwichtig voorstel van kwalitatieve groei. Dat is natuurlijk heel mooi. De dialooggroep is autonoom, maar je geeft ze iets in overweging.’ Alle voorstellen werden door de dialooggroepen aan de raad gepresenteerd. Vervolgens gingen de voorstellen de reguliere procedure in, waarbij de raad er formeel een besluit over nam.
Veldhoen: ‘Alle voorstellen die binnen de kaders waren, zijn overgenomen.’ Voor zowel raad, als college en de ambtelijke organisatie was het zeker in het begin wennen, weet Spaan. ‘Het is lastig om op je handen te gaan zitten, afstand te nemen en de samenleving aan het werk te zetten.’ Hij vindt dat zowel raad, als college en de ambtelijke organisatie zich voorbeeldig hebben gedragen. ‘Wat lastig is voor de politiek, is dat je voor een deel dingen uit handen geeft. Dat betekent dat je soms voorstellen krijgt waar je in je verkiezingsprogramma anders over dacht’, erkent Van der Woerd. Zowel hij als Dijksterhuis benadrukt het belang van de zorgvuldige samenstelling van de dialooggroepen, zodat draagvlak voor visie en voorstellen werd gegarandeerd. Dat maakte het loslaten voor de politiek wat makkelijker. ‘De samenleving moest ook een slag maken; om dingen zelf op te pakken en het niet aan de politiek over te laten. Het mooie was, dat als het te moeilijk werd, de raad er intensiever bij werd betrokken. Sommige dingen zijn door de dialooggroep ook echt bij de politiek teruggelegd; dat ging dan over onderwerpen waar ze niets van konden of wilden vinden. Op zo’n manier ben je echt samen aan zet’, aldus Spaan.
Verversing burgers
‘Het was niet allemaal rozengeur en het maneschijn’, stelt Veldhoen. ‘Het was voor alle betrokken partijen, ook voor college en raad, zoeken naar hun nieuwe rol.’ Voor ambtenaren was het ook flink wennen. ‘De collega’s zijn zich steeds meer bewust van die andere rol’, weet Veldhoen. ‘In eerste instantie denk je, “o jee, waar beginnen we aan, de samenleving kan dat helemaal niet.” Op het moment dat er meer verbinding kwam tussen vakspecialisten – die in de loop van het proces meer betrokken werden op verzoek van de deelnemers – en de dialooggroepen, sloeg het enthousiasme gewoon over. Het is nog steeds zoeken en er zijn nog steeds mensen die ervan balen dat het allemaal bovenop het andere werk komt, maar langzamerhand is het aan het indalen. Mensen zeggen steeds vaker: dit is mijn werk.’
‘Oud en nieuw staat een tijdje naast elkaar’, vult Spaan aan. ‘Je hebt het dus een tijd heel erg druk. Je moet je realiseren dat nieuw de andere manier van werken wordt en in de plaats komt voor oud. Dan krijg je het rustiger, maar dat duurt heel erg lang. Dat is best zwaar, ook voor de raadsleden. Voor iedereen eigenlijk.’ Er wordt nu voor de nieuwe raad een evaluatie gemaakt. ‘We willen de evaluatie echt gebruiken om te leren, niet zo zeer als verantwoording. Wat zijn de goede elementen, wat zijn de do’s, wat zijn de don’ts’, legt Veldhoen uit.
Dijksterhuis en Van der Woerd willen graag door, maar wel met aanpassingen. ‘Het zou heel logisch zijn om deze manier van werken door te zetten, maar dan meer op afgebakende dossiers. Het was nu wel heel breed’, aldus Dijksterhuis. De dialoog tussen samenleving en raad moet worden vergroot, vinden beide raadsleden. De structurele inbedding van de werkwijze in het reguliere processen wordt daarnaast door beiden als aandachtspunt genoemd, evenals de ‘verversing’ van de burgers die participeren. Veldhoen: ‘Het was echt zoeken, vallen en opstaan, maar al met al hebben we een heel mooi traject doorlopen. Ik verwacht dat het voor de politiek ook niet de vraag is of we er mee doorgaan, maar hoe.’
De dialooggroepen
In Nijkerk zijn vijf dialooggroepen met zo’n 30 tot 35 mensen gevormd. In 2016 startten de eerste twee: Leefstijl (sport, cultuur en gezondheid) en Economie en bedrijfsomgeving (werk, bedrijven en winkels, duurzaamheid en recreatie). Later zijn er nog drie gevormd: Veiligheid en handhaving (openbare orde en veiligheid, vergunningverlening, handhaving, externe veiligheid, bestemmingsplannen en toekomstige Omgevingswet), Wonen en woonomgeving (waaronder volkshuisvesting, afval, groen, openbare verlichting) en Sociaal domein (welzijn, zorg, jeugd en onderwijs).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.