Advertentie
bestuur en organisatie / Redactioneel

Loodzware meevaller

Provincies en gemeenten kunnen miljarden tegemoet zien door de verkoop van hun aandelen in Essent en Nuon. Net als voor lottowinnaars, is het zaak verantwoord om te gaan met deze plotselinge rijkdom.

05 maart 2009

De recente geschiedenis leert dat niet alle decentrale overheden even bedreven rentmeesters zijn. De manier waarop de provincie Utrecht bijvoorbeeld omging met de verkoopopbrengst van energiebedrijf REMU tussen 2002 en 2007, spreekt boekdelen. Veel van de honderden miljoenen blijkt uiteindelijk te zijn weggelekt naar tamelijk onzinnige projecten als ‘Spierkrachttoerisme Woerden’. Tot harde afspraken over een zinvolle besteding van de in totaal 350 miljoen euro kwam het nooit.

 

Dergelijke voorbeelden sterken centralistisch ingestelde politici in hun overtuiging dat de miljardenopbrengst van de verkoop van de nutsbedrijven in nationale handen moet komen. Zo pleitte het Tweede Kamerlid Rita Verdonk (TON) deze week voor het storten van de opbrengst in een op te richten Nationale Investeringsbank. Vanuit dat fonds zouden dan in nood verkerende financiële instellingen kunnen worden geholpen. Voor alle duidelijkheid; de verkoop van beide energiereuzen brengt naar verwachting zo’n achttien miljard euro op.

 

Deze politici maken een denkfout. Natuurlijk, in een tijd dat kapitaal een nog schaarser goed wordt, is de angst dat het wordt verjubeld begrijpelijk. Probleem is echter dat Den Haag helemaal niets te zeggen heeft over de miljardenopbrengsten van de verkoop van Nuon aan het Zweedse Vattenfal en Essent aan het Duitse RWE. Provincies en gemeenten zijn rechtmatig eigenaar van deze nutsbedrijven. Verkopen zij in hun wijsheid de aandelen, hún aandelen, dan zijn ze daar door de splitsingswet volledig vrij in, zoals ze ook vrij zijn in besteding van de opbrengst. Het is een kwalijke zaak als juist Tweede Kamerleden het verschil tussen mijn en dijn niet blijken te kennen of simpelweg niet wensen te respecteren.

 

De verantwoordelijkheid de miljarden zinvol aan te wenden rust volledig op de schouders van de raads- en Statenleden, die net zo democratisch zijn gekozen als de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer. Die raads- en Statenleden moeten, omdat het om gigantische sommen publiek geld gaat, nog meer dan anders oog houden voor het algemeen belang. Dat vereist dus meer dan alleen partijdiscipline. Zaak is het om een breed gedragen visie voor de lange termijn te ontwikkelen, waarin als gemeente of provincie het vele geld te investeren.

 

Zoals menig grootaandeelhouder zich heeft laten adviseren, is het voor gemeente en provincie niet onverstandig kundige begeleiding in te schakelen. Loterijwinnaars krijgen vaak ook financieel advies van vermogensbeheerders, omdat de praktijk leert dat plotselinge rijkdom heel onwezenlijk maakt. Niets menselijks is de volksvertegenwoordiger vreemd.

 

Hans Bekkers

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie