‘Stop plaatjes draaien met overheidsgeld’
De OLON, koepelorganisatie van lokale omroepen wil de komende jaren het aantal publieke lokale omroepen uitdunnen naar 50 tot 100 en nieuwe omroepen vormen met een mix van vrijwilligers en professionals.
Veel lokale publieke omroepen ontstijgen amper het niveau van de plaatselijke etherpiraat. Koepelorganisatie OLON en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleiten voor schaalvergroting.
De OLON, koepelorganisatie van lokale omroepen wil de komende jaren het aantal publieke lokale omroepen uitdunnen naar 50 tot 100 en nieuwe omroepen vormen met een mix van vrijwilligers en professionals. Nu zijn het er nog 283, een derde daarvan kan nauwelijks het hoofd boven water houden.
Opschaling onvermijdelijk
De trend van opschaling is onstuitbaar, stelt Hans Disch, interim-directeur van OLON. Alleen in groter verband – OLON heeft een ‘verzorgingsgebied’ van tussen 100.000 en 500.000 inwoners voor ogen – kunnen de lokale omroepen hun bedrijfsvoering professionaliseren, de (journalistieke) inhoud van programma’s en berichtgeving verbeteren en multichannel werken.
De huidige publieke omroepen zijn volgens Disch te rigide georganiseerd volgens de bestuurlijke kaart van Nederland: ‘Je hebt landelijke, provinciale en gemeentelijke omroepen. Kijkend naar de provinciale omroepen moet je je voorstellen dat de leefwereld van de burgers in Roosendaal echt niks te maken heeft met die van Helmond, terwijl dat toch ook Brabant is.’
Verband decentralisaties en opschaling
Volgens Disch gaat het bij vernieuwing van het bestel niet primair om meer geld, maar vooral om beter organiseren en het delen van (technische) infrastructuur: ‘Alleen als lokale omroepen samenwerken in één streek, kan dat een lokaal toereikend media-aanbod opleveren op radio, tv en internet. Een beetje vergelijkbaar met de decentralisaties, waarbij een gemeente niet in zijn eentje de Wmo of de Jeugdzorg uitvoert, maar dat samen met anderen doet.’
‘De ontwikkeling naar streekomroepen raakt door de drie grote decentralisaties en de vorming van regionale organen als de omgevingsdiensten en veiligheidsregio’s in een stroomversnelling’, constateert Lydia Jongmans, senior beleidsmedewerker van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. ‘Steeds meer heerst het besef dat je een zekere schaal moet hebben, wil je professioneel iets kunnen aanbieden.’
Gemeentelijke bekostiging
Met de VNG heeft de OLON inmiddels een convenant gesloten, waarin zij samen de criteria voor een wettelijk verplicht ‘toereikend lokaal media-aanbod’ vaststellen, met dagelijks actueel nieuws op radio, tv en internet. De afspraken tussen OLON en VNG moeten ook een eind maken aan de vele lokale discussies over gemeentelijke bekostiging. ‘Als lokale omroepen slecht functioneren, vinden politici altijd dat die te veel geld kosten,’ weet Bosgra. ‘Maakt niet uit of het om vijfduizend euro subsidie gaat of om vijf ton. Maar afgezet per inwoner is de financiering het laagst van alle soorten publieke omroep; het gaat om dubbeltjes.’
‘Er zijn veel lokale omroepen die behalve amusement geen maatschappelijke meerwaarde hebben, maar wel bekostiging ontvangen van de overheid’, aldus Hans Disch. ‘Iedereen in onze sector die echt de ambitie onderschrijft van wat een publieke omroep zou moeten zijn, vindt dat daaraan een halt moet worden toegeroepen. Het is niet de bedoeling met overheidsgeld plaatjes te draaien voor tante Mien. Dat kan onderdeel zijn van het totale aanbod, maar journalistieke, onafhankelijke informatievoorziening moet de kern zijn.’
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nummer 17 van deze week.
Reacties: 24
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Toen kranten nog intensief berichtten over de lokale overheid, was er geen vraag, maar een vanzelfsprekendheid. Kranten hebben die mogelijkheden niet meer, hebben in veel gemeenten zodanige dekkingspercentages dat ze niet meer relevant zijn en het daardoor ontstane informatiegat wordt (nog) niet opgevuld door lokale omroepen en sociale media. Over dat probleem zou de discussie van het lokaal toereikend media-aanbod mijns inziens moeten gaan. Vraaggericht vanuit de behoeften van burgers en de wensen van overheden die graag betrokken en geïnformeerde burgers zouden willen zien. Zeggen ze. En uiteraard komt er op een moment de vraag: wat kost dat, en vooral: wie gaat het betalen ? Op voorhand meld ik maar vast dat democratie een duur systeem is.
Als iets niet werkt moet je er mee ophouden: geen geld meer insteken, niet langer aan een dood paard trekken. Als zelfs OLON zèlf en VNG dat constateren moet er niet meer in geïnvesteerd worden.
Dat OLON tòch wil investeren in een nieuwe amateuristische ramp komt omdat zij daar belangen bij heeft, net als VNG. Dat is niet het belang van de (lokale en regionale) gemeenschap, dat is unverfrohren eigenbelang.
Ik zeg: radikaal kappen met regionale en lokale omroepen.
We zouden dan alleen nog kunnen kijken kijken naar BN'ers die in het water springen, op een eiland zitten, over hindernissen glijden of op vakantie gaan.
Dan gelijk maar de gehele radio en TV afschaffen en alleen 'on demand' kwaliteit luisteren en kijken via het internet. Misschien is het dan toch niet zo'n gek idee.
Ik ben in Maastricht bevoorrecht met een drietal lokale en regionale omroepen. Zij voorzien mij van nieuws om de hoek van de voordeur dat ik nergens anders tref. In een participerende samenleving waar de burgers dichterbij de gemeente en haar medewerkers komen lijkt mij dat een prachtige en noodzakelijke service. Daarnaast wordt de lokale omroep steeds meer een drager van lesmateriaal en vorming in brede zin. Daarnaast geeft het een ontspannende kijk op de eigen leefgemeenschap welke cohesie en aanraakbaarheid bevordert. Ik zie duidelijk ruimte voor een publieke functie en lees in de diverse jaarverslagen een groeiende belangstelling. Veel succes dus.
De regionale worden al via het belastingsysteem door ons voorzien. .
Ik snap best dat burgers geïnformeerd moeten worden, maar moet dat nu persé via gesubsidieerde zenders? Ik vraag me af of je de mensen ook genoeg bereikt...
Dat terwijl de gemeente steeds meer taken krijgt, en de media de taak hebben om de politiek te controleren.
Om het plan van de OLON te laten slagen en nieuws dicht bij de burger te brengen, moeten we van het taboe af dat de provinciale omroep heilig is. Hef maar op, de leefomgeving van iemand uit Oss strekt zich niet uit tot Bergen op Zoom en iemand uit Den Helder maakt het niet zoveel uit of er bijvoorbeeld een cavia is ontsnapt in Hilversum.
Met vijftig regionale omroepen is de nieuwsvoorziening goed geborgd en voelt men zich verbonden met die omroep.
De vraag of een lokale omroep nodig is, kan volmondig met nee worden beantwoord.
Tot vandaag wist ik niet eens dat onze lokale omroep nog bestaat. Een snelle enquête onder mijn kennissen leerde mij dat ik niet de enige ben!
Natuurlijk heeft het een hoog 'wij van wc-eend adviseren wc-eend' gehalte wat ik schreef, daarom heb ik erbij gezet dat ik bij een lokale omroep werkzaam ben.
Ik vind, en dat schreef ik ook, dat het publieke omroepbestel zoals dat nu bestaat anders moet worden ingericht. We hebben de NPO in Hilversum en direct daaronder zouden de regionale omroepen nieuwe stijl moeten vallen. Mensen zijn geïnteresseerd in wat er om de hoek gebeurd en zijn benieuwd naar de resultaten van de lokale sportverenigingen.
Wij van de lokale omroep moeten de gemeenschap van dit soort informatie te voorzien. Ik doe dat op vrijwillige basis, maar om professionaliteit en continuïteit te waarborgen, zou elke organisatie daarvan af moeten willen. Dat kan dmv schaalvergroting, waarmee voorop moet staan dat de nieuwsvoorziening ook voor de kleinere gemeenschappen blijft bestaan.
Ik denk oprecht dat een lokale omroep noodzakelijk is voor de informatievoorziening over gemeentelijke zaken.
De twee regionale omroepen hebben nog enig bereik, maar één van de twee mist meestal het kwaliteitsniveau om de overheid kritisch te blijven volgen.
De meest lokale omroep in mijn omgeving is vooral goed in het doorplaatsen van (gemeentelijke) persberichten en weekendsport. Weinig bereik, weinig kwaliteit en weinig kritiek.
Op het grensgebied van twee grotere regionale collega's betwijfel ik of de lokale zender bestaansrecht heeft, zelfs als rampenzender.