Advertentie

Lokaal bestuur iets behulpzamer

Ruim zes van de tien gemeenten helpen burgers met een concreet welzijnsinitiatief op weg. De andere gemeenten helpen niet, of reageren zelfs helemaal niet.

30 september 2011

Ruim zes van de tien gemeenten helpen burgers met een concreet welzijnsinitiatief op weg. De andere gemeenten reageren wel, maar helpen niet, of reageren zelfs helemaal niet (19 procent).

Dat blijkt uit een onderzoek van drie politicologiestudenten van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Zij herhaalden een onderzoek dat in 2007 werd uitgevoerd door de Burgerlijke Raad voor het Regeringsbeleid, de zelfbenoemde ludieke tegenhanger van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

 

De studenten formuleerden de hypothese dat burgerinitiatieven in 2011 door gemeenten welwillender ontvangen worden dan in 2007, aangezien de overheid aandringt op zelfredzaamheid van burgers. Zo had het kabinet-Balkenende IV als motto ‘Samen leven, samen werken’ en het huidige kabinet-Rutte heeft ‘een kleinere overheid’ als speerpunt. In 2007 hielp 49 procent van de gemeenten een burger met een concreet welzijnsinitiatief, tegen 62 procent dit jaar. Ook is het aantal in het geheel niet-reagerende gemeenten afgenomen.

 

In 2007 reageerde 32 procent van de gemeenten niet, in 2011 daalde dat aantal naar 19 procent. Geconcludeerd mag dus worden dat burgerinitiatieven in 2011 in iets vruchtbaarder aarde vallen dan in 2007.

 

Voor het onderzoek stuurden de UvA-studenten naar alle gemeenten een e-mail van de fictieve Petra Brouwer. Zij heeft een knutselclub die kinderen en senioren een tijdsbesteding biedt op de woensdagmiddag. De club is zo’n groot succes dat het de gepensioneerde Petra, die de knutselclub in haar huiskamer organiseert, boven het hoofd groeit. Ze wil wel doorgaan met de club en heeft ook al concrete ideeën, maar wil van de gemeente weten hoe het geregeld is met voorzieningen als huisvesting, vervoer, en welke rechtsvorm de knutselclub moet kiezen.

 

‘Daarom informeer ik u over mijn plan, ik zie uit naar uw reactie en hoop dat u mij de komende tijd kunt helpen waar nodig’, eindigt de mail. De studenten inventariseerden vervolgens de reacties. ‘Of een reactie inhoudelijk voldoende scoorde, was vooral een gevoelsmatige, subjectieve toets’, zegt Jolanda Hovius, een van de drie studenten. ‘Hoe compleet en aanvullend is de informatie, noemt de ambtenaar concrete regelingen, en verwijst hij naar ondersteunende diensten en personen? Kortom: het is een inschatting van de vraag of Petra met de reactie een stap kan maken in haar ambitie met de knutselclub door te gaan.’

 

Een aantal gemeenten wil direct een afspraak maken met Petra om de mogelijkheden samen door te nemen. De behandelende ambtenaar van Culemborg bijvoorbeeld, stelt voor tijdens de volgende knutselmiddag langs te komen. Andere gemeenten zoals Ouderkerk en Heerenveen gaan gedetailleerd in op de concrete vragen die Petra in haar mail stelt. Weer andere gemeenten zijn juist heel summier in de beantwoording. Zij verwijzen bijvoorbeeld naar adressen in de gemeentegids (Kaag en Braassem) of volstaan met te zeggen dat Petra zich moet laten registreren bij de Kamer van Koophandel (Staphorst).

 

Gevraagd naar hoe een gemeente idealiter moet reageren op een vraag om hulp bij een welzijnsinitiatief, zegt Hovius dat een gemeente in ieder geval positief moet reageren op het feit dat een burger begaan is met zijn directe omgeving. Vervolgens moet er óf een afspraak worden gemaakt óf concreet worden doorverwezen naar instanties die verder kunnen helpen. ‘Doet een gemeente dat niet, dan zakt ze door de ondergrens.’  


Slecht in 2007, goed in 2011
De Marne reageerde in 2007 als volgt op het verzoek om informatie rond het fictieve initiatief van een burger om een eethuisje voor senioren, dat hij in zijn eigen woning bestierde, buitenshuis voort te zetten: ‘Er zijn verschillende initiatieven, ook vanuit de markt en als overheid gaan we niet regulerend optreden naar de markt toe. We wensen u veel succes met uw plannen.’

 

In 2011 reageerde De Marne als volgt op de knutselclub van Petra Brouwer: ‘Gemeente De Marne streeft ernaar om een regisserende gemeente te worden. Dit houdt onder andere in dat de gemeente ruimte biedt aan initiatieven van burgers en organisaties in het maatschappelijke veld, wanneer deze passen in de beleidsvisie van De Marne. Ook willen we zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande voorzieningen, en proberen koppelingen te maken daar waar mogelijk. In dit licht kunnen we u de volgende handreikingen geven om uw project uit te breiden.’

 

Meer informatie: Bekijk hier het hele onderzoek.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie