Kroniek van een mislukte verhuizing
Het was een dieptepunt in de relatie tussen Zeeland en het rijk. De mariniers kazerne kwam niet naar Vlissingen.

Het is lastig om fouten toe te geven, ook op overheidsniveau. Dat zorgde ervoor dat de komst van de marinierskazerne naar Vlissingen, die een boost had moeten zijn voor Zeeland, eindigde in een sof. Een speciaal adviseur kwam langs om de boel te lijmen. Hoe kijken de betrokkenen terug?
Lessen van de Zeeuwse kazerne-affaire
Het was een dieptepunt in de relatie tussen Zeeland en het rijk. De mariniers kazerne kwam niet naar Vlissingen, terwijl de provincie daar wel op rekende. Zeven jaar eerder was de afspraak gemaakt, en Zeeland was al volop bezig met de voorbereidingen. Zonder overleg was het ministerie van Defensie achter de schermen bezig met een alternatieve locatie. Financiële schade en verzuurde relaties waren het gevolg.
‘Onder onze neus voerden ze een geheime operatie uit om zich niet aan het contract te houden’, fulmineerde de Vlissingse burgemeester Bas van den Tillaar in maart 2020 in Binnenlands Bestuur. ‘Dit kabinet heeft het beeld gesanctioneerd dat je niet in zo’n tweederangs provincie moet zijn.’ De komst van de kazerne was al een goedmakertje in ruil voor de uit de provincie verdwenen rijksdiensten, en ineens besloot het rijk wat anders te doen. Terwijl keer op keer werd bevestigd dat men zich zou houden aan de afspraken uit 2012. ‘Het geschade vertrouwen is groot’, zei de Zeeuwse commissaris van de koning Han Polman. Daar ging de werkgelegenheid. En wat te denken van de imagoschade? Meerdere overheden stelden het rijk in gebreke, die krijgen een deel vergoed en er komen honderden miljoenen naar de provincie. Maar sommige dingen zijn niet met geld te repareren.
Hoe kon er zo’n gebrek aan open communicatie en eerlijkheid ontstaan? ‘Ook op rijksniveau zit je soms in zo’n modus dat je het goed wilt doen en concrete oplossingen wilt als er een probleem is’, zegt Polman, terugblikkend op het debacle van de kazerne. ‘Als er dan iets slecht loopt, als er een dilemma is, kan het lastig zijn om dat te vertellen. De werkelijkheid komt dan pas naar buiten wanneer de oplossing klaar is.’ Eerlijk zijn en op tijd fouten toegeven dus.
Het rijk moet eerlijk zijn over het gebrek aan lokale kennis. ‘Zeeland heeft sterke, maar ook zwakke punten’, gaat Polman verder. ‘Niet alleen wat betreft de inhoud, maar ook bestuurlijk. Je moet heel goed kijken waar de kracht zit en waar je rekening mee moet houden.’ Het rijk schiet hierin tekort. Soms is er onvoldoende belangstelling. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) stelde in het advies ‘Rol nemen, ruimte geven’ al vast ‘dat bij het rijk sprake is van te weinig inhoudelijke kennis over wat er speelt in de regio’s en te weinig blijk van intrinsieke belangstelling voor de zorgen en noden van de regio’s.’
Dezelfde uitkomst
Het is een bekend probleem, erkent staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken, CDA). ‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik het vaak heb gezien. In de afgelopen vier jaar, maar ook daarvoor, ben ik veel bezig geweest met grensoverschrijdende samenwerking. Heel vaak zag ik dat in Den Haag het beleid werd bedacht en dat er niet automatisch werd nagedacht over de regio. Heel simpel gezegd zit dat hem in de rekenmethodieken: wat in de regio gebeurt, is eigenlijk altijd minder rendabel en komt lager op lijstjes te staan. Het zijn telkens prikkels met dezelfde uitkomst.’
Iemand die de rijksoverheid met haar neus op de lokale feiten drukte, was speciaal adviseur Bernard Wientjes, die de boel moest lijmen. Hij was lokaal in Zeeland aanwezig en wist wat er speelde. ‘Hij was adviseur, maar kon ook tegenspreken’, zegt Knops. ‘Hij vroeg van plannen of ze wel echt iets bijdroegen. Zo’n oliemannetje in het veld met zo’n heel team eromheen – dat heeft een heel belangrijke rol gespeeld.’ Polman beaamt dat. ‘Hij kon ook richting Zeeland kritisch zijn en prikte zo door sommige voorstellen heen. Dat heb je nodig. Het is prettiger als een onafhankelijke dat doet in plaats van dat het rijk ergens gehakt van maakt. Tegelijkertijd moet die persoon ook kritisch kunnen zijn richting het rijk: “Dat zeg je nu wel, maar hoe ga je het doen?” Daar is een kritische buitenstaander voor nodig.’
Naar aanleiding van Wientjes’ advies over compensatie (in het rapport Wind in de zeilen) wordt er 650 miljoen euro in de regio gestoken, komt er een groot justitieel complex naar Zeeland, krijgt Vlissingen een Delta Kenniscentrum en komt er een snellere treinverbinding tussen Zeeland en Noord-Brabant en de Randstad. ‘Over tien jaar hadden er in Zeeland zo’n 1.800 mariniers kunnen werken en wonen en had Vlissingen, naast een trotse havenstad ook een bruisende mariniersstad kunnen zijn’, schreef Wientjes in het rapport. ‘Met het compensatiepakket is hier een minstens zo sterk perspectief voor teruggekomen.’
Mooi, maar het zou nog mooier zijn als zulke incidenten in de toekomst zouden kunnen worden voorkomen. Zeker omdat, zoals de staatssecretaris opmerkt, dergelijke samenwerking in de toekomst nog veel vaker zal voorkomen. Bijvoorbeeld bij de energietransitie, het woningtekort, de klimaatuitdagingen en de kansenongelijkheid in Nederland. ‘Allemaal grote zaken, en daarom hebben het rijk en de regio elkaar meer dan ooit nodig. Daar moet je afspraken over maken en dat kan alleen maar met vertrouwen.’
Lessen
Dat zijn alvast enkele lessen: op tijd fouten erkennen en zorgen voor vertrouwen. En lokale kennis. Een belangrijke les van deze affaire is volgens Polman dat die lokale kennis niet mogelijk is zonder dat de overheden in de regio nauw bij het proces betrokken blijven. ‘Ze moeten aan tafel zitten en geïnformeerd blijven. Zo zorg je dat de volksvertegenwoordigers meedoen.’ Want het gaat hier om de inwoners. ‘Ze trokken met bussen naar Den Haag om duidelijk te maken dat wat hier gebeurde, echt niet kon. De inwoners betrekken we er goed bij. Via alle overheden, om te zorgen dat wat we hebben afgesproken ook echt gebeurt. Nu groeit het vertrouwen weer, stap voor stap.’
Een centraal aanspreekpunt is belangrijk voor dat vertrouwen. ‘Er is toch verkokering door de verdeling in ministeries’, zegt Knops. ‘Maar je kunt het niet door een rietje bekijken. Door de coördinerende bevoegdheid bij één bewindspersoon te plaatsen, hebben we kunnen voorkomen dat Zeeland al die torens af moet lopen.’ Wind in de zeilen heeft volgens Knops en Polman die verkokering doorbroken. Het hele kabinet nam de verantwoordelijkheid voor een samenhangende oplossing, maar er was één coördinerend bewindspersoon aangesteld die het aanspreekpunt was voor het kabinet én de regio. Hiermee onderschrijft het kabinet het advies van de ROB om in het nieuwe regeerakkoord de grote opgaven duidelijk aan te wijzen en daar dan één minister verantwoordelijk voor te maken.
Waarom werd Knops eigenlijk de verantwoordelijke bij Wind in de zeilen, terwijl zo veel om Defensie draaide? ‘Er was natuurlijk sprake van een situatie met weinig vertrouwen. En Defensie had besloten dat ze niet naar Vlissingen zouden gaan. Dus werd er gezocht naar een plan B. Ik was in die tijd minister van Binnenlandse Zaken en de premier vroeg of ik dat wilde oppakken, vanwege mijn eerdere grensoverschrijdende samenwerking met Zeeland. Ik was al actief in die regio en er moet enig raakvlak zijn. Maar je moet ook het mandaat hebben, en daar zit het interessante, want normaal ligt de ministeriële verantwoordelijkheid bij de minister. Zeeland zei echter, en dat begrijp ik wel, dat ze een bestuurder aan tafel willen. Dus ik kreeg het mandaat van de ministerraad om namens alle departementen te kunnen spreken.’
Vertraging
De samenwerking heeft ook de neiging doorbroken van ministeries om zoveel mogelijk opties open te houden. Deze neiging beschermt bewindspersonen, omdat ze kunnen wachten met de beslissing, maar besluiten worden hierdoor laat genomen. Dat levert vertraging op en zet druk op de samenwerking. Wientjes begon juist bij de ministers, om te zorgen voor hun betrokkenheid, en ambtenaren vulden dat vervolgens in. ‘Zo kon een proces dat normaal jaren zou duren in drie of vier maanden worden afgerond’, zegt Knops. Bij de aankomende grote opgaven is ook vanaf het begin gezamenlijke bestuurlijke betrokkenheid nodig. ‘Zodra de urgentie afneemt en het op uitvoering aankomt, moeten bestuurders niet terugvallen op routines. Ook daarvoor is een centraal bestuurlijk aanspreekpunt namens het kabinet noodzakelijk.’
De aanwezigheid van Wientjes in Zeeland, ondersteund door rijks- en regioambtenaren, zorgde volgens de betrokkenen voor wederzijds begrip – zij waren er speciaal om de verkokering te bestrijden. En door niet te proberen de eigen oplossingen af te dwingen, maar te beginnen met de gedeelde belangen, konden ze uitkomen bij wat de ROB ‘de maatschappelijke meerwaarde’ noemt. Als voorbeeld noemen ze het Justitieel Complex Vlissingen: de regio had belang bij werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid zocht een locatie voor een rechtbank. Of het inmiddels in Vlissingen gevestigde Strategisch Kenniscentrum voor Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit. Polman: ‘Dit past goed bij de problemen waar de Zeeuwse havens tegenaan lopen.’
En de schade aan de imago’s? Het ‘imagoverlies dat Zeeland heeft geleden’ was volgens de Vlissingse burgemeester Van den Tillaar ‘onbetaalbaar’. Is dat nu allemaal weer goed? ‘Dat is de kort door de bocht’, zegt Van den Tillaar. ‘Het pakket moet nog gerealiseerd worden. Maar het is een goed pakket. Er wordt een fors bedrag geïnvesteerd en het leidt tot veel banen in de regio. Wientjes heeft ook bewust gezegd dat hij geen losse flodders wilde, maar een samenhangend geheel. We zien vanuit de stuurgroepen ook echt wel dat er resultaten worden geboekt: er zijn afspraken over nieuwe treinverbindingen en er is een concrete locatie voor het kenniscentrum.’
‘Toentertijd gaf ik aan dat het niet zo makkelijk rechtgezet zou kunnen worden. Ik merk echter wel dat het traject als een voorbeeld wordt gezien voor de samenwerking tussen rijk en regio. Terecht. De werkwijze haakt aan op de kenmerken van de regio, er was een aanspreekpunt in Wientjes, een coördinerend bewindspersoon in Knops, en het ging over de grenzen van ministeries en departementen heen. Het is een aanpak om vaker te gebruiken.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.