Integratie van statushouders: wat gaat goed, wat kan beter?
Update en tips voor gemeenten en werkgevers
Na de piek in 2015 is het aantal vluchtelingen en statushouders vorig jaar sterk afgenomen. Hun arbeidsparticipatie staat voor gemeenten, werkgevers én henzelf hoog op de prioriteitenlijst. Maar hun integratie heeft nog een lange weg te gaan, en hun positie op de arbeidsmarkt blijft kwetsbaar. Wat gaat er goed? En wat kan er beter? Adviseur Geert van Dijk zet het op een rijtje.
Goed: Gemeenten maken plannen
“Statushouders aan een baan helpen krijgt brede aandacht van gemeenten. Zij zien het grote belang van de verdere integratie van nieuwkomers en maken zich er hard voor. Waar hun focus eerst lag op het organiseren van huisvesting, zetten gemeenten zich nu vooral in voor een versnelde participatie van statushouders. Met het vinden van werk als sleutel tot succes. Hiervoor bedenken zij plannen en ontwikkelen zij beleid.”
Goed: Werkgevers dragen bij
“Verschillende sectoren – zoals de bouw, ICT, transport en installatietechniek – kampen met krapte op de arbeidsmarkt. Werkgevers uit deze bedrijfstakken staan open voor nieuw personeel en zijn bereid te investeren in statushouders. Dat dit kan slagen, laat het voorbeeld zien in Utrecht. Hier zijn ruim vijftig vluchtelingen gematcht met bedrijven, waarmee een mooie stap is gezet voor hun participatie op de arbeidsmarkt.”
Goed: Statushouders zijn gedreven
“Het gros van de statushouders blijkt erg gemotiveerd te zijn om te leren en te werken. Zij willen zo snel mogelijk een nieuw leven voor zichzelf en hun gezin opbouwen. Een opleiding en een baan zijn voor hen de juiste route hiernaartoe.”
Beter: Ken de statushouder
“Veel gemeenten, sociale diensten en werkbedrijven kennen hun ‘kaartenbak’ met werkzoekende statushouders onvoldoende. Ze weten weinig van de capaciteiten en competenties van deze groep. En de screening van de kaartenbak is niet op orde. Terwijl actuele, goede kennis van statushouders essentieel is voor hun arbeidsparticipatie.”
Beter: Werk met elkaar samen
“Bij inburgering, participatie en werk is een groot scala aan organisaties betrokken. De juiste verbinding tussen die partijen ontbreekt, waardoor er dingen dubbel worden gedaan. Wat we nodig hebben, is een doorlopend proces waarin de statushouder van begin tot eind wordt gevolgd en bijgestaan. En dat betekent: beter lokaal en regionaal samenwerken en nieuwe werkwijzen breed delen.”
Beter: Zorg voor maatwerkbegeleiding
“Sinds de Wet inburgering uit 2013 zijn statushouders zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Het blijkt een te forse opgave te zijn. Hierdoor kunnen gemeenten geen regie meer voeren en hebben zij moeite het overzicht te houden. De kwaliteit van de inburgeringstrajecten is onder de maat, statushouders vrezen de inburgeringstoets niet te halen en investeren daarom niet in extra taalscholing, en de begeleiding aan hen schiet tekort. Gerichte ondersteuning van gemeenten aan nieuwkomers is geboden. Met speciale aandacht voor taalverwerving, en dat het liefst in combinatie met leren en werken.”
Meer weten?
Dit zijn volgens Geert in een notendop de successen en verbeterpunten voor de integratie van statushouders. Ben je als gemeente of werkgever benieuwd naar de precieze ins en outs? Of wil je heel concreet aan de slag met de zaken die beter kunnen? Geert van Dijk en Laura Berger denken, onderzoeken en helpen graag mee.
Iedereen wil zo snel mogelijk aan het werk. Is er een register van bedrijven die open zijn voor werken met statushouders? Ik hoorde bijvoorbeeld gisteren dat Arcadis hier speciaal aandacht voor heeft.