Sociaal ondernemerschap op de agenda in Den Haag
Reden is o.a. de invoering van de Participatiewet in 2015 en afbouw van de sociale werkvoorziening.
KplusV participeert aan Haagse interviewronde
De minister van sociale zaken heeft de OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development ) gevraagd een ‘policy review’ te doen rond sociaal ondernemerschap in Nederland. De OECD is nu bezig met informatie verzamelen en spreekt daartoe met sociaal ondernemers, banken, investeerders, belangenorganisaties, gemeenten, provincies. Een van de interviewrondes was op 6 juni in Den Haag. KplusV is gevraagd om deel te nemen aan die interviewronde door haar ervaringen met (social) startups en scaleups en impact investeringen.Tijdens het gesprek van 6 juni kwam een heel breed scala aan thema’s aan de orde. In dit artikel enkele highlights.
Sociaal ondernemerschap is in opkomst om verschillende redenen. Er is een nieuwe generatie die het echt anders wil. Steeds meer Hogescholen en ROC’s hebben dan ook interesse in sociaal ondernemerschap. Want sociaal ondernemers bieden werk en mogelijkheden aan studenten. Een andere reden is de invoering van de Participatiewet in 2015 en de afbouw van de sociale werkvoorziening. Dat heeft budgettaire consequenties en nieuwe verantwoordelijkheden voor gemeenten. De uitwerking daarvan is anders in verschillende regio’s. Daarmee is de Nederlandse context van sociaal ondernemerschap ingewikkeld, maar ook verschillend in elke regio.
Dit verklaart ook deels dat er verschillende visies zijn op de vraag wat een sociaal ondernemer is. Een rechtsvorm is er niet in Nederland en vooralsnog lijkt daar ook geen politiek draagvlak voor. Fondsen en financiers hanteren veelal eigen criteria om te bepalen of een onderneming ‘sociaal’ is of niet. Gemeenten hanteren verschillende definities: Den Haag bijvoorbeeld richt zich op sociaal ondernemers die zich richten op een inclusieve arbeidsmarkt. Rotterdam kijkt wat breder. Tegelijkertijd zijn er gemeenten die geen onderscheid maken; alle ondernemers worden op eenzelfde manier bediend.
Verkokering van de gemeenteorganisatie maakt de dienstverlening richting (startende) sociaal ondernemers niet optimaal. Gelukkig zijn er ook heel wat goede voorbeelden die laten zien dat het anders kan. Zoals blijkt uit het kennisdossier van de G40.
We zijn er natuurlijk trots op dat we een bijdrage hebben kunnen leveren aan de policy review. Met de projecten die we doen willen we immers het verschil maken. Het bevorderen van sociaal ondernemerschap past daarbij: maatschappelijke problemen aanpakken op een ondernemende manier.
Meer weten?
Neem contact op met drs. Joost Clarenbeek, 06-27 08 55 17 / j.clarenbeek@kplusv.nl.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.