Advertentie

Kleine plaats zonder discriminatiebureau

Kleine gemeenten zien discriminatie vaak als een grootstedelijk probleem. Het aantal klachten blijft beperkt. ‘We hebben zo’n bureau niet nodig.’

30 januari 2009

Volgens Art.1-directeur De Heide ‘zijn er burgemeesters die zeggen dat discriminatie in hun gemeente niet voorkomt. Of ze zeggen dat de Wmo-ambtenaar maar wat beter moet opletten, of dat ze er zelf wel op afstappen als zich discriminatie voordoet.’

 

Een voorbeeld van die laatste categorie is volgens haar burgemeester Tjeerd van Bekkum van de Groningse gemeente Marum. ‘Het ligt genuanceerder’, reageert deze. ‘De gemeente krijgt onder de nieuwe wet de verantwoordelijkheid, dus wij vinden dat de gemeente dan ook zelf met haar eigen burgers in gesprek moet.’ Marum (10.000 inwoners) is de enige gemeente in de provincie Groningen die zich niet heeft aangesloten bij de gemeenschappelijke antidiscriminatievoorziening.

 

Van Bekkum (VVD): ‘Mensen die zich gediscrimineerd voelen, hebben vooral iemand nodig aan wie ze hun verhaal kwijt kunnen, en om te bezien hoe verder. Als er specifiekere deskundigheid ingeroepen moet worden, kunnen wij dat zelf ook wel doen. Daar hebben we zo’n bureau niet voor nodig. Er zijn in Nederland al zo veel stichtingen en belangenclubjes. En als de gemeente zelf in het geding is, kan een klager naar de Ombudsman. Bij ons hebben zich nog nooit klachten voorgedaan, en in de hele provincie Groningen sowieso maar heel weinig. Maar daar tuigen we dan dus wel weer een heel systeem voor op.'

 

Gering belang

 

Een soortgelijke visie spreekt uit een brief die het college van de Noord-Hollandse gemeente Waterland (17.000 inwoners) onlangs stuurde aan de raad. Het college toont zich bereid de rijksbijdrage voor discriminatiebestrijding door te sluizen naar het regionale bureau Zaanstreek- Waterland. Een aanvullende gemeentelijke subsidie vindt het college echter niet nodig. Tussen 2004 en 2007 hebben vijf inwoners van Waterland zich gemeld bij het regionale bureau en zijn er tien meldingen van discriminatie in de gemeente geregistreerd, betoogt het college van B en W.

 

Deze cijfers ‘staan niet in verhouding met het bedrag waarvoor subsidie gevraagd wordt. Het belang van het Bureau Discriminatie Zaanstreek-Waterland is voor de inwoners van de gemeente Waterland gering. De diversiteit in de gemeente is klein en men heeft in de gemeente weinig te maken met stedelijke problemen als discriminatie.’

 

Training intermediairs

 

Om het aantal meldingen van discriminatie op te krikken is er een training ontwikkeld voor vrijwilligers die ‘intermediair discriminatiemelding’ willen worden. De cursus ‘Melden helpt, help melden’ is ontwikkeld door ACB Kenniscentrum met drie Noord-Hollandse antidiscriminatiebureaus. Vertegenwoordigers van verenigingen, scholen en organisaties worden opgeleid om discriminatie te herkennen en de slachtoffers door te leiden naar een antidiscriminatiebureau. Ze krijgen uitleg over de wet, de bureaus en de rol van politie en openbaar ministerie.

 

Rénie van der Putte van ACB Kenniscentrum: ‘Mensen dienen vaak geen klacht in omdat ze de weg niet kennen, of omdat ze denken dat het toch niks oplevert. De intermediairs kunnen mensen stimuleren wel melding te doen en hen informeren hoe ze de klacht kunnen indienen. Het zijn geen behandelaars, maar verwijzers.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie