Kleine gemeenten morren over schaalvergroting
Burgemeesters en een enkele wethouder van kleine gemeenten roerden zich op het extra VNG-congres maandag in Amersfoort. ‘De VNG staat los van wat er in kleine gemeenten leeft’, aldus burgemeester Goedhart van Noordwijkerhout.
In een volgepakte Amersfoortse raadszaal verrichtte voorzitter Annemarie Jorritsma van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de aftrap in de discussie over de vraag of gemeenten dezelfde omvang kunnen houden wanneer hun takenpakket wordt uitgebreid. De VNG, zo werd duidelijk, wil graag dat gemeenten meer taken overnemen van het Rijk. Niemand verzette zich daartegen. Echter, de gemeente als eerste overheid die het dichtst bij de burger staat, moet daartoe worden versterkt. Het VNG-bestuur heeft het anders dan vroeger niet meer over een minimum aantal inwoners. O nder de noemer van ‘innovatie van het openbaar bestuur’ presenteerde Jorritsma drie scenario’s.
Scenario’s
Het eerste scenario: zonder ingrijpende wijzigingen afwachten hoe gemeenten van onderop voor samenwerking en fusie kiezen. Scenario twee: regio’s van samenwerkende gemeenten die zich ontwikkelen tot eerste overheid. Dit is vergelijkbaar met het scenario van de ambtelijke heroverwegingswerkgroep- Kalden die dan uitkomt op honderd tot 150 gemeenten.
Het derde scenario: de vorming van regiogemeenten. Volgens ‘Kalden’ draait dit uit op de reductie van de huidige 430 gemeenten tot dertig regiogemeenten. De Katwijkse burgemeester Jan Wienen: ‘We doen erg optimistisch over de financiële voordelen van een grotere schaal. Ik denk dat een grotere gemeente duurder is, minder controleerbaar en een meer ambtelijk bestuur kent. Als het gaat om efficiency is Katwijk efficiënter dan Rotterdam. Het belangrijkste voordeel van een grote schaal is dat de wethouder van Amsterdam gemakkelijker toegang tot de minister heeft dan de burgemeester van Katwijk.’
Burgemeester Gerrit Goedhart van Noordwijkerhout: ‘De VNG staat los van wat er in kleine gemeenten leeft.’ Wethouder Willy Wagenmans van Houten: ‘Wij denken door schaalvergroting het gevoel van vervreemding en ontheemding van burgers op te lossen.’
Burgemeester Melis van de Groep van Bunschoten: ‘Wanneer je als kleine gemeente presteert met weinig ambtenaren, moet het niet zo zijn dat je toch te horen krijgt: ga maar fuseren.’ Wethouder Peter Ketelaars van Boekel: ‘De gemeente is dé kop van de gemeenschap.’
Jorritsma, behalve VNG-voorzitter ook burgemeester van Almere, probeerde het gemor te bezweren. ‘We zeggen niet dat het lokaal bestuur wegmoet.’ Ze weigerde echter uitsluitend zoete broodjes te bakken: ‘De kleine gemeenten moeten de kop niet in het zand steken. Ik ga daarin niet mee. Lees alle verkiezingsprogramma’s er maar op na. Wat wij moeten doen is fuseren’, aldus Jorritsma.
Er was ook bijval voor de VNG-voorzitter, vooral uit de grote gemeenten die zich verzetten tegen de gedachte dat alleen kleine gemeenten oog hebben voor de burgers. Burgemeester Han Polman van Bergen op Zoom: ‘Wij kunnen met 70 duizend inwoners niet alle taken aan. We werken daarom in West-Brabant in regionaal verband samen, niet alleen strategisch maar ook voor beleid en uitvoering. Als gemeenten proberen wij onze gemeenschappen goed te faciliteren.’
Burgemeester Theo Weterings van Haarlemmermeer: ‘Wij zijn al een gemeente die het democratisch proces levend houdt in een kern als Hoofddorp met 70 duizend inwoners, maar ook in een dorp als Abbenes met vierhonderd inwoners.’ De VNG-voorzitter mocht daarna met instemming van alle congresgangers vaststellen dat de voorkeur uitgaat naar het tweede VNG-scenario van intensieve en verdergaande regionale samenwerking van gemeenten. Voor de huidige, geleidelijke weg van herindeling-van-onderop, met andere woorden alleen als gemeenten het zelf willen, werd door geen van de bestuurders gepleit.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Wellicht heeft deze discussie meer waarde als we proberen om een optimum te zoeken tussen afstand bestuur en burgers versus efficiente bedrijfsvoering. Laten we niet vergeten dat het eerste ook wat mag kosten, en waarschijnlijk ook heel veel oplevert, zonder dat dit goed kwantificeerbaar is. De gemeente als "eerste overheid" betekent ook een kleine afstand tussen burger en overheid, en niet alleen de laagste prijs voor een vergunning