Advertentie

Kiesraad billijkt raadsleden in stembureau

Raadsleden kunnen in de toekomst zitting nemen in de stembureaus, vindt de Kiesraad. Er is geen risico voor politieke beïnvloeding. De minister van Binnenlandse Zaken krijgt in een concept-wetsvoorstel meer grip op het verkiezingsproces.

14 november 2008

Raadsleden en kandidaat-raadsleden zouden voortaan geen zitting meer mogen nemen in de stembureaus, vinden de minister Ter Horst (PvdA) en staatssecretaris Bijleveld (CDA) van Binnenlandse Zaken. De onpartijdigheid van het verkiezingsproces kan daardoor vergroot worden. De Kiesraad is het daarmee oneens, blijkt uit zijn advies op het concept-wetsvoorstel Inrichting verkiezingsproces. Henk Kummeling, voorzitter van de Kiesraad en hoogleraar staatsrecht in Utrecht: ‘Het gaat te ver om raadsleden en kandidaat-raadsleden radicaal te verbieden zitting te nemen in de stembureaus. Er is geen duidelijk bewijs voor een te grote partijinvloed. Wij hebben geen aanwijzingen dat het leidt tot slechte verkiezingen. Daarnaast hebben gemeenten ook grote moeite voldoende mensen te vinden om de hele dag in zo’n stembureau te zitten.’

 

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de bewindslieden met dezelfde argumenten als de Kiesraad opgeroepen terug te komen op hun voornemen om (kandidaat- )raadsleden te weren uit de stembureaus. De gemeenten vinden het onbegrijpelijk dat Kamerleden wél zitting mogen nemen in de stembureaus.

 

Haagse greep

 

De Kiesraad adviseert de bewindslieden om het concept-wetsvoorstel te heroverwegen. Het meest fundamentele punt van kritiek is dat de minister van Binnenlandse Zaken een te grote greep krijgt op het gemeentelijke en landelijke verkiezingsproces. De onafhankelijkheid van het verkiezingsproces staat daarmee op het spel, vindt de Kiesraad. De minister van Binnenlandse Zaken kan straks burgemeesters aanwijzigingen geven over de uitvoering van de verkiezingen.

 

Kummeling: ‘In het verleden was dat ondenkbaar. Het kan betekenen dat de minister van een burgemeester gaat eisen hoe stembureaus worden ingericht, of er extra stemlokalen nodig zijn en of dat er opgetreden moet worden tegen bepaalde praktijken.’ De burgemeester legt nu nog aan de gemeenteraad verantwoording af over de verkiezingen, straks moet hij dat doen aan de minister. De minister kan verder de Tweede Kamer opdracht geven hoe die onderzoek moet doen naar het verloop van de Kamerverkiezingen. ‘Het is toch wel een merkwaardige constructie als de regering opdracht geeft aan de Kamer over hoe dat moet.’

 

De Kiesraad, die regering en parlement adviseert in uitvoeringstechnische zaken betreffende het kiesrecht en verkiezingen, stelt vast dat het concept-wetsvoorstel niet voldoet aan internationale normen van onafhankelijkheid. Niet een onafhankelijke organisatie, maar de minister wordt straks toezichthouder op de verkiezingen. ‘Een internationaal novum. We hebben een buitengewoon aardige en nette democratie. Vele buitenlanden leren dat je politici niet een te grote greep moet geven op het verkiezingsproces’, waarschuwt Kummeling. Dat is volgens de Kiesraad ook risicovol voor de minister zelf. ‘Nu ligt de verantwoordelijkheid op het decentrale niveau. Het risico is dat men zegt: alles wordt in Den Haag geregeld, laat ze daar dan maar zeggen hoe het moet. Zo loopt de minister het risico dat het als een boemerang terugkomt. Ze maakt zich verantwoordelijk voor het verkiezingsproces in tienduizend stembureaus.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie