Karel en Ehsan
Een van de meest verheffende gebeurtenissen van dit jaar is ongetwijfeld de verschijning van de eerste twee delen van het Verzameld Werk van de geleerde en essayist Karel van het Reve (1921–1999).
Van het Reve was, zoals bekend, hoogleraar Slavische letterkunde in Leiden, maar hij schreef niet alleen een Geschiedenis van de Russische literatuur, maar ook tal van polemische artikelen over uiteenlopende zaken als het geloof in Freud en in Darwin.
Belangrijker nog dan die onderwerpkeuze is de stijl waarin hij zijn stukken schreef. Van het Reve geldt terecht als een wonder van leesbaarheid. Hij schreef zo helder en eenvoudig dat iedereen warempel kon begrijpen wat hij bedoelde, en dat maakte hem voor vakgenoten vaak wat verdacht.
De kranten hebben het afgelopen weekeinde veel aandacht aan de publicatie van die eerste twee delen besteed. De zaterdagbijlage Letter & Geest van Trouw (geredigeerd door Elma Drayer, die ook bij de uitgave van Van het Reve’s Verzameld Werk betrokken is) deed dat onder andere door de herdruk van het betoog ‘Achterlijke artikelen’ dat Van het Reve in maart 1989 in het weekblad Elsevier publiceerde.
Daarin fileert Van het Reve op virtuoze wijze, aldus Elma Drayer, ‘de angsthazige reacties in Nederland op de fatwa die ayatollah Khomeini in februari 1989 had uitgesproken over de schrijver Salman Rushdie. Geen goed woord heeft hij over voor het “begrip” dat de westerse wereld toen al toonde voor de lange tenen van moslimgelovigen […] Wat Karel van het Reve’s bijdrage zou zijn geweest aan het hedendaagse “volkomen dolgedraaide” integratiedebat zullen wij nimmer weten. Maar wie dit betoog leest, hoeft daar niet héél lang naar te raden.’ Bijna twintig jaar later hebben wij ondertussen niet te maken met een serieuze roman (Rushdie’s De duivelsverzen), maar met twee filmpjes: die van Geert Wilders (Fitna) en van Ehsan Jami (Interview with Muhammed).
Wilders benut het kerstreces om zijn film op een tournee te promoten, rondom Ehsan Jami is het inmiddels alweer stil geworden. Jami (1985) werd nationaal bekend omdat hij in Nederland een comité voor ex-moslims oprichtte. Dat leidde tot conflicten met zijn partij, de PvdA, waarvoor hij in de gemeenteraad van Voorschoten zat. In zijn kritiek op de islam koos Jami, aanvankelijk aan de hand genomen door Wilders, voor de overtreffende trap. Mohammed was eerst een ‘crimineel’ en een ‘verschrikkelijke man’, later vergeleek hij hem met Hitler. In de film die Jami vorige week in Nieuwspoort heeft laten zien, is de toon geheel anders. Er valt heel veel negatiefs over die film te zeggen.
Artistiek gezien is de film volledig mislukt. Wat al die ‘internationale kunstenaars’ die volgens Jami bij de samenstelling van Interview betrokken zijn geweest, de afgelopen maanden hebben zitten doen, blijft onduidelijk. De humor is onbegrijpelijk. En Jami zelf is zo vaak in beeld dat de vermoedens over zijn narcisme er niet minder van worden. Vandaar dat de reacties tamelijk vernietigend waren. Moslimorganisaties spraken van een ‘krachteloos niemendalletje’. Anderen vergeleken de film met een protestantse catechisatie voor twaalfjarigen, ‘dat intellectuele niveau ongeveer’.
Maar kritiek op de ‘artistieke’ kwaliteit van films als Fitna, Interview en Submission is vaak een andere manier om te zeggen dat de makers ons land in gevaar brengen - niet degenen die er zo boos door worden dat ze om zich heen gaan slaan. Bovendien zit er één belangrijk element in Jami’s film: zijn poging om de oorspronkelijke boodschap van de Koran te verklaren vanuit de historische context waarin Mohammed optrad en waarin de Koran is ontstaan. Met die historische relativering zijn ook alle veranderingen in de christelijke traditie begonnen, om precies te zijn met onze landgenoot Erasmus die vijfhonderd jaar geleden ontdekte dat je de oorspronkelijke tekst van de Bijbel volgens de historisch-kritische methode moet lezen.
Als die hermeneutiek binnen de islam ingang vindt, geraken we een eind op de goede weg. Wie die film van Jami zo nog eens bekijkt, en deze kerstvakantie niet alleen benut om de prachtige Erasmus-tentoonstelling in het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen te bezoeken, maar ook de eerste twee delen van het Verzameld Werk van Karel van het Reve te gaan lezen, richt zich dus op activiteiten die onderling geheel logisch samenhangen en het jaar waardig afsluiten.
Correcties en aanvullingen, geplaatst in Binnenlands Bestuur 52
Bart Jan Spruyt schrijft in zijn opiniestuk met de kop ‘Karel en Ehsan’ (Binnenlands Bestuur 51) dat Ehsan Jani namens de PvdA in de gemeenteraad van Voorschoten zat. Dat klopt niet, hij zat namens de PvdA in de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg. Inmiddels vormt Ehsan Jani in de gemeenteraad van die gemeente een eenmansfractie
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.