Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Handjevol dubieus bezit terug

Tot op zeventig jaar na de bevrijding hebben gemeenten nog steeds ongewild Joodse roofkunst in hun musea hangen.

08 mei 2015
Joodse-roofkunst.jpg

Tot op zeventig jaar na de bevrijding hebben gemeenten nog steeds ongewild Joodse roofkunst in hun musea hangen. De afgelopen jaren zijn de meeste werken in kaart gebracht. Slechts een handvol stukken werd teruggeven aan de erven.

In de Rode Hoed in Amsterdam is het een drukte van belang. Het is 29 oktober 2013 en de Museumvereniging geeft er een persconferentie over geroofde Joodse kunstwerken uit de oorlogsjaren ’40-’45. Jarenlang deed de vereniging onderzoek naar omstreden werken in musea en archieven die onder gemeenten en provincies vallen. Nagenoeg alle instellingen werkten mee en na onderzoek is gebleken dat 139 stukken een dubieuze herkomst hebben. Ze werden ooit op veilingen gekocht door overheidsinstellingen, zonder dat zij wisten dat de nazi’s deze kunst in de oorlog van Joden hadden geroofd. In 2013 zijn alle gevonden werken op een speciale website gezet en vervolgens konden de erven ze claimen bij een restitutiecommissie, die over ieder geclaimd kunstwerk een finaal oordeel velt.

Ondanks alle media-aandacht, en die voor de website van de vereniging, bleek later dat er relatief weinig Joodse erven aanspraak hadden gemaakt. In januari 2015 berichtte de Joodse website Jonet. nl dat slechts acht van de 139 stukken waren geclaimd en dat er maar twee terecht waren gekomen bij de erfgenamen.

Volgens directeur Siebe Weide van de Museumvereniging gaat het echter om een tijdrovend proces. ‘Van bijna de helft van alle werken is er ten minste een aanwijzing waardoor we weten wie de oorspronkelijke eigenaar was. Bij de andere helft is dat onduidelijk. Hoewel het een ongoing story is en blijft, kan van de werken die sinds 2013 zijn geclaimd, toch een balans worden opgemaakt’ aldus Weide. In totaal zijn er twee stukken ‘afgerond’ en weer terug bij de nabestaanden van de oorspronkelijke eigenaren. Weide is een realist. ‘We hadden niet verwacht dat we deze lijst van 139 werken binnen anderhalf jaar zouden hebben schoongeveegd. Maar we hopen dat er nog veel bij de rechtmatige eigenaar terecht zullen komen.’

Dordrecht loopt voorop
Het – gemeentelijk − Dordrechts Museum deed mee aan het onderzoek. Tijdens het onderzoek werd hier een bijzondere ontdekking gedaan. ‘Een van onze schilderijen bleek een dubieuze herkomst te hebben. Het ging om Herderin met Kind van de Dordtse kunstenaar Jacob Cuyp uit 1627’, vertelt directeur Peter Schoon van het Dordrechts Museum. ‘In 2002 hebben we het voor 76.000 euro gekocht van een handelaar in Duitsland. Dat hebben we ter goeder trouw gedaan. We dachten: dit zit wel goed. Het was dus even schrikken toen in 2013 bekend werd dat het stuk in de oorlog was geroofd.’

Het doek was ooit eigendom van de Joodse kunstverzamelaar Jacques Hedeman uit Almelo. In de Tweede Wereldoorlog vluchtte hij naar Zwitserland. Voor zijn vlucht bracht hij het schilderij onder in een kluis van de Lippman-Rosenthal Bank in Amsterdam. Daar werd het gestolen en decennia later dook het bij de Duitse handelaar op. Schoon: ‘Wij willen als museum en gemeente een voorbeeldfunctie innemen, en vonden daarom dat er snel eerherstel moest plaatsvinden.’

Eigenhandig nam hij contact op met de erven van Hedeman. ‘Ze hadden al eens claims ingediend bij de restitutiecommissie. Ik heb de erven ontvangen in het museum en heb Rudi Ekkard, dé deskundige inzake Joodse roofkunst, gevraagd om het eerste gesprek voor te zitten. Dat was best emotioneel. Het verdriet van het verlies van de collectie was bij erven namelijk groot.’ Het schilderij werd vervolgens getaxeerd op een bedrag waarop hij niet wil ingaan.

Schoon: ‘Continu ben ik in gesprek geweest met de erven en heb ik hen betrokken bij de zaak. Dat werd zeer gewaardeerd.’ Vanaf het begin was het duidelijk dat de erven Hedeman het schilderij graag wilden behouden voor het Dordrechts Museum. ‘Uiteindelijk is er, na taxatie van het schilderij, een financiële regeling getroffen tussen de erven en ons museum. Zo blijft het stuk te zien voor het grote publiek. De erven en ik hebben er een goed gevoel aan overgehouden, onder meer omdat we zo open transparant naar elkaar zijn geweest. Maar voortaan kijken wij van het museum wel beter naar de herkomst van stukken.’

Ferdinand Bol
Gemeentearchivaris Joss Hopstaken uit Roosendaal kreeg ook te maken met een claim. Het ging om twee belangrijke doeken uit de 17de eeuw van Ferdinand Bol, die hangen in het Museum Tongerlohuys. ‘De stukken zijn eigendom van de gemeente. Ze zijn in 1949 op een waarde van 5.000 gulden per stuk gekocht van de erfgenamen van de lokale suikerfabrikant Veldkamp. Jarenlang hingen ze in gemeentelijke gebouwen totdat de gemeente ze in 2004 wilde veilen voor 60.000 euro per stuk. Maar vanwege de grote educatieve en culturele waarde van deze schilderen heeft de gemeenteraad toen bepaald dat ze in het Tongerlohuys moesten komen’, legt Hopstaken uit.

In 2012 werd duidelijk dat het mogelijk om roofkunst ging, omdat er in Roosendaal een brief van de erven op de mat viel. Eerder was weliswaar al begonnen met het onderzoek naar de herkomst van de collectie, maar aan een onderzoek naar de doeken van Ferdinand Bol waren de onderzoekers wegens tijdgebrek nog niet toegekomen. De ontdekking dat het om roofstukken ging was buitengewoon onaangenaam, zegt Hopstaken. Hij spreekt van ‘een gevoel van schrik en schaamte’.

Zonder enig vermoeden heeft de gemeente Roosendaal deze stukken al die jaren getoond. ‘Achteraf had de gemeente beter onderzoek moeten doen, want tijdens de oorlog was Veldkamp fout; hij had NSB-sympathieën en dat was in de regio alom bekend.’ Nadat het in 2012 duidelijk werd dat het mogelijk om geroofde kunst ging, besloot de gemeente dat de doeken moesten worden voorgelegd aan de restitutiecommissie.

‘In overleg met de wethouder Cultuur hebben we toen ingezet op teruggave van de stukken.’ Maandenlang zat de gemeentearchivaris in spanning totdat onlangs kwam het finale woord van de restitutiecommissie. Hopstaken: ‘De commissie heeft geoordeeld dat ze terug moeten naar de erven. Uiteraard respecteren wij dit volledig. Maar voor onze collectie is het een gevoelig verlies, onder andere omdat schoolkinderen uit onze regio door deze schilderijen altijd hebben kunnen leren over de Gouden Eeuw. Het is nu aan het gemeentebestuur om te bekijken of ze deze schilderijen willen terugkopen, als de erven daarmee zouden instemmen. Ikzelf kan daar verder niets over zeggen.’

‘Amsterdam hangt er vol mee’
De Amsterdamse cultuurwethouder Kajsa Ollongren (D66) is verantwoordelijk voor alle kunstwerken in bezit van de gemeente. Volgens kenners zou de hoofdstad ‘vol hangen’ met Joodse roofkunst, maar uit onderzoek van de Museumvereniging blijkt dat het om een kleine 25 stukken gaat. Inmiddels is daarvan één claim afgehandeld en loopt er nog één claim. ‘Dat gebeurt bij het Stedelijk Museum en daarover kan ik geen uitspraken doen’, zegt Ollongren.

In Amsterdam hebben het Stedelijk Museum, het Amsterdam Museum en het Stadsarchief werken uit de collectie van de gemeente in beheer. ‘Al in 2013 heeft het college van B&W besloten dat Amsterdam alle stukken, waarvan na uitspraak van de restitutiecommissie blijkt dat ze geroofd zijn, zullen worden teruggeven aan de rechtmatige erfgenamen. Wij zijn vastbesloten om ons daaraan te houden.’

Wat doet het Joodse roofkunstdossier met Ollongren persoonlijk? ‘Als je de verhalen achter de werken uit het onderzoek leest, of de tentoonstelling Stedelijk in de oorlog in het Stedelijk Museum bezoekt, wordt het pijnlijk duidelijk welke schrijnende verhalen en familiegeschiedenissen erachter liggen. Mede daarom wil ik al deze gevallen behandelen met alle openheid en respect voor het leed van de nabestaanden. We willen in alle transparantie de ontbrekende puzzelstukken over de herkomst van de gemeentelijke collectie met de musea boven water krijgen. Dat kunnen we het beste doen door zoveel mogelijk openheid te geven, door de resultaten van het onderzoek bijvoorbeeld te publiceren en waar mogelijk de erven actief door de musea te laten benaderen.’

Ook de tentoonstelling over WO II, die momenteel in het Stedelijk te zien is, kan volgens haar meer informatie opleveren. Ze wil nog niet zeggen of de gemeente Amsterdam bereid is om teruggegeven werken ‘terug te kopen’. Onlangs werd bekend dat het Amsterdam Museum een geroofd schilderij zal teruggeven aan de Joodse erfgenamen, dat sinds 1955 in het museum hing – een portret van Joan Huydecoper uit 1656. Wil de gemeente Amsterdam dit stuk terugkopen? Ollongren: ‘Dit is nu niet aan de orde. Het museum zal eerst zorg dragen voor de uitvoering van de restitutie van het schilderij. Ikzelf en het college staan daar volledig achter.’

70 jaar bevrijding
Voor directeur Siebe Weide van de Museumvereniging gaat het werk door. ‘We hebben nog onderzoeken lopen en er zijn nog musea en gemeentelijke instellingen die onderdelen uit hun collectie moeten aanleveren. De site zal worden aangepast zodra dit rond is’, vertelt hij. De aandacht voor 70 jaar bevrijding kan er toe bijdragen dat er meer belangstelling komt voor deze omstreden kunstwerken. ‘De oorlog is ver weg en het kan zijn dat erven al overleden zijn of het gewoonweg niet meer weten. We moeten uitgaan van de kennis van nu. Mogelijk zijn er nog archieven die meer kennis over onbekende geroofde werken bevatten. En een aantal archieven wordt nog gedigitaliseerd. Dat levert hopelijk meer resultaten op totdat alle gestolen stukken terug zijn bij de oorspronkelijke eigenaren.’


Restitutiecommissie
Na 1945 kwamen geroofde kunststukken vaak via veilingen in handen van nieuwe eigenaren, die veelal geen weet hadden van de beladen herkomst. De Nederlandse staat wist in de jaren vijftig slechts een aantal werken bij de erven van de oorspronkelijke eigenaren te brengen. Pas in de jaren negentig nam de belangstelling naar roofkunst weer toe. In 2001 werd de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog (lees: de Restitutiecommissie) ingesteld. Momenteel staat deze onafhankelijke instelling onder leiding van oud-opperrechter Willibrord Davids – bekend van de onderzoekscommissie rond de Irak-oorlog. De uitspraken van de restitutiecommissie over het toewijzen van roofkunst zijn bindend.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie