IPO: één bevoegd gezag
Provincies moeten bij grootschalige gebiedsontwikkeling worden aangewezen als bevoegd gezag. In het uiterste geval moeten provincies kunnen ingrijpen in de omgevingsvergunning van een bedrijf onder gemeentelijk toezicht, vindt provinciekoepel IPO.
Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu, VVD) heeft aangekondigd deze kabinetsperiode met voorstellen te komen om het omgevingsrecht te vereenvoudigen. Vooruitlopend hierop, heeft het Inter Provinciaal Overleg (IPO) laten onderzoeken wat tegen deze achtergrond de rol van provincies kan zijn bij gebiedsontwikkeling.
Volgens de provinciekoepel moet wettelijk worden vastgelegd dat er bij (boven)regionale gebiedsontwikkeling één bevoegd gezag is. Dit kan de provincie zijn, maar ook een stadsregio of een gemeente. Als de gebiedsontwikkeling op grond van de Wet ruimtelijke ordening is aangemerkt als ‘provinciaal belang’, moet de provincie kunnen bepalen welke instantie optreedt als bevoegd gezag, vindt het IPO.
Met het aanwijzen van de provincie als bevoegd gezag, zoekt de provinciekoepel aansluiting bij de Crisisen herstelwet. ‘Eén bevoegd gezag van de provincie geeft helderheid over de regie en het bestuurlijk trekkerschap. Zo’n formalisering is belangrijk, omdat in het verleden regelmatig discussie plaatsvond welke overheidslaag nu wel of niet de regierol moet (of mag) hebben’, staat in het rapport dat aan het IPO-standpunt ten grondslag ligt.
Een woordvoerder van het IPO wijst op problemen bij ontwikkelingen rond het Noordzeekanaalgebied: ‘In een groot deel van Zaanstad worden de mogelijkheden voor woningbouw geblokkeerd door de milieuzonering van gevestigde bedrijven ten zuiden van het kanaal. Dan zou je desnoods in bestaande vergunningen moeten kunnen ingrijpen. Het gaat er om dat je de zaak als overheid effectief in beweging krijgt.’
Samenhang
Het IPO pleit er eveneens voor milieueisen en ruimtelijke wensen in samenhang te beoordelen. Hiertoe zou de Wet ruimtelijke ordening moeten worden aangepast. Op die manier moet worden geregeld dat ‘gemotiveerd’ van milieunormen kan worden afgeweken, aldus de provinciekoepel. ‘Als te strikt wordt gestuurd op milieubeleid, kom je niet verder’, zegt de IPO-woordvoerder. ‘Vaak zijn we nu elkaars gevangene. De hele boel kan worden geblokkeerd of opgehouden door één enkele vergunning, of juist het ontbreken daarvan. Er is geen enkele flexibiliteit ingebouwd om bijvoorbeeld te kijken naar de omgevingskwaliteit in een gebied als geheel.’
Volgens het IPO zijn geen nieuwe wetten nodig, maar kan worden volstaan met aanpassing van bestaande wetten. De provinciekoepel is er voorstander van om de methodiek van de commissie-Elverding (Sneller en Beter) breed toe te passen. Bij deze aanpak wordt vanuit diverse varianten ‘getrechterd’ naar één voorkeursmodel. Tegelijkertijd worden dan een tijdsplanning en concrete bestuurlijke afspraken gemaakt. Dit moet verwarring in een later stadium voorkomen.
De websites van al die provinciale gebieds ontwikkelingen geven informatie van jaren geleden; ze zitten er dus ook niet bovenop. Laat dit aub over aan de gemeenten, die zijn veel beter en professioneler in dit werk!