Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Ik wil geen sheriff zijn’

De burgemeester deelt in de strijd tegen ondermijning straffen uit; soms de enige en veelal de zwaarste. ‘Dat is principieel onjuist’, zegt burgemeester van Tiel Hans Beenakker. ‘Niet alleen omdat het indruist tegen de trias politica, maar ook omdat de rol van burgervader erdoor in het gedrang komt.’

22 maart 2019
sheriff.jpg

Bestuurlijke aanpak loopt uit de hand

In de nacht van 6 op 7 februari gooien criminelen brandbommen naar binnen bij een slapend gezin in de Burgemeester Van Altenastraat in Tiel. De begane grond staat in vuur en vlam. Gelukkig is er een balkon aan de achterzijde van de woning waardoor ze bij de buren kunnen komen. ‘Het moet een nachtmerrie zijn geweest’, zegt een politieagente op de Twitteraccount van de politie in Tiel. Er is een Opsporing Verzocht aan de aanslag gewijd en er is een mobiele camera in de straat gezet, maar de daders zijn (nog) niet gepakt.

‘De politie onderzoekt verschillende scenario’s; één daarvan is de relatie met zijn werk bij de gemeente’, zegt de burgemeester van Tiel Hans Beenakker (52). Het is niet verwonderlijk dat bestuurders en ambtenaren het doelwit zijn van criminelen, meent Beenakker (VVD). ‘Zij staan namelijk in de frontline bij de bestrijding van de ondermijnende criminaliteit en zijn het gezicht van de zware sancties die worden uitgedeeld. De aanpak van ondermijning is daarmee scheefgegroeid’, zegt hij. En dat is niet zoals het hoort, vindt Beenakker. ‘We kennen in dit land de trias politica – de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Ik ben als burgemeester eigenlijk de uitvoerende macht, maar ik word steeds meer de rechterlijke macht.

Dat is principieel onjuist. Je hebt niet voor niets de rechter die zorgvuldig toetst of iets door de beugel kan. Maar in de praktijk ben ik degene die de straf uitdeelt en regelmatig ook nog eens de strengste straf. Dat vind ik echt verkeerd. Burgemeesters zouden dat niet moeten willen, maar de rechterlijke macht zou ook niet moeten willen dat een lokaal bestuurder dat doet. De bestuurlijke aanpak van de georganiseerde misdaad moet in balans zijn met de strafrechtelijke. De politie en de officier van justitie in onze gezagsdriehoek De Waarden denken er ook zo over’, aldus Beenakker.

Zwaarste straffen
Welke bestuurlijke maatregelen nemen burgemeesters zoal in de strijd tegen de (drugs)ondermijning? Ze sluiten panden, trekken vergunningen in en leggen een last onder bestuursdwang op. Hoelang een woning dicht blijft of een cafébaas zijn deuren gesloten moet houden, is aan de burgemeester, die daarover advies krijgt van zijn juridische medewerker(s). Burgemeester en plaatsvervangend voorzitter van de Veiligheidsregio Gelderland- Zuid en voorzitter van de stuurgroep Veiligheidshuizen in Gelderland-Zuid Beenakker: ‘Het is heel raar dat ik een woning sluit en dat de rechter de bewoner vervolgens een taakstraf geeft. Wat is er ingrijpender dan iemand met zijn gezin op straat zetten? Ik kan mij voorstellen dat zo’n man denkt: in Nederland deelt de rechter toch de straffen uit? Hoe haalt die Beenakker het in zijn hoofd om mij uit mijn huis te zetten?’

‘s Lands burgemeesters gaan er prat op dat ze ‘doorpakken’ in de strijd tegen de ondermijnende criminaliteit, en dan zegt de burgemeester van het Gelderse Tiel het principieel onjuist te vinden dat burgemeesters de (zwaarste) straffen uitdelen. ‘De burgemeester heeft zeker een rol in de aanpak van ondermijning. Ik ben niet bang om iets te doen; ik heb hier de afgelopen jaren talloze woningen en bedrijfspanden gesloten en ik ben ook bedreigd’, reageert Beenakker. ‘Ik pleit er ook niet voor dat de burgemeester niets doet, mijn pleidooi is dat de burgemeester en de strafrechtketen gezamenlijk optrekken.

De burgemeester neemt nu eigenstandig beslissingen die hij in het kader van de deling van de staatsmachten niet behoort te nemen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: niet de burgemeester sluit een pand, maar dat doet de gezagsdriehoek, dus OM, politie én burgemeester – gezamenlijk.’ Beenakkers pleidooi sluit aan bij het in januari van dit jaar gepubliceerde onderzoek Bestuurlijke bevoegdheden, politie en de lokale aanpak van onveiligheid van Politie & Wetenschap, waarin wordt gepleit voor het ‘verkleinen van de afstand (tussen de gemeente en de politie) en bevordering van de samenwerking’, want nu legt de politie ‘de verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke aanpak volledig bij gemeenten’.

De onderzoekers schrijven in het rapport dat veel politiemensen van de bestuurlijke aanpak verwachten dat criminelen zo harder kunnen worden aangepakt. ‘De bestuurlijke aanpak levert in de ogen van veel politiemensen snelle en zichtbare interventies op die kunnen dienen als alternatief voor het ervaren falen van het strafrecht.’ Beenakker formuleert het zo: ‘Als ik zeg: “Ik sluit die woning niet”, dan wordt die woning in de praktijk niet gesloten. Het OM en de rechter pakken een zaak niet altijd op door capaciteitsgebrek. Ik pleit er daarom voor om de strafrechtketen te versterken in plaats van deze uit te hollen.’

Ambtenaar in frontlinie
Er is niets mis met het idee achter de bestuurlijke aanpak om snel te kunnen ingrijpen bij gevaar en om de openbare orde te kunnen handhaven, stelt Beenakker. Bij brandgevaar door een hennepplantage kan de burgemeester meteen ingrijpen.

‘Heel goed’, zegt hij, ‘en als de openbare orde in het geding is, snapt iedereen ook dat je ingrijpt. Als het nodig is, onderneem ik actie. Maar wat nu als er geen direct gevaar is en de openbare orde is ook niet in het geding? Ik kan op grond van de Opiumwet een woning sluiten als er drie zakken wiet in de gang staan. Is dat een openbare ordeprobleem? Nee. Is er gevaar? Nee. Ik ga daar kritischer naar kijken. Dan wacht ik af wat de rechter doet, want lokaal heeft het voor mij geen impact.’

Wat ook zou moeten verbeteren, is de snelheid waarmee zaken door de strafrechtketen gaan, vindt de burgemeester van Tiel. ‘Zoals je snelrecht hebt bij voetbalgeweld, zo zou je dat ook kunnen hebben bij ondermijning. Ik snap dat het om complexe zaken gaat en dat het risico bestaat dat het OM geen zaak heeft, maar het is wel raar dat ik dan wél iets moet doen. Moet mijn besluit dan niet goed onderbouwd zijn? Je zou een snelle rechterlijke toetsing van een bestuurlijke maatregel kunnen introduceren.’ De rechter kan hem kort daarna grondig en definitief toetsen. ‘Dan heb je een mooie keten’, zegt Beenakker. ‘Mijnheer Jansen heeft softdrugs in huis, hij wordt aangepakt door de gezagsdriehoek en de rechter toetst. Dat is veel logischer dan een burgemeester die nu een brief stuurt, waarna mijnheer Jansen lang niets van het OM hoort, maar al wel drie maanden met zijn gezin uit zijn woning is.’

Wat ook gebeurt, stelt Beenakker, ‘is dat de rechter rekening houdt met de straf ik heb opgelegd. Dat is niet wenselijk, want de burgemeester en de ambtenaren zijn daarmee het gezicht van de straf.’ De principiële bezwaren tegen de inzet van bestuurlijke maatregelen in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit, zouden in alle rust in academische kring tegen het licht gehouden kunnen worden, ware het niet dat de straffende rol van gemeenten grote consequenties heeft. Burgemeesters worden bedreigd, auto’s vliegen in de fik, wethouders moeten onderduiken en ambtenaren worden bedreigd. Het houdt niet op.

Beenakker: ‘Je plaatst bestuurders en ambtenaren in de frontlinie, maar hebben zij voldoende dekking vanuit de strafrechtketen? De minister regelt de beveiliging van bedreigde bestuurders, maar daarmee los je aan de voorkant niets op. Ik ben als burgemeester niet anoniem en dat zijn ambtenaren ook niet. Wij zijn bekend, de rechter en de officier van justitie dragen een toga. Zij zijn anoniem. Ik kom overal en wil gekend worden, maar ik ben ook het gezicht van de zwaarste straf.’

Zijn rol als crimefighter verdraagt zich moeilijk met zijn rol als burgervader, zegt Beenakker. ‘Ik ben een benoemde burgemeester met heel veel rollen. Wat doe je met een gezin met kinderen dat jijzelf op straat hebt gezet als ze om huisvesting komen vragen? Als je een burgemeester bent die onder de mensen komt, dan ontmoet je in de winkelstraat of in de supermarkt de mensen tegen wie je maatregelen hebt genomen. We willen toch dat de burgemeester een verbinder en een netwerker is? Hoe verhoudt zich dat tot de rol van crimefighter? Of zeggen we: we benoemen lokale sheriffs en we laten de burgervaderrol los. Er is een visie nodig op de gewenste balans tussen rollen en bevoegdheden.’

Vloeken
Het bevreemdt Beenakker dat Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid niet met die visie komen. Of het moet de visie zijn dat alles dik in orde is. ‘Het lijkt erop’, zegt de burgemeester van Tiel, ‘want nu stapelen ze de ene bevoegdheid op de andere. Ik moet eerlijk zijn: daartoe aangemoedigd door burgemeesters. We lijken blind voor de consequenties van die nieuwe bevoegdheden waarmee de burgemeester op de stoel van de rechter gaat zitten. En dan bedoel ik niet alleen de bedreigingen, maar ook de andere rollen van de burgemeester. Het is prachtig werk, maar dan wel werk waarbij de burgervader het niet verliest van de straffende burgemeester. Ik wil namelijk geen sheriff zijn.’

Het is overigens wel de bedoeling dat Beenakker naar aanleiding van de aanslag op de juridisch medewerker met de minister van Binnenlandse Zaken gaat praten. De schaduwkant van het sheriffschap zal ook ter sprake komen in het overleg van de gemeenten in Gelderland-Zuid.

Misschien dat de burgemeester van Tiel een gevoelig oor vindt bij zijn collega’s in de veiligheidsregio, maar hoe reageren zijn collega’s in Brabant, die iedere week wel een wietplantage ruimen en om de haverklap drugspanden sluiten? Hoe meer bevoegdheden hoe beter. ‘Voor een deel van mijn collega’s vloek ik vast in de kerk’, denkt Beenakker, ‘maar ik merk dat veel collega’s die het eerst fijn vonden om met nieuwe bevoegdheden snel en stevig te kunnen ingrijpen, daarop terugkomen. Zij kijken achterom en zien ook dat ze alleen staan. De bestuurlijke aanpak is doorgeschoten. We hollen de strafrechtketen uit door de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit te omarmen.’


CV
Hans Beenakker (Ede, 1966) studeerde agrarische economie aan de Landbouwhogeschool in Wageningen. Van 1990 tot 1999 vervulde hij verschillende beleidsfuncties, onder meer bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Voor zijn burgemeesterschap was Beenakker van 1999 tot 2002 wethouder en locoburgemeester in Voorburg. Toen Voorburg opging in de nieuwe gemeente Leidschendam-Voorburg, was hij tot 2004 wederom wethouder van verkeer en economische zaken. Op 16 september 2004 werd hij burgemeester in Asten. Sinds 9 januari 2012 is Beenakker burgemeester van de Gelderse gemeente Tiel. Daarnaast is hij voorzitter van de gezagsdriehoek De Waarden, plaatsvervangend voorzitter van de Veiligheidsregio Gelderland- Zuid en voorzitter van de stuurgroep Veiligheidshuizen in Gelderland-Zuid. Hans Beenakker is lid van de VVD.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie