IJdele Florence Nightingale
Vrijwel overal in het land zijn de nieuwe colleges van B en W geïnstalleerd. De meeste wethouders zijn nieuw, zo is gebleken uit onderzoek van Binnenlands Bestuur. Dat ruim 360 van de 394 nieuwe colleges één of meer nieuwe wethouders telt, schept verwachtingen.
De belangrijkste sleutelwoorden: transparanter besturen en beter luisteren naar de burger. Er is geen wethouder die dat soort beloften tegenspreekt, ook al weet hij (minder dan 20 procent is vrouw) dat uiteindelijk niet iedere burger tevreden kan worden gesteld. Compromissen zijn niet mogelijk zonder handjeklap. Maar de wethouder wil maar al te graag op het pluche.
De begeerte wethouder te worden, won het in de afgelopen maanden ook van de vraag of er door de gemeenteraad(sfracties) wel realistische eisen worden gesteld. Slechts een enkele wethouder zag van een kandidatuur af omdat hij met een onmogelijke portefeuille opgezadeld dreigde te worden.
Een forse groep wethouders slikte zonder morren dat het wethouderschap in deeltijd, variërend van 1,5 tot 4 dagen per week, moet worden vervuld, met het oog op de bezuinigingen. Vrijwel achteloos wordt er kennis van genomen dat zelfs ministers - qua intensiteit verschilt die functie niet van het wethoudersambt - bedanken voor een nieuwe periode. Iedere wethouder weet dat het werk nooit in deeltijd kan.
Dat er desondanks op grote schaal akkoord is gegaan met deeltijdbenoemingen is nobel, maar doet afbreuk aan het ambt. Alleen de Arnhemse inmiddels exwethouder Bart van Eethen verzette zich terecht publiekelijk tegen de uitholling van de wethoudersfunctie. Hij kreeg wonderlijk genoeg zelfs geen bijval van zijn eigen partij GroenLinks. De Wethoudersvereniging, die de belangen behartigt van de wethouders, zweeg.
De pech was misschien dat de voorzitter (Paul Depla, ex-wethouder in Nijmegen, hij werd na de raadsverkiezingen benoemd tot burgemeester van Heerlen) net weg was en dat het voor de overige bestuursleden hoogst ongewis was of zij als wethouder zouden terugkeren. Van een vereniging die de professionalisering van het wethoudersambt nastreeft, had een meer professionele houding en organisatie gepast om actief voor de wethouder op te komen. Daar valt voor een nieuw bestuur winst te halen. Zo resteert het beeld dat wethouders hun kandidatuur en benoeming aanvaarden vanuit een combinatie van ijdelheid en een soort Florence Nightinghale-houding: je kunt niet weigeren als je echt wat kunt betekenen voor stad of dorp.
Wie ziet dat de colleges breder zijn geworden (meer partijen, meer wethouders, dus meer overleg) en dat ook nieuwe wethouders onmogelijk ontkomen aan forse bezuinigingen, beseft dat het afbreukrisico aanzienlijk is. Nieuwe wethouders moeten niet denken dat zij daarvan gevrijwaard blijven. Zelfs al zetten zij zich meer dan dubbel in voor wat is afgesproken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.