Ideaal vakantieboek
Als U nog op vakantie gaat en U afvraagt welk boek U eens in Uw koffer zult stoppen, dan heb ik een tip voor U: neem Het rode paard mee, een vuistdikke, politieke roman van de Italiaanse schrijver Eugenio Corti. Het boek dateert uit 1983 en is onlangs voor het eerst in het Nederlands vertaald. Corti is in 1921 geboren en leeft nog steeds. Zijn boek is een boek over liefde, geloof en hoop.
Het is een meeslepend boek over een paar jongens uit een Noord-Italiaans dorpje (Nomana heet het in het boek, in werkelijkheid heet het Besana), die in mei 1940 worden opgeroepen om in het Italiaanse leger in Rusland te vechten. Gruwelijk zijn hun ervaringen daar: de chaos, de kou, de grote verliezen, gevangenschap en kannibalisme, de dood. Sommigen van hen sneuvelen, de anderen overleven deze hel. Ze keren terug naar Italië en vechten samen met de geallieerden om hun land te bevrijden. Ze trouwen en nemen hun leven weer op, als directeur van een fabriek of als schrijver, en worden politiek actief in de strijd tegen het communisme in eigen land. In het jaar waarin Italië 150 jaar bestaat, laat het boek van Corti zich ook lezen als een prachtig tijdsbeeld van Italië in de periode vanaf 1940 tot halverwege de jaren zeventig.
Een waarschuwing vooraf: het boek telt 1372 bladzijden, en doet daarmee denken – evenals via het beschreven onderwerp – aan de grote boeken van Leo Tolstoi en Aleksander Solzjenitsyn. Maar het boek leest als de spreekwoordelijke trein. Dat komt door de korte hoofdstukjes, en omdat de tekst van Corti, alhoewel ontegenzeggelijk van literair niveau, niet zo ‘zwaar’ is als de boeken van Tolstoi of Solzjenitsyn. Je kunt het boek wegleggen en je lectuur enige tijd later hervatten zonder dat je er ‘weer even in moet komen’. Het aantal personages is overzichtelijk, de verhaallijn verloopt strikt chronologisch. Er worden weinig literaire kunstgrepen uitgehaald. Het is wat dat betreft, kortom, een ideaal vakantieboek: een goed verhaal, aanstekelijk verteld, met een duidelijke boodschap. Ik heb het de afgelopen weken op mijn vakantieadres gelezen, en betrapte me erop dat ik aan het einde steeds langzamer ging lezen en het boek meer weglegde dan nodig was. Omdat ik opzag tegen het moment waarop ik het uit zou hebben.
Nog een waarschuwing: de auteur is een christendemocraat. Dat steekt hij niet onder stoelen of banken. En daar moet je natuurlijk tegen kunnen. Een van de personages, Michele Tintori, kiest vrijwillig voor de veldtocht in Rusland omdat hij wel eens wil zien hoe een land het ervan afbrengt dat bewust ervoor gekozen heeft om af te rekenen met religie als opium van het volk. Wanneer communistische partizanen later hun aandeel leveren in de bevrijding van Italië en een politieke rol voor zichzelf opeisen, ziet Michele het als zijn taak om in publicaties voor het communisme te waarschuwen. Maar ook Italië verandert. De culturele elite houdt liever extreem-links te vriend, en vormt daar zelfs een integraal onderdeel van, dan dat het de beproefde grondslagen van de Italiaanse samenleving en rechtsstaat koestert. Er is niet zo heel veel ruimte voor Michele, en dat gold in werkelijkheid ook voor Corti. Zijn boek is als Geheimtipp zo’n 400.000 keer over de toonbank gegaan, maar erg veel publieke erkenning heeft hij niet gekregen.
Corti keert zich tegen de na-oorlogse vervreemding, waarbij de kerk en het volk tegenover hun machthebbers en de culturele leidinggevenden zijn komen te staan. Een van de mooie aspecten van het boek is het pleidooi om je nooit boven gewone arbeiders te verheffen. Er zijn zaken die alle klassenverschillen overstijgen. Blijf met je beide benen op de grond staan. Wees nuchter. Blijf eenvoudig, verhef je niet boven anderen. Kijk nooit op anderen neer, hoe weinig opleiding ze ook hebben genoten en hoe arm ze ook zijn. En vergeet nooit dat jij er voor hen bent en zij er niet voor jou zijn.
Indringend is ook de manier waarop Corti over de liefde schrijft, de liefde tussen ouders en hun kinderen, de liefde tussen jonge mensen. Hij peilt en schildert de verliefdheid, de keuze voor de ander en de trouw op een wijze die hoogst ongebruikelijk is geworden. Een van de vrienden die uit Rusland terugkeert, is Luca. Thuisgekomen hoort hij dat zijn verloofde Giustina aan tbc is overleden. Groot is zijn verdriet. En elke zondag gaat hij ’s middags bij haar ouders langs. ‘In zijn goede pak, alsof Giustina er nog was’. Die paar zinnen maken heel veel boeken overbodig.
Het boek van Corti is ook een boek van hoop. Hoe groot de ontberingen ook zijn, dankzij vriendschap en doorzettingsvermogen kunnen we overleven. En het leven hoeft bij zoveel onmenselijk leed niet in totale ontreddering te eindigen. Een van de kernzinnen luidt: ‘Het was niet moeilijk het geloof te bewaren, het was eigenlijk zeer gemakkelijk. We hoefden wat het fascisme en communisme aanrichtte als ideologie, maar te vergelijken met wat wij van huis uit hadden meegekregen en de keuze was niet moeilijk meer. Wij kozen, ja wij allen, voor het christelijk geloof dat wij meekregen. Want twee dingen stonden voor ons vast, het één zowel als het ander: onze moeders houden van ons en vooral: God bestaat.’
Wie daar tegen kan, tegen zo’n pleidooi voor het oude, christelijke Europa, kan deze zomer vele uren leesplezier beleven aan deze magnifieke roman.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.