Een beter etiket: huis voor integriteit
De term Huis voor Klokkenluiders dekt de lading niet, vindt Frank Kerckhaert is voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid. Huis voor Integriteit zou beter passen.
Het programma Keuringsdienst van Waarde biedt vaak fascinerende televisie. Bijvoorbeeld de ontluisterende rubriek ‘Gebakken Lucht’ over de samenstelling van de producten uit ons boodschappenmandje.
Neem nu de Rabarber & Custard-reep, een zuivelvrije traktatie ‘die zich kenmerkt door de zachte volle smaak van custard en de zoetzure twist van rabarber.’ Er zit geen custard in en ook geen grammetje rabarber, maar wel dadelpuree en ‘natuurlijke aroma’s’. Op het etiket van een potje guacamoledip prijkt prominent een mollige avocado. Maar wie de leesbril pakt, ziet bij de ingrediënten alleen 0,7 % avocadopoeder staan. In de wereld van het verpakte voedsel is de werkelijkheid bij lange na niet zo mooi, zo gezond of zo vers als het etiket suggereert.
Ik moest hier aan denken, maar dan juist in tegenovergestelde zin, toen onlangs de nieuwe versie van het initiatiefwetsvoorstel “Huis voor klokkenluiders” naar de Tweede Kamer werd gestuurd. De initiatiefnemers willen met de voorgestelde wet werknemers die misstanden bij hun werkgever willen aankaarten, ondersteuning bieden en een goede rechtsbescherming. Melders kunnen voortaan bij één loket terecht, waar zij degelijk advies kunnen krijgen en waar de melding van een echte misstand onafhankelijk en objectief onderzocht kan worden. Vorig jaar bij de behandeling in de Eerste Kamer, bleken verschillende elementen van het wetsvoorstel op kritiek te stuiten. De initiatiefnemers hebben hun voorstel daarom aangepast. Hoe het dit keer zal verlopen is niet met zekerheid te zeggen, maar deze nieuwe versie maakt een gerede kans om als wet in het Staatsblad te belanden.
Ook voor een wet geldt dat het etiket moet passen bij de inhoud. Bij de avocadodip was het etiket een schromelijke overdrijving, bij het “Huis voor klokkenluiders” is de aanduiding juist veel te bescheiden. Inderdaad is het de bedoeling om met het nieuw in te richten loket melders c.q. klokkenluiders een plek te bieden waar zij terecht kunnen voor deskundig en onafhankelijk advies. Maar, de ambities van het initiatiefwetsvoorstel voor dat loket reiken veel en veel verder. Volgens het wetsvoorstel is de hoofdtaak van het “Huis” ‘het bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke misstanden’. Daarom zal het “Huis” ook preventief bezig zijn door algemene aanbevelingen te formuleren. En, het ‘Huis’ gaat ook zelf onderzoek doen naar misstanden en integriteitskwesties.
Het “Huis” zal dus, als het goed werkt, ertoe leiden dat melders van misstanden de weg goed weten te vinden en hun melding adequaat behandeld zien worden. Dan hoeven ze juist niet meer ten einde raad via de media “de klok te gaan luiden”, maar worden ze als melder professioneel en deskundig gehoord en geholpen. Het blijven spreken van een “Huis voor klokkenluiders” terwijl het de bedoeling is dat de melders juist niet meer “de klok hoeven te luiden”, vind ik een voorbeeld van verkeerd etiketteren.
‘Huis voor klokkenluiders’ is misschien als term inmiddels ingeburgerd, maar voor de langere termijn uiteindelijk te beperkt en daarmee ook te verwarrend. VU-hoogleraar Leo Huberts heeft recentelijk in De Volkskrant de term “Huis voor de Integriteit” geopperd. Dat vind ik een zinnig voorstel. De Keuringsdienst van Waarde zal ongetwijfeld nog niet helemaal tevreden zijn, maar het benadert de inhoud in ieder geval veel méér dan het wetsvoorstel doet.
Frank Kerckhaert is voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid
Beter aannemer en huisbewaarders kiezen dus dan tot nu toe gedaan.