Het bruist en het is veilig
Ooit heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur, een van de vele adviesorganen van de regering, het avontuurlijke plan gelanceerd om een eigen overheidskrant te beginnen, door mij ter plekke gratis en voor niks tot de Balkenender Morning Post omgedoopt.
Het was de Raad een stekelige doorn in het oog dat de overheid steeds minder ruimte krijgt in de reguliere pers om haar zegenrijke initiatieven breed uit te meten. Integendeel!
Als verantwoordelijk bestuurder liep je eerder de kans dat je kop er, wat je ook aan zinnigs bedacht, op pagina één al wordt afgehakt, terwijl op pagina vijf een cartoonist je neerzet als opgeblazen komkommer of doorgeprikte luchtballon, waarna de hoofdredactie ten slotte op de opiniepagina in deftige bewoordingen volhoudt dat je weliswaar een vooraanstaand persoon bent, maar voor het overige een onverbeterlijke oetlul.
Die Balkenender Morning Post is er helaas nooit gekomen. Maar wel heb ik sindsdien een niet aflatende belangstelling opgevat voor alles wat de overheid eigenhandig publicitair de wereld in stuurt. Zo laat mijn eigen Amsterdamse deelraad elke week haar Stadsdeelkrant op mijn deurmat ploffen. Een korte samenvatting van de belangrijkste recente koppen laat zien dat niet alleen de ‘veiligheid in het stadsdeel toeneemt’, maar dat zulks zelfs het geval is in drukke winkelstraten die almaar ‘bruisender’ en desondanks toch steeds ‘veiliger’ door het grote stadsleven gaan. En als de deelraad het over zichzelf heeft, opent de krant in het vetste lettertype met: ‘Voorjaarsnota met sluitende begroting!’
Niets menselijks, kortom, is de bestuurder vreemd. Bij gebrek aan waardering in media als Het Parool of Het Buurtblad zwaait ook de bestuurder zichzelf gaarne een wolk wierook in het aangezicht. Vandaar dat er in hun communicatie met de burger geen onvertogen woord voorkomt. ‘Pinksteren! Bloei! Feest!’, dat wel. En: ‘Aandacht voor duurzaamheid!’, dat natuurlijk ook. De stadsdeelvoorzitter zelf verzorgt de preek van de week: ‘Maak dit land niet te eng, beleef de vrijheid van meningsuiting, van godsdienst. Ken elkaars grenzen en tegelijk daag elkaar uit te veranderen. Alleen in vrijheid delen we een toekomst.’... Amen.
Of anders wel de ene wethouder: ‘Jee, wat ben ik trots op hen die durven. We gaan zo door, samen!’ ...Hallelujah. Of de andere: ‘We gaan de goede kant op en daar ben ik best trots op!’ ... Kyrie eleison. De bestuurder die zich tot de burger wendt doet dat blijkbaar bij voorkeur in priesterlijke termen die het conflict uit de weg gaan en de eensgezinde harmonie onder de mensen bevorderen. In die zin neemt hij de uitgespeelde rol van de dominee over.
Indertijd vond de Raad voor het Openbaar Bestuur dat ‘een eigen overheidskrant, waarin feitelijke informatie over beleid gepubliceerd wordt, nieuwe mogelijkheden biedt om de communicatiefunctie inhoud te geven’ Ook dacht de Raad dat het nuttig is dat de regering zendtijd inkoopt. Dan kon de Rijks Voorlichtings Dienst ‘zaken waaraan de media weinig of selectief aandacht besteden alsnog over het voetlicht brengen’.
Mijn stadsdeelkrant laat zien waar dat op uitloopt: een niet aflatende stroom juichtonen over de heerlijke prachtige goede bedoelingen die het bestuur voor haar burgers in petto heeft. Ik kan er geen genoeg van krijgen. Of, om met de laatste wethouder te spreken: ‘Juist in deze tijd staan bewoners met weinig geld voor het stadsdeel centraal.’ Als al dat bestuurlijke borstkloppen op den duur maar geen pijn gaat doen.
meer voorbeelden op http://www.grootsucces.nl ;)