Helft wethouders wedt op twee paarden
Meer dan de helft van de wethouders in de grote gemeenten wil na de verkiezingen in maart 2010 door als wethouder, maar is ook bereid in de gemeenteraad plaats te nemen.
Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur naar de herkiesbaarheid van 278 wethouders uit alle gemeenten met meer dan 60 duizend inwoners.
Bijna een vijfde deel van deze wethouders is alleen als wethouder beschikbaar na 3 maart 2010, de dag van de gemeenteraadsverkiezingen. En iets meer dan een vijfde deel grijpt de raadsverkiezingen aan om te stoppen als politicus.
De meeste wethouders (55,5 procent) gokken op twee paarden: ze kiezen voor het voortzetten van het wethouderschap, maar zijn ook beschikbaar als kandidaat-raadslid.
Voor Martine Visser, CDA-wethouder in Almere, is dat een bewuste keuze. ‘Ik wil als lijsttrekker graag laten zien wat we de afgelopen periode hebben bereikt. Ik ben één periode wethouder, heb veel op gang gebracht en hoop zo de kans te krijgen om in de komende periode te oogsten wat ik heb gezaaid.’
Haar Zoetermeerse partijgenoot Frank Speel vindt kiezen onmogelijk. ‘Het is net als met een huwelijk, je kunt niet een beetje “ja” zeggen.’ De Zeister GroenLinks-wethouder Joke Leenders houdt een slag om de arm. ‘Ik ben beschikbaar als wethouder én ben kandidaat voor de nieuwe gemeenteraad, vanwege solidariteit met mijn partij. Maar als ik geen wethouder word, zal ik zeker niet de hele periode in de raad gaan zitten. Ik ben geen groot voorstander van oud-wethouders in de raad.’
De Edese PvdA-wethouder Simon van de Pol kan als nummer 2 van de verkiezingslijst in de raad worden gekozen. Maar hij is op die plek vooral bedoeld als stemmentrekker. ‘Mocht de PvdA buiten de nieuwe coalitie vallen, dan ga ik niet vanuit de raad een soort schaduwwethouder spelen. Dan ben ik niet beschikbaar voor de raad. We geven dat in campagne aan.’
ALLEEN WETHOUDER
Voor bijna één op de vijf wethouders (18,1 procent) in de grote gemeenten is de keuze glashelder. Zij zijn na de raadsverkiezingen van 3 maart uitsluitend beschikbaar als wethouder. Onder hen zijn wethoudersvan- buiten zoals de Bredase Groen- Links-wethouder Wilbert Willems en Wim van Overveld (Roosendaalse Lijst). De Leidse wethouder John Steegh staat voor GroenLinks als lijstduwer kandidaat voor de raad, maar zal een eventuele verkiezing in de raad afslaan. ‘Na meer dan 15 jaar als lid van een algemeen bestuur en 10 jaar als hoogheemraad en wethouder, acht ik mij niet meer geschikt voor de raad. Ik zou te veel begrip opbrengen voor de antwoorden van de dagelijks bestuurder of mij mateloos ergeren aan slappe, ondeskundige en onhandige antwoorden. Een raadslid hoort wantrouwend, scherp en op basis van politiek inzicht en gezond verstand te reageren. Ik zou te veel weten om een goed raadslid te kunnen zijn.’
Zijn collega en partijgenoot in Arnhem, Bart van Eeten, past ook voor de raad. ‘Ik weet als wethouder zoveel wat er de komende jaren gaat spelen, dat ik de nieuwe wethouder echt voor de voeten zou lopen.’
De Hilversumse PvdA-wethouder Jan Rensen is nog niet klaar. ‘Er zijn nog veel processen die ik wil begeleiden en afronden. Ik heb gezien dat oud-wethouders in de raad niet prettig functioneren. Bovendien wil ik een aantal jonge, goed functionerende raadsleden van mijn partij niet in de weg zitten.’
STOPPEN
Voor 20,2 procent van de wethouders vormen de raadsverkiezingen het eindpunt van het wethouderschap. Zij zijn evenmin beschikbaar voor de raad. Onder hen de Nijmeegse PvdA-wethouder Paul Depla, tevens voorzitter van de Wethoudersvereniging: ‘Ik ben met veel plezier en passie ruim 10 jaar wethouder geweest. Ik vind het verstandig om ruimte te geven aan nieuwe gezichten en inzichten.’
Voor verschillende ervaren wethouders is het mooi geweest. Hans Engels (PvdA, Purmerend): ‘Ik ben tegen verkiezingstijd ruim 66. Het is tijd voor iets anders.’ Gerard Ter Ellen (CDA, Hengelo): ‘Na 21 jaar raadslidmaatschap en daarna 10 jaar wethouder is het welletjes.’ Gosse Hiemstra (CDA, Deventer): ‘Na ruim 11 jaar is het tijd voor wat anders en in mijn partij geldt het uitgangspunt: maximaal drie termijnen. Die zitten er op.’
Henk van Hooft (CDA, Assen): ‘Ik ben 62, heb twee periodes als wethouder achter de rug en was daarvoor fractievoorzitter. Vanaf 1968 heb ik op veel plekken bestuursfuncties gehad. Het is tijd om de accenten te verleggen.’ Siebe Keulen (PvdA, Gouda): ‘De mocratie moet een zaak zijn van velen, niet van enkelen. Twee perioden moet in principe het maximum zijn voor volksvertegenwoordigers en bestuurders. Na 7 jaar raadslid en 6 jaar wethouder vind ik het tijd om ruimte te maken.’
Trix Houthooft (VVD, Helmond) twijfelt. ‘Na bijna 9 jaar jaar wethouderschap zie ik een nieuwe periode van 4 jaar niet zitten. Kandidaatstelling voor de raad overweeg ik omdat ik politiek actief wil blijven. Interimwethouder zou ook kunnen.’
ALLEEN RAAD
Slechts één wethouder kiest expliciet en alleen voor de raad, Leefbaar-wethouder Aart-Jan Moerkerke in Capelle aan den IJssel. Moerkerke: ‘Ik heb mijn keuze gemaakt vanuit het Leefbaar-gedachtegoed: na twee perioden frisse wind. De keuze voor de raad kan een risico zijn. Ik heb ex-wethouders gezien die in de raad verzuurd raakten, maar ik heb zelf de keuze voor de raad gemaakt en ik ben niet verzuurd. Ik wil graag gedurende één periode nog een stukje ervaring overdragen aan de fractie. Ik weet hoe het werkt in de ambtelijke organisatie en kan dieper kijken.’
WETHOUDER NIET AUTOMATISCH LIJSTTREKKER
Dé wethouder, als bekend gezicht, is niet vanzelfsprekend dé lijsttrekker. Het dualisme doet zijn werk. De CDA-afdeling in Zeist koos voor het dualisme. De fractievoorzitter, Paul Smink, is lijsttrekker. De wethouder, Dirk Gudde, staat op plek 2. Voorzitter Piet Oskam: ‘De lijsttrekker moet de man van de bevolking zijn. De wethouder is meer van de gemeente en is gehouden aan de coalitieafspraken. Met de fractievoorzitter is het eigen CDA-geluid makkelijker over het voetlicht te brengen.’
Voor het CDA in Zeist is de rolverdeling daarom helder. De lijsttrekker is de beoogd fractievoorzitter, de wethouder als nummer 2 is de beoogde wethouderskandidaat. De Zeister collegepartij sluit hiermee aan bij de trend van 2006. Toen was twee derde van de lijsttrekkers beoogd fractievoorzitter. Slechts een derde deel van de lijsttrekkers was toen ook wethouderskandidaat, zo bleek uit onderzoek van de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur. Het is nog onduidelijk of dat nu weer zo is; veel kandidatenlijsten zijn nog niet klaar.
De VVD in Tilburg koos klassiek: de lijsttrekker is beoogd wethouder, de huidige wethouder Joost Möller. VVD-afdelingsvoorzitter Geert Naaijkens: ‘Onze huidige fractievoorzitter staat op 2. Beiden zijn wethouderskandidaten. Doorschuiven vinden we geen probleem. Een wethouder die uit de raad komt, weet hoe met de raad om te gaan.’
Bij de PvdA in Haarlem zijn de wethouderskandidaten geen lijsttrekker. ‘De lijsttrekker is fractievoorzitter en kan niet alsnog wethouder worden’, zegt afdelingsvoorzitter Bart Bram Spruit. De ene wethouder, Jan Nieuwenburg, is beschikbaar voor de raad, de andere, Maarten Divendal, niet. Hij is lijstduwer. Divendal wil door als wethouder. Spruit: ‘We hebben een wethouderspool van gekwalifi ceerde kandidaten. Onze leden mogen twee voorkeurs-wethouderskandidaten aangeven. De uitslag gebruiken we bij het invullen van de posten.’
VERANTWOORDING ONDERZOEK
Het onderzoek naar de beschikbaarheid van wethouders ná de raadsverkiezingen van 3 maart 2010 is door onderzoeksbureau UZ3/Peter Faber in opdracht van Binnenlands Bestuur uitgevoerd in de periode 3 november tot en met 17 november. Alle 278 wethouders van de gemeenten met meer dan 60 duizend inwoners zijn benaderd. Er reageerden 153 wethouders, een respons van 55 procent. Negen wethouders wilden de vragen niet beantwoorden. Venlo is de enige grote gemeente waarvan de wethouders niet zijn geënquêteerd, omdat daar deze week al raadsverkiezingen waren.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.