Hard oordeel over Nationale Ombudsman
Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer wilde de zaak-Spijkers uit het slop halen, maar maakte zelf fouten.
Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam schetsen in een vandaag verschenen artikel in tijdschrift Openbaar Bestuur geen fraai beeld van de rol van Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer in de zaak-Spijkers. In 2005 begon Brenninkmeijer uit eigen beweging een bemiddelingspoging tussen Defensie en Spijkers. Dat was drie jaar nadat het ministerie met de klokkenluider een overeenkomst had gesloten om de zaak voor altijd af te sluiten, maar waarbij Defensie volgens Spijkers zijn afspraken niet nakwam. De bemiddeling strandde en toen is de ombudsman een onderzoek gestart naar de naleving van de overeenkomst.
De ombudsman concludeerde in 2006 dat Defensie de overeenkomst met Spijkers op de meeste punten goed uitvoerde. De onderzoekers delen deze conclusie niet. Zij wijzen erop dat met het achter slot en grendel zetten van het dossier, geen recht wordt gedaan aan de belofte van het ministerie administratieve onjuistheden in de stukken over Spijkers te rectificeren. Te meer daar de ombudsman ervan wist, getuige brieven van Spijkers advocaat, dat door de handelswijze van Defensie ook documenten die de klokkenluider nodig heeft voor het ontvangen van wachtgeld en pensioen niet meer bereikbaar zouden zijn.
Brenninkmeijer kwam in zijn onderzoek tot de conclusie dat de overheid vooral tekortgeschoten is in haar informatievoorziening naar Spijkers toe. Brenninkmeijer heeft het gedrag van gezagsdragers volgens de auteurs van het artikel echter te beperkt getoetst. Waarom heeft Brenninkmeijer de beginselen van gelijkheid, rechtvaardigheid, rechtszekerheid en bescherming van individuele rechten niet gehanteerd, vragen de onderzoekers zich af. 'Er is getoetst aan alle behoorlijkheidseisen. In het rapport zijn alleen die normen genoemd die voor de zaak van belang zijn', reageert Brenninkmeijer schriftelijk op de kritiek.
Raadsheer
De rechtswetenschappers stellen dat Brenninkmeijer door zijn bemiddelingspoging en onderzoek normen heeft geschonden die de rechterlijke macht hanteert. Brenninkmeijer was namelijk raadsheer bij de Centrale Raad van Beroep toen Spijkers' zaak er diende. 'Daarom was Brenninkmeijer volgens de richtlijnen van de rechterlijke macht als bemiddelaar en onderzoeker niet meer onpartijdig, te meer het belang van de ontslagzaak in de affaire en de twijfel aan de onpartijdigheid van Vermeulen (de vice-president die de zaak behandelde, red.)', zo staat in het artikel. De ombudsman ziet dit zelf anders, zo laat hij weten. Omdat hij rechtsprak in een andere kamer van de raad, vindt hij niet dat hij zich had moeten verschonen.
Het wetenschappelijk artikel werd aanvankelijk aan het juristenblad NJB aangeboden, waar Alex Brenninkmeijer in de redactieraad zit. De Amsterdamse jurist Joep van der Vliet, onder wiens verantwoordelijkheid het onderzoek plaatsvond, zegt dat het artikel eerst op verzoek van de redactie is herschreven. 'De redactie leek in eerste aanleg bereid het artikel te plaatsen, doch stelde wijzigingen voor. In tweede aanleg wilde de redactie dat de beroepsethische toetsing niet in het artikel werd gehandhaafd. Dat zou de strekking van het artikel veranderen. Openbaar Bestuur wilde het artikel wel plaatsen.'
Brenninkmeijer stelt dat hij zich op geen enkele manier met het artikel bemoeid heeft. 'Ik heb mij vanzelfsprekend direct verschoond als redactielid waar het dit artikel aangaat.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.