Advertentie

Halvering gemeentefonds mogelijk

Den Haag kan volgens een vertrouwelijke notitie ruim 10 miljard euro bezuinigen op het gemeentefonds. Die berekening is gebaseerd op de gemeenten met de laagste kosten.

03 september 2010

Tien miljard bezuinigen op het gemeentefonds komt neer op een halvering van dat fonds. In de vertrouwelijke rekennotitie, in handen van Binnenlands Bestuur, is deze halvering als meest vergaande bezuinigingsvariant genoemd. De notitie vormde de basis waarop de commissie- Kalden het kabinet dit voorjaar voorstelde het gemeentefonds met 1,7 miljard euro te korten. De commissie, één van de twintig heroverwegingswerkgroepen, nam voor deze berekening de uitgaven van de ‘goedkoopste’ 214 gemeenten als norm.

 

Voor dezelfde commissie zijn ook berekeningen gemaakt met verstrekkendere uitkomsten. In de meest ‘zuinige’ variant dalen de netto- uitgaven van gemeenten met 10,6 miljard euro. Uitvoering van taken op het gebied van maatschappelijke zorg, bevolkingszaken, werk en inkomen blijven dan toch op een aanvaardbaar niveau. Gemeenten hadden vorig jaar zo’n 22 miljard euro aan feitelijke uitgaven begroot.

 

In de vertrouwelijke analyse wordt de denkbare omvang van de gemeentelijke algemene middelen berekend met de zogeheten ‘laagste kosten’-methode. Eerder al liet de Raad voor de Financiële Verhoudingen (Rfv) die methode los op de provincies. De conclusie was dat zij zo’n 600 miljoen euro meer uitgaven dan strikt noodzakelijk. Op basis van die uitkomst wordt het provinciefonds structureel met 300 miljoen euro gekort.

 

Bij de ‘laagste kosten’-methode wordt de omvang van de middelen die minimaal noodzakelijk zijn om de gemeentelijke taken uit te voeren afgeleid van een groep gemeenten met de laagste kosten. Die gelden dan als best practises. De uitkomst van deze exercitie wordt voornamelijk bepaald door de begrenzing van ‘de laagste’. Mede bepalend voor de uitkomst is het aantal onderdelen dat binnen het totaal van de gemeentelijke uitgaven, wordt betrokken bij de berekening.

 

De commissie-Kalden kreeg drie grenzen voor ‘laagste’ voorgeschoteld: een groep van 10, 25 en 50 procent van alle gemeenten. Binnen een totaal van de onderzochte 428 gemeenten - de gegevens van 13 kleine gemeenten bleken ongeschikt te zijn - werden dus 42, 106 respectievelijk 214 gemeenten met de laagste uitgaven als norm genomen voor alle gemeenten. Wat betreft het aantal uitgavenonderdelen werden ook drie varianten voorgelegd: 1 sector, 6 en 11 sectoren.

 

De minste verandering ten opzichte van de feitelijke uitgaven op begrotingsbasis in 2009 treedt op als alle uitgaven op een hoop worden gegooid en bij een zo groot mogelijke groep van ‘goedkope’ gemeenten (50 procent). Dat leidt tot een genormeerde omvang van 20,4 miljard; 1,7 miljard euro lager dan de feitelijke uitgaven. Die minst ingrijpende variant belandde in het rapport van de commissie-Kalden.

 

Allerzuinigste

 

De onderliggende notitie laat zien dat er door Den Haag meer te bezuinigen is als wordt uitgegaan van meer uitgavenclusters en van een meer selecte groep van ‘goedkoopste’ gemeenten. Wordt gekeken naar wat 10 procent van de ‘allerzuinigste’ gemeenten uitgeven op elf afzonderlijke uitgavenclusters, dan leidt dat tot een fors lagere normomvang per cluster van de algemene middelen, uitmondend in een besparingsmogelijkheid van liefst 10,6 miljard euro op het totale gemeentefonds: dat is 48 procent lager dan het feitelijke uitgavenniveau van 22,2 miljard euro in 2009.

 

Het onderzoek plaatst enkele kanttekeningen. Uitgaan van een zeer kleine groep van gemeenten kan een vertekend beeld geven, omdat dan sprake kan zijn van ‘eigen beleid om in de ene beleidssector weinig inspanningen te verrichten en op andere veel. De eerste sector komt dan in beeld als ‘de zuinige’, terwijl de hogere uitgaven voor de  tweede buiten beeld blijven. Verder kan een te kleine groep ertoe leiden dat de uitkomst wordt bepaald door incidentele uitschieters bij enkele gemeenten.’ Daar tegenover staat dat de groep ook weer niet te groot moet zijn, ‘omdat er dan gemeenten bij horen die bezwaarlijk als zuinig zijn te kwalificeren’.

 

Objectieve criteria om de precieze grootte van de groep te bepalen zijn er volgens het onderzoek niet, zodat niet kan worden gezegd of de keuze voor de laagste 10 procent beter is dan voor de laagste 25 of 50 procent. ‘Wel merken we op dat elk van de doorgerekende groepen - ook de kleinste - allerlei soorten gemeenten telt’, aldus de onderzoekers. In het onderzoek is de zuinigheid van gemeenten afgemeten aan het verdeelstelsel van het gemeentefonds.

 

Per uitgavencluster (bijvoorbeeld maatschappelijke zorg, educatie en bestuursorganen) bestaan er namelijk harde ijkpunten, waar tegen de feitelijke uitgaven per cluster zijn af te zetten. Op grond daarvan kan worden gesproken van ‘laag’ en ‘hoog’. Gekeken is naar de begrote nettouitgaven - uitgaven die de gemeenten bekostigen uit hun algemene middelen (gemeentefonds, ozb en overige eigen middelen) - van 2009.

 

Tegenover het ene uiterste van elf uitgavenonderdelen staat het uitgaventotaal. Als een soort middenvariant is een selectie gemaakt van zes brede onderdelen. De conclusie is dat naarmate er meer sectoren zijn, het verschil met de feitelijke uitgaven des te groter wordt (zie tabel). Ook geldt dat, hoe ‘zuiniger’ de groep is die als norm dient, des te groter het verschil wordt met de feitelijke uitgaven.

 

Verlaging t.o.v. uitgaven 2009 (miljarden)

 

Gemeenten11 sectoren6 sectoren1 sector
laagste 10% (42)-10.6-8.2-3.0
laagste 25% (106)-7.5-5.9-2.5
laagste 50% (214)-4.9-4.0-1.7

 

Lees hier de notitie Varianten van gemeentelijke middelen.

Reacties: 12

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

maret rombout / wethouder
Uiteindelijk zullen de echte bezuinigingsbesluiten gemaakt worden door mensen over mensen. In deze tijd moeten we geen enkele mogelijkheid uitsluiten en er kan absoluut meer dan we denken. Daarbij moeten we ook niet schuwen wettelijke taken eens heel goed tegen het te houden.
Waar ik in elk geval niet op zit te wachten is een theorie vanuit getallen bedacht over de ruimte die er bij gemeenten zou moeten zijn.
sabine herenius / consulent uitstroom/klantmanager DSZW
Ik ben de afgelopen jaren al leidend (lijdend?) voorwerp bij meer dan 1 reorganisatie ten gevolge van bezuingingen. Mijn ervaring is dat de beschikbaarheid van minder middelen altijd leidt tot een kwalitatief minder goede uitvoering van beleid. Als dit een consequentie is waar we met zijn allen voor kiezen, ok. Maar mijn ervaring leert ook dat de amibitie van gemeentebesturen niet omlaag gaat met alle gevolgen vandien voor de werkdruk van de medewerkers. En de kosten van ambtenaren in de ziektewet zijn ook hoog!
Loek van der Heijden Rfm / Senior planeconoom
Bezuinigen is niet erg maar voorkomen moet worden dat de kwaliteit van het werk in gevaar komt omdat de kwantiteit van de capaciteit afneemt. Meer werk op minder schouders kan funest uitpakken in de toekomst.
Frans
Denk eraan: goedkoop is vaak uiteindeljk duurkoop; bezint eer ge begint.
P.J. Vonk / hoofd concernstaf
Er is niets zo manipuleerbaar als cijfers, vooral als je het resulaat al weet.
Symone de Bruin / Hoofd Maatschappelijk Beleid 055
Boeiend. Hoe kom ik aan deze notitie?
Emile Karregat / Zelfstandige (en vml wethouder)
Gemeenten kunnen (veel) meer bezuinigen dan de college's van B&W (in eerste instantie) denken. Zij zouden zelf die uitdaging aan moeten willen gaan en niet zoals vaak gebruikelijk ambtelijk onderbouwd meteen in de verdediging schieten.
Johan Weeber / fractievoorzitter Gouda Positief
Inderdaad, waar is deze notitie te lezen, ben ook erg benieuwd naar de ranglijst van zuinigste gemeenten, in Gouda claimt het College al erg veel bezuinigd te hebben en mean and lean te werken.........
D.J. Koppen / voormalig Dga van hydraulica-bedrijven
Het zal statistisch allemaal wel waar zijn, doch de gemeten resultaten hebben nauwelijks of geen waarde, nademaal appels met peren worden vergeleken. De ene gemeente is niet de andere!!
Van Zijp / jurist
Wat een krankzinnige uitkomst. Dit is duidelijk een gevolg van huidige anti-overheids tendens door de PVV aangewakkerd. De pendule slaat naar de andere kant door.
Een paar rekengeile boekhoudambtenaartjes hebben zichzelf weer eens overtroffen.

Redelijke bezuinigen prima, maar plots kunnen de gemeentelijke taken (door appels met peren te vergelijken) met de helft minder budget blijkbaar op een aanvaarbaar niveau blijven. Dat lijkt mij een onmogelijkheid gezien het gewenste voorzieningenniveau. De vraag is natuurlijk wat aanvaarbaar is.
Arjan Bosker / directeur ruimte
Het wordt natuurlijk pas interessant als te achterhalen is wat de 'goedkoopste' gemeenten dan precies voor kwalitatief product leveren. Als dit een (breed) aanvaardbare kwaliteit is, moeten we maar met elkaar afspreken dat dit het dan ook is. Ik zou vervolgens zeggen: richt één landelijk uitvoeringskantoor in met één steunpunt per provincie en - niet vergeten - verregaande digitalisering want persoonlijk contact met ambtenaren daar wordt je als burger toch maar chagrijnig van. Schaf ook meteen de democratische ballast van gemeenteraden en zo af. Moet je zien hoeveel je dan bespaart.
Of beter nog mijn ultieme oplossing: schaf die hele overheid maar af en laat iedereen het lekker allemaal zelf regelen. Dat is pas liberaal en o zo voordelig!
hans stahl / Bestuur en organisatie deskundige
Rijk.PS,Gemeente kijken eerst naar het bedrag wat er binnen moet komen en schrijven en becijferen vervolgens een modus om dat binnen te halen zonder werkelijke onderbouwing en de gevolgen hiervan. Voorstel: Begin bij de basis door te onderzoeken welk er ligt met hoeveel fte. Eerst de organisatie en kwaliteit op orde voor de toekomst. Snijden zonder nadenken zijn de gevolgen voor personen en het bedrijfsleven niet te overzien. Dus slecht voor de economie en de financiele huishouding van Nederland.

Advertentie