Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Groot denken en klein zijn’

De vertrekkende Limburgse commissaris van de koningin Léon Frissen laat een provincie achter waar de blik weer meer op het dorpse en het eigene is gericht. Maar, ‘wie tegen Europa is, ontkent dat de zon opkomt’, waarschuwt de bestuurder.

02 september 2011

Strijden tegen beelden en paradoxen. Léon Frissen heft tijdens het gesprek met Binnenlands Bestuur af en toe de armen in de hoogte. Tegen bepaalde vooroordelen valt bijna niet te strijden. Toch verzet de Limburgse commissaris van de koningin zich tegen de vanzelfsprekendheid waarmee vanuit de Randstad vaak nog tegen Limburg wordt aangekeken. Alsof vriendjespolitiek een onuitroeibaar en exclusief Limburgs fenomeen zou zijn.

 

‘Als er één provincie is die veel aan het bestrijden van integriteitaffaires heeft gedaan, is het Limburg. Vanaf het moment dat ik hier zit, 1 juli 2005, zijn daar veel mensen en middelen voor ingezet. Dat loopt richting de 1 miljoen euro en ik ben er uren per dag mee bezig geweest, maar dat moet.’

 

Fijntjes wijst hij op problemen elders in het land. ‘Hebt u wel eens van Schiedam gehoord? En de provincie Noord-Holland heeft ook een probleem’. In Schiedam trad burgemeester Verver voor de zomer af vanwege belangenverstrengeling, in Noord-Holland loopt onderzoek naar ex-gedeputeerde Hooijmaijers die zich schuldig zou hebben gemaakt aan bevoordeling van bevriende bedrijven.

 

Frissen vervolgt: ‘Het probleem is dat Limburg uit een wereld komt van minder openheid. We hebben dat boek in de jaren 80 dichtgeslagen, desondanks blijft integriteit onze achilleshiel en wordt er ook door onszelf zout in de wonde gestrooid. Maar ik zeg dat niemand hier zijn zakken vult. Ik heb alle burgemeesters verplicht integriteitverslagen bij mij in te leveren. Er zijn er die vragen: waar staat dat dat moet?

 

Gelukkig komt er wetgeving waardoor bestuurders de middelen krijgen om mensen op niet-integer gedrag aan te spreken. Noem de bestuurders aan wie hier in het zuiden een bonus is uitgedeeld. Ik ken de mensen van de Rabobank, DSM, etc. Hier zijn geen bonussen uitgedeeld zoals bij bedrijven en ziekenhuizen elders in het land.’

 

‘We moeten transparant zijn over wat we doen. Er gaat binnenkort een Limburgse delegatie naar het WK Wielrennen in Kopenhagen. Ik heb gezegd dat ik wil weten wie er gaat, wat het kost en dat we dat openbaar maken op onze website. Als een gemeente tien mensen stuurt, prima, maar laat dat dan helder zijn.’

 

De neiging van Zuid-Limburgers om zich te koesteren in de geborgenheid van het eigen dorp werd vorig najaar in een provinciaal persbericht over bestuurlijke samenwerking nog als ongewenste ‘kerktorenpolitiek’ weggezet. Zo vlak voor de provinciale verkiezingen maakte bestuurlijk Limburg onder leiding van het CDA opnieuw duidelijk over de eigen grenzen heen te willen kijken.

 

Europa

 

Daarmee werd de koers bevestigd die door Frissen met CDA-partijgenoot en toenmalig gedeputeerde Herman Vrehen in 2007 was ontvouwd in het document De toekomst van Limburg over de grens. In dat stuk werden grenzen als littekens van het verleden van tafel geveegd.

 

In lijn daarmee zegde CDA-gedeputeerde Ger Driessen de kleine gemeenten de wacht aan: Limburg kon gemakkelijk met twintig grote in plaats van veertig kleine gemeenten uit de voeten. Het paste allemaal bij het ambitieuze Limburg met als boegbeeld Maastricht, de hoofdstad waar in 1991 de Europese Unie de basis legde voor de komst van de euro en de verdere financiële Europese integratie.

 

Afgelopen lente oordeelde de Limburgse kiezer anders: het CDA verloor zijn historische positie als grootste partij in Limburg aan de anti-Europese en anti-integratie partij van Geert Wilders. Gedeputeerde Driessen verdween van het toneel, nadat eerder al Vrehen na een integriteitskwestie was opgestapt.

 

Van een correctie op die grote bestuurlijke visie door het nieuwe Limburgse college van PVV, CDA en VVD wil Frissen niet weten. ‘Dit college legt een accentuering op de verbinding met dorpen, problemen in wijken en buurten en de aandacht voor sociale leefbaarheid. Ik hoor van Lodders [CDA-prominent die een rapport schreef over de provinciale kerntaken-red.] dat dit geen taken van de provincie zijn, maar het koesteren van de leefbaarheid van dorpen is niet alleen iets dat de PVV belangrijk vindt. Het speelt in heel Nederland en in Europa.’

 

De blik is wat Frissen betreft onverminderd gericht op de buitenwereld. Verstoppen achter de eigen heuvels en dijken is geen optie. ‘Ook in Nederland, net als in Limburg, zijn de mensen sneller geneigd om lokaler te gaan denken, te handelen en te praten. Intussen is sprake van een verdergaande internationalisering en globalisering, een beweging die je moet volgen en in de gaten moet houden.’

 

Dilemma

 

Hij heeft oog voor de dilemma’s: ‘Het punt is dat een kwart van de mensen hoogopgeleid is en kansen ziet in de globalisering. De anderen worden tot en met hun pensioen geconfronteerd met onzekerheid. De enige zekerheid is onzekerheid. Dat dilemma speelt overal, maar in Limburg nog meer omdat wij aan de grenzen liggen. Natuurlijk is het moeilijk laveren tussen het lokale en het internationale, maar wie Europa en de internationalisering blijft ontkennen, ontkent dat de zon ’s ochtends opkomt. Waar het om gaat, is groot denken en klein zijn.’

 

Wat de gouverneur maar wil zeggen is dat Nederland en Limburg niet kunnen doen alsof Europa er niet toe doet. ‘Een paar voorbeelden: het aantal niet-Nederlandse studenten aan de universiteit van Maastricht is in de meerderheid. Dat wordt niet minder, dat wordt alleen maar meer. De academische ziekenzorg internationaliseert zo snel, dat om bij te blijven, het academisch ziekenhuis in Maastricht op onderdelen moet fuseren met het Klinikum in Aken.

 

De ontwikkeling in Roermond in retail is enorm, maar wordt vooral gevoed vanuit het Duitse achterland. De ondertunneling van de A2 hier in Maastricht heeft te maken met de internationale ligging van Zuid-Limburg. Het bedrijfsleven, zeker de grote actoren als Océ, dat is overgenomen door het Japanse Canon, NedCar en DSM zijn enorm belangrijk voor onze werkgelegenheid.

 

Chemelot is het op één na grootste industrieterrein van Nederland. We denken allemaal nog aan DSM, maar Chemelot is voor 65 procent in Arabische handen en er ligt een campus waar men enorm innovatief bezig is. De provincie zet daar zwaar op in. Zoals we ook investeren in de spoorlijnverbinding naar Duitsland vanaf Avantis, het grensoverschrijdende industrieterrein bij Heerlen.’

 

Dan, om te onderstrepen dat het nieuwe bestuur er hetzelfde over denkt als het oude provinciaal college: ‘Het is een PVV-gedeputeerde die afgelopen maand de aanleg van deze lijn heeft vlot getrokken!’

 

Den Haag

 

Tegen deze achtergrond kijkt de vertrekkende commissaris met verwondering naar het politiek-bestuurlijke debat in Den Haag en het optreden van de rijksoverheid. ‘Europa is voor 60 tot 70 procent bepalend voor de Limburgse economie. De driehoek Leuven-Eindhoven-Aken is als Brainport één van de belangrijkste innovatieve economische gebieden van de wereld. In onze inter nationale presentatie en uitstraling moeten we het niet alleen hebben over Rotterdam Seaport en Schiphol Airport maar ook over Brainport.

 

Ook op andere terreinen zou Frissen graag een andere houding zien van Den Haag. ‘Waarom investeert de rijksoverheid zo weinig in de zorg? Er komt steeds meer marktwerking in de zorg, dat is een gegeven. Er zijn al tienduizend patiënten die voor zorg naar België gaan, niet omdat het daar per se goedkoper is en sneller, maar vanwege kwaliteit en de persoonlijke behandeling. Ziekenhuizen hier klagen dat zij vanuit Den Haag te weinig middelen krijgen om daar wat aan te doen. In de Randstad en de IJsselmeerziekenhuizen hebben ze van die concurrentie geen last, maar de rijksoverheid wil dat niet zien.

 

In het onderwijs zijn 21 duizend studenten en leerlingen uit Brabant en Limburg die naar België gaan. Vanuit Duitsland komen studenten hier naar toe. Waarom moet je in Nijmegen studeren terwijl je ook in Leuven goed terecht kan? Waarom staat de rijksoverheid daar niet voor open? Ik denk dat ze het bedreigend vinden. Dat heeft te maken met lijfsbehoud. De nationale overheid staat op het punt om zelf middenbestuur te worden. Departementen voelen dat, ministers ook en dus proberen ze op terreinen als onderwijs en zorg, die nog niet onder Europa vallen, grip te houden.’

 

Hoofdspreker

 

Dat verzet van Den Haag tegen Europa en de europeanisering is Frissen een doorn in het oog. Samen met filosoof Govert Derix publiceerde Frissen vorig jaar onder de vlag van de provincie Limburg de bundel Eurosofie. De Limburgse commissaris pleitte daarin voor een Europa ‘dat, in weerwil van alle clichés nooit aan kracht mag en zal inboeten’.

 

Niet toevallig is de Luxemburgse oudpremier Juncker de hoofdspreker op Frissens afscheidsbijeenkomst op 12 september. Juncker ondertekende het Verdrag van Maastricht persoonlijk en is voorzitter van de Europese groep van ministers van Financiën die Europa door de schuldencrisis moet leiden.

 

‘Mijn moeder van 90 jaar vraagt mij waarom wij geld moeten lenen aan Griekenland? Ik antwoord: uit solidariteit. Als Limburg en Zuid-Limburg na de mijnsluitingen door Den Uyl niet door Nederland en Europa waren geholpen, was Zuid-Limburg een achtergebleven gebied gebleven. Ik zeg niet dat we zo maar geld moeten lenen aan de Grieken. De politiek moet in de grondwet opnemen dat Nederland geen schuld maakt.

 

Die grondwettelijke verplichting, dat nationale overheden geen schuld mogen maken, hadden we moeten afspreken in het Verdrag van Maastricht. Het wordt tijd dat de nationale overheid dat een keer gaat leren. En dan kan het dus niet dat de rijksoverheid tegen provincies en gemeenten zegt die gespaard hebben, die niets fout hebben gedaan, die geen Icesave-affaire hadden noch een rare treasury, dat het geld afgegeven moet worden. Dat snap ik niet van de rijksoverheid. Die zou juist moeten belonen wat goed gaat.’

 

Euro

 

Bestuurders en politici moeten dat verhaal van het belang van Europa, de noodzaak van grensoverschrijdende samenwerking tegen de versnippering, verdeeldheid en de kerktorenpolitiek durven te vertellen. In Frissens termen moeten ze durven ‘universeel’ te denken. Afschaffen van euro is daarbij geen optie. ‘Ik kan mij niet voorstellen dat je met verstand kan roepen om de euro de nek om te draaien.’

 

In Eurosofie veroordeelde Frissen die naar binnen gekeerde houding waarin alleen oog is voor het eigen nationale belang als zelfzucht. De Limburgse katholiek en christendemocraat staat nog altijd achter die kwalificatie. ‘Het meest welvarende deel van de wereld voelt het meeste onbehagen. We worden gedreven door zelfzucht. Zelfzucht is niet alleen materieel, maar ook moreel.

 

Neem de pgb’s, de persoonsgebonden budgetten voor het inkopen van zorg. Het gaat niet alleen mis met het betalen van pgb’s maar ook in het morele oordeel van wie wel en wie niet een pgb krijgt.’

 

Frissen weigert daarvoor politici als de hoofdverantwoordelijke aan te wijzen. ‘Het ontbreekt aan leiderschap op alle niveaus. De huisarts is niet meer leidend in de zorg, de burgemeester niet meer in het bestuur en de hoofdonderwijzer niet meer in de scholen. Leiderschap wordt niet meer vanzelf geaccepteerd. Er is onder invloed van sociale media sprake van horizontalisering. Tegelijkertijd blijft de overheid steken in het verticale, door alles van bovenaf te willen bepalen.’

 

Er mag dus niet verwacht worden dat alleen de Europese voormannen als Van Rompuy of Barroso het goede voorbeeld moeten geven. ‘Als de directeur van een ziekenhuis [Hij doelt op directeur Smits van het Rotterdamse Maasstadziekenhuis die ondanks misstanden naast zijn forse salaris ook nog eens een forse bonus van 90 duizend euro opstreek red.] zoveel geld meekrijgt, krijg je het vertrouwen van de mensen in het bestuur niet terug. Dat werkt dus niet. Toch voel ik juist door dat soort voorbeelden, dat we op een punt zijn aanbeland dat een slag wordt gemaakt naar de waarden die er toe doen. Het kernbegrip waar het daarbij om draait voor iedereen is schuldbesef.’ 


Léon Frissen
De 61-jarige Léon Frissen stopt eind deze maand na ruim 6 jaar als commissaris van de koningin van Limburg. De geboren en getogen Limburger werkte in de jaren 70 bij de voormalige gemeenten Bingelrade en Jabeek.

 

In 1979 werd hij directeur van het CDA-bureau Limburg in Den Haag. Dat bleek een opstap naar het Kamerlidmaatschap; 8 jaar was hij CDA-Tweede Kamerlid, van 1986 tot 1994, toen het CDA bij de verkiezingen twintig van de 54 Kamerzetels verloor. Frissen stond toen 53ste op de kandidatenlijst.

 

Kort daarna werd hij burgemeester in Arcen en Velden. Als prominent regionaal CDA-bestuurder regisseerde hij de keuze van Jan-Peter Balkenende in 1999 tot CDA-leider. In 2001 werd Frissen burgemeester van Horst aan de Maas. Daar bleef hij, tot zijn verrassende benoeming in 2005 tot commissaris van de koningin in Maastricht.

 

Recent was hij ook voorzitter van de CDA-partijcommissie die de tweede grote verkiezingsnederlaag van vorig jaar analyseerde met opnieuw twintig zetels verlies, van 41 naar 21, wat het einde van Balkenende betekende. CDA-bestuurders moeten niet langer dan twee perioden op het pluche zitten, luidde één van de conclusies. Sinds mei dit jaar is Frissen lid van de Raad voor openbaar bestuur. Als gouverneur van Limburg wordt Frissen op 1 oktober opgevolgd door partijgenoot Theo Bovens.  

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie