Geweld tegen homo's
Een homostel in de Utrechtse Vinexwijk Leidsche Rijn zet zijn woning te koop. Het vlucht voor de aanhoudende treiterijen van allochtone jongeren uit de buurt. Na anderhalf jaar is de maat vol. Het stel heeft de daders aangewezen. De politie heeft toch geen bewijs. Burgemeester Wolfsen voelt zich machteloos. De voltallige gemeenteraad van Utrecht spreekt zijn afschuw uit.
Het doet denken aan het spreekwoord: ‘Ze hieven een glas, ze deden een plas en alles bleef zoals het was.’ Er zullen geen glaasjes gedronken zijn op deze onverkwikkelijke affaire, de verontwaardiging zal zeker oprecht zijn, maar alles blijft wel zoals het is. Hier past misschien meer het spreekwoord: ‘De handdoek in de ring gooien.’
Het is niet de eerste affaire in Utrecht. Al eerder werd een lesbisch stel uit de Utrechtse buurt Zuilen verjaagd. Ook in Amsterdam stijgt het geweld tegen homo’s. VVD-fractievoorzitter Robert Flos stelt op basis van cijfers dat het structurele vormen aanneemt. Zo werden de afgelopen weken in Amsterdam diverse homo’s en lesbo’s belaagd, in elkaar geslagen en bewusteloos gemept.
Amsterdam zou Amsterdam niet zijn als er niet wordt geprotesteerd. Afgelopen zondag nog werd onder leiding van de politieke bobo’s gedemonstreerd bij het homomonument. Lodewijk Asscher, interim-burgemeester van Amsterdam, GroenLinks-wethouder André van Es en PvdA-kamerlid Ahmed Marcouch waren in bezorgdheid tezamen.
Natuurlijk zijn er Kamervragen gesteld over het wegpesten van het homostel uit hun huis in Leidsche Rijn. Attje Kuiken en Hans Spekman, beiden PvdA, vragen aan de ministers van Binnenlandse Zaken en voor Wonen, Wijken en Integratie of het bestaande instrumentarium voldoende is om dit soort treiteraars aan te pakken.
De vraag stellen is hem beantwoorden, Sowieso is zwaarder straffen, zoals Kamerleden willen, een goede optie die ook preventieve werking heeft. Het risico bestaat dat de politiek weer een ingewikkeld, langdurig discussietraject opstart over al dan niet nieuwe wettelijke mogelijkheden tot aanpak. Homostellen moeten ongestoord kunnen wonen in Nederland, dat is een principekwestie. Het emotionele sympathisantengedrag van de Utrechtse politici en bestuurders in de media met de slachtoffers biedt geen oplossing.
De afgelopen dagen wordt onder druk van de negatieve publiciteit stukje bij beetje een beeld gecreëerd dat nu wél alles wordt gedaan om deze criminele jongeren te pakken. Maar is die keuze voor een daadkrachtige aanpak ook gemaakt in de eerste maanden dat de klachten binnenkwamen? Of is hier het spreekwoord van toepassing: ‘Als het kalf verdronken is, dempt men de put’?
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
En mocht dat niet helpen: die gasten oppakken en in de eigen wijk papiertjes laten prikken.
AMSTERDAM - De helft van de Marokaanse jongeren heeft voor zijn tweeëntwintigste jaar een misdrijf gepleegd. Dat blijkt uit een studie gedaan door criminologen en migratieonderzoekers voor het Tijdschrift voor Criminologie. Ook in de stad als Utrecht, Ritterdan, Gouda, Dordrecht, Eindhoven, Den Bosch, Arnhem, Breda, Tilburg heerst overlast.
Voor het onderzoek werd iedereen die in een bepaald jaar (1984) in Nederland is geboren, gevolgd tot hij of zij 22 jaar werd.
Uit de cijfers blijkt dat 14% van deze mensen minstens één keer met de politie in contact is gekomen voor een misdrijf. Bij Nederlandse mannen gaat het om 20%, bij Marokkaanse mannen om 54%.
Marokkaanse jongens zijn gemiddeld het jongst als ze voor de eerste keer als dader worden geregistreerd (17,6 jaar) en ze komen komen gemiddeld het vaakst met de politie in contact (4,1 keer).
Van de meisjes uit 1984 komt 5,4% minstens één keer in aanraking met de politie als dader. Marokkaanse meisjes (16,6%) vaker dan Nederlandse meisjes (4,5%). Ook Surinaamse en Antilliaanse meisjes plegen drie keer vaker een vermogensdelict met geweld dan Nederlandse meisjes.
In de inleiding schrijft de redactie van het tijdschrift dat "de relaties tussen criminaliteit en migratie grondige onderzoeksaandacht verdienen, maar dat ook kritische discussie nodig blijft om te voorkomen dat het onderzoek ongewild bijdraagt aan de uitsluiting van hele groepen migranten, die in meerderheid niets met criminaliteit van doen hebben".
Ien Dales heeft in het verleden een bindende verklaring opgesteld; een actie om te herhalen.