Geen komkommertijd in openbaarheid overheidsinformatie
Wie zou denken dat – na de storm van voor de zomer – het wat rustiger zou zijn op het gebied van overheidsinformatie en de beschikbaarheid daarvan heeft het goed mis. Zo werd de zomer ingeluid met de nodige kritiek op de VNG-lobby. Kritiek die ik al eerder nuanceerde in een column en gebeurde er meer op dit terrein. Om weer een beetje bij te zijn, bespreek ik hierna enkele opvallende actualiteiten.
Wie zou denken dat – na de storm van voor de zomer – het wat rustiger zou zijn op het gebied van overheidsinformatie en de beschikbaarheid daarvan heeft het goed mis. Zo werd de zomer ingeluid met de nodige kritiek op de VNG-lobby. Kritiek die ik al eerder nuanceerde in een column en gebeurde er meer op dit terrein. Om weer een beetje bij te zijn, bespreek ik hierna enkele opvallende actualiteiten.
Op de dag van verschijning van voornoemde column stemde de Eerste Kamer 12 juli in met het wetsvoorstel van minister Plasterk. Daarmee haalde Plasterk de initiatiefnemers van de Wet open overheid in en gaf hij gehoor aan een veel gehoorde roep in bestuurlijk Nederland: schrap de dwangsom uit de Wob. De wet van Plasterk – waarmee enkele bepalingen aan de Wob worden toegevoegd – treedt per 1 oktober a.s. in werking, zonder bijzonder overgangsrecht. Naast het loskoppelen van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen zal de Wob per die datum ook een andere financiële prikkel wegnemen. Bij misbruik kan dan namelijk geen sprake meer kan zijn van een proceskostenvergoeding. Die vergoeding vormt steeds meer de financiële prikkel nu veel overheden inmiddels wel tijdig lijken te besluiten maar dit soms gebrekkig doen.
De Wet open overheid zal deze zaken overigens ook regelen mocht dit wetsvoorstel daadwerkelijk tot wet worden verheven. Daarnaast zal die wet zelfs een antimisbruikbepaling kennen. Plasterk wilde daar niet op wachten. De Staten-Generaal dus kennelijk ook niet.
Naast dit wetgevingsgeweld verscheen er ook de nodige jurisprudentie. Hoewel proceskostenveroordeling van degene die een zaak aanspant tegen de overheid een bijzonderheid is, lijkt dit wel vaker aan de orde te zijn bij Wob-misbruik. Oordeelde eerder de rechtbank Rotterdam dit al. Recent deed de rechtbank Noord-Holland dit en in navolging daarvan ook de rechtbank Oost-Brabant. Die laatste kwestie kreeg de nodige publiciteit vanwege de hoeveelheid aan verzoeken en de aanleiding (ongenoegen met het betrokken bestuursorgaan).
Daarnaast ontstaat ook de indruk dat bepaalde gemachtigden op zwarte lijstjes staan van rechtbanken. Zo leert een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland dat – mede vanwege de betrokken gemachtigde – uitgangspunt is dat Wob-misbruik wordt verondersteld. Bijzonder is dat het vervolgens aan de eiser in die zaak is om te onderbouwen dat daarvan geen sprake is.
Toch is het niet allemaal kommer en kwel voor de verzoekers. Pogingen van bestuursorganen om de toestroom aan Wob-verzoeken te kanaliseren, door gebruik te maken van een formulier, is recent een halt toegeroepen. De Raad van State oordeelde dat – hoewel de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid geeft om formulieren voor te schrijven om een ordelijk verloop van aanvragen in de hand te werken in algemene zin heeft te gelden – de vormvrijheid die de Wob veronderstelt als het gaat om het doen van een Wob-verzoek zwaarder moet wegen. Zo legt de Awb het dus af tegen de Wob. Een formulier is nog altijd mogelijk, maar het niet gebruik maken daarvan vormt geen reden om het verzoek vervolgens niet te behandelen.
Zo bent u weer een beetje bij. Nu is het afwachten wat de maand oktober zal brengen. Dan moet de wijziging van de Wob immers in werking treden. Daarnaast is dan ook de behandeling in de Eerste Kamer van de Wet open overheid voorzien. Vast genoeg voer voor columns.
Cornelis van der Sluis
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.