Laat ‘de krullenbollen’ het lokaal bestuur niet verrommelen
Lokale politici moeten voorkomen dat er voorstellen in verkiezingsprogramma’s komen die de kwaliteit van lokaal bestuur onder druk zetten.
Op een bijeenkomst van een politieke partij waar ik als partijloze professional bij aanwezig was, sprak een partijprominent zijn ergernis uit over landelijke coalitieformaties. Nadat hij na een landelijke carrière vooral lokaal en provinciaal actief werd, irriteerde hij zich steeds meer aan de gesloten manier van coalitievorming. Het was iedere keer weer een onaangename verrassing te horen wat ‘een paar krullenbollen’ zonder enig lokaal democratisch gevoel nu weer voor wijzigingen aan het lokale systeem voorstelden.
Wat in een nieuw coalitieakkoord staat met betrekking tot het lokaal bestuur doet denken aan een loterij. In de besloten onderhandelingen lijken aanpassingen aan het lokaal bestuur als wisselgeld voor belangrijker geachte onderhandelingspunten te worden gebruikt. Onbegrijpelijke voorstellen belanden zo in een coalitieakkoord, want het maakt steun aan andere voorstellen mogelijk en/of niemand van de onderhandelaars is er echt op tegen.
Neem het afschaffen van de binnengemeentelijke decentralisatie en de Wgr+ onder de eerste kabinetten Rutte. Het stond lang niet in alle verkiezingsprogramma’s, miste inhoudelijke onderbouwing, kreeg forse kritiek van de Raad van State, maar toch gebeurde het. Alle kritiek werd terzijde geschoven. Het kabinet gaf zelfs toe dat voor het afschaffen ervan hun functioneren niet doorslaggevend was. Het stond in het coalitieakkoord, dus het moest gebeuren (uiteindelijk zelfs door een minister van een partij die eigenlijk tegen het voorstel was).
Het is aan lokale politici om hun kennis van en betrokkenheid bij het lokaal bestuur te gebruiken om druk te zetten binnen hun landelijke partijen
Voor lokale politici zijn dit soort processen uitermate frustrerend. Ze voelen zich terecht voor het blok gezet door landelijke maatregelen waar ze het nut niet van inzien. Maar machteloos staan ze niet. Onbegrijpelijke en ondoordachte voorstellen kennen doorgaans hun oorsprong in verkiezingsprogramma’s. Zo stonden in de meest recente edities plannen als het mogelijk maken van tussentijdse raadsverkiezingen of een einde aan de lokale willekeur bij wetshandhaving. Ze ontstaan soms uit ergernis bij een of meer landelijke politici over lokale praktijken, maar zijn doorgaans slecht doordacht. Met mogelijk grote gevolgen. Landelijke onderhandelaars zien namelijk de kwalijke gevolgen ervan niet en vinden dat ook niet zo interessant. Het betreft immers ‘maar’ het lokaal bestuur. En hoewel de onderhandelaars van de laatste kabinetten Rutte terughoudender zijn met grote ingrepen in het lokaal systeem, is het risico van ondoordachte voorstellen in de verkiezingsprogramma’s later dit jaar niet minder groot.
Gelukkig staan lokale politici niet machteloos. Ze kunnen iets doen. En wel nu. Het is aan lokale politici om hun kennis van en betrokkenheid bij het lokaal bestuur te gebruiken om druk te zetten binnen hun landelijke partijen. Voorkom dat er voorstellen in de verkiezingsprogramma’s komen die de kwaliteit van het lokaal bestuur onder druk zetten. Voer een ‘lokaal bestuur check’ uit die vragen beantwoordt als: Welk probleem lost het op? Wat zijn de nadelige (neven)effecten? En wat voor gevolgen heeft deze aanpassing voor andere onderdelen of instituties binnen de lokale democratie? Dat is de beste manier om te voorkomen dat straks achter gesloten deuren door toedoen van ‘de krullenbollen’ slechte lokale voorstellen in een nieuw coalitieakkoord verschijnen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.