Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Geef BOA meer vertrouwen’

Wethouder in Breda Greetje Bos is de kampioen van de boa’s en de buurtpreventie. ‘Het ergert mij enorm dat daar zo lacherig over wordt gedaan’, zegt de voormalige officier van justitie. ‘We moeten heel anders naar veiligheid in de stad kijken.’

06 maart 2020
Greetje-Bos-120.jpg

Wethouder en crimefighter Greetje Bos

‘Ik keek als een aap in een roestig horloge’, grapt Greetje Bos over haar eerste maanden als wethouder in Breda. De overgang in de zomer van 2018 van de hiërarchische wereld van het Openbaar Ministerie (OM) naar de ordeloze politiek in het gemeentehuis, was een ware cultuurschok voor een van ‘s lands bekendste officieren van justitie. ‘Bij het Openbaar Ministerie stond ik bekend als een officier die de rand opzocht. Ik wilde een doel bereiken. Ik ben minder een typische jurist die links kijkt, rechts kijkt, links kijkt – kan ik, kan ik niet? Maar toen ik hier kwam, merkte ik dat ik geen kaders meer had. Ik had geen idee wat mij te wachten stond, maar ik had wél met mijzelf afgesproken dat ik het sowieso een jaar zou volhouden. Vorig jaar zomer maakte ik de balans op. Ik had er echt lol in gekregen. Ik was niet meer de kip die naar het onweer kijkt.’

Greetje Bos (48) was achttien jaar officier van justitie geweest, toen ze in het voorjaar van 2018 door de Bredase VVD werd gevraagd om wethouder te worden in het nieuwe college van VVD (drie wethouders), D66 (twee wethouders) en PvdA (een wethouder). De Rotterdamse Bos kende de buurt goed, want ze was in 2015 vanuit de Maasstad in Breda neergestreken om daar de strijd aan te gaan met de georganiseerde criminaliteit. In 2017 meldde ze in de Volkskrant geschrokken te zijn van de vermenging van de boven- en onderwereld in Brabant. ‘Ik vind het hier een soort Sodom en Gomorra, als ik het heel eerlijk moet zeggen.’ No Surrender-oprichter Klaas Otto zou vanuit de cel opdracht hebben gegeven voor een aanslag op officier Bos; reden waarom het OM bij Bos’ overstap de gemeenteraad meldde dat ze voorlopig op een geheim adres buiten Breda zou bivakkeren. Inmiddels fietst de wethouder van wijk naar wijk en van afspraak naar afspraak door Breda.

‘Met haar halen we een echte crimefighter en topvrouw voor Breda en de VVD binnen’, riep de opgetogen VVD-fractievoorzitter Thierry Aartsen over de komst van Bos. Greetje Bos wilde graag wethouder in Breda worden, maar wel met portefeuilles die haar nauw aan het hart lagen. Dus financiën (Bos is een van de weinige juristen die kan rekenen), leefbaarheid en wijkveiligheid. Dat Breda met burgemeester Paul Depla al een uitgesproken crimefighter in huis had, was alleen maar mooi meegenomen. ‘We versterken elkaar’, zegt wethouder Bos.

Te laat
Een lang gekoesterde droom was het wethouderschap overigens niet. Greetje Bos: ‘Ik had er eerlijk gezegd niet zo diep over nagedacht of ik wethouder wilde worden, maar ik wist wel: ik ben gek als ik nee zeg, want als ik dat doe, krijg ik die vraag nooit meer.’

En het was tijd ‘om het publieke belang vanuit een totaal andere invalshoek te dienen. Ik zat als officier van justitie in een kleine wereld, maar wel fulltime. Dat bepaalt je beeld behoorlijk. Je bent ook áltijd te laat. Het leed is namelijk al lang geschied. Daar moet je echt tegen kunnen, want anders raak je erg gefrustreerd. Als officier doe je iets aan vergelding of genoegdoening, soms in een specifiek geval preventie, maar dat is het wel. Nu kon ik met de specifieke kennis uit mijn OM-tijd als wethouder heel diep de buurten in.’

Die buurten (en de inbrekers) hebben het geweten. Greetje Bos: ‘We moeten heel anders naar veiligheid in de stad kijken. Die begint bij de inwoners die de verantwoordelijkheid voor hun eigen veiligheid nemen. Buurtpreventie speelt daarin een essentiële rol. We hebben nu meer dan honderd buurtpreventiegroepen. Het ergert mij enorm dat daar zo lacherig over wordt gedaan. Als je met buurten in de stad en met dorpen organisatie, logistiek en kennis deelt en inwoners de kans en verantwoordelijkheid geeft om voor hun eigen buurt op te komen, dan gebeuren er hele mooie dingen. De woninginbraken in Breda zijn de laatste paar jaar enorm gedaald.’

De cijfers worden erbij gehaald: in 2017 werden 729 woninginbraken bij de politie gemeld, in 2018 663 en vorig jaar 531. ‘Dat kun je onmogelijk op het conto van de verschuiving naar organisatiecriminaliteit schuiven. Het werkt echt’, zegt Bos.

‘Ik zie dat ook met de thema’s die we hebben opgepakt, zoals cybercrimepreventie. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid is enorm enthousiast over onze aanpak, want dat gebeurt nergens. Vijfhonderd mensen die intekenen op een cybercrime-avond terwijl we plek hebben voor driehonderd. Voor dit jaar staat ondermijning in de buurt op de agenda.’

Zeef
Voor alle duidelijkheid: Greetje Bos is nu bijna twee jaar stadsbestuurder en geen officier van justitie meer – ‘de toga heb ik in 2018 definitief afgedaan.’ Maar zitten haar ervaring en kennis haar niet in de weg? Stel een mijnheer met een verleden wil in de wijk Hoge Vucht wat in de buurtpreventie gaan doen. ‘Daar heb ik nog geen last van gehad. Als het om namen gaat, ben ik gelukkig gezegend met een geheugen als een zeef. Het kan best zijn dat er dingen zijn langsgekomen waar ik als officier van justitie mee te maken heb gehad, maar op namen sla ik allang niet meer aan. Ik heb ook geen enkele aandrang meer om Breda met de bril van een officier te bekijken; ik kijk er nu alleen als bestuurder naar.’

Heel wat wethouders die met Greetje Bos in het voorjaar van 2018 startten, haalden de laatste kerst niet. Martine Leewis (GroenLinks) in Leiden bijvoorbeeld. Het wethouderschap beklemde haar. ‘Je trekt geen jas aan, maar een harnas’, vertelde ze vorige maand in Binnenlands Bestuur. ‘Ik deed juist een jas uit. Voor mij is het wethouderschap een bevrijding’, reageert Greetje Bos. ‘Ik voel mij hier als een vis in het water. Ik heb veel meer vrijheid van spreken. Als officier ben je heel erg rolbewust. Als wethouder ben je natuurlijk gebonden aan de kaders van het coalitieakkoord en je bestuurt collegiaal, maar ik kan en mag over de onderwerpen waarvan ik iets af weet van alles zeggen. En op de gebieden waar ik aantoonbaar meer verstand heb dan anderen, mag ik er zelfs héél veel over zeggen. Dat is niet alleen erg leuk, maar ook heel eervol.’

Waar Greetje Bos als wethouder leefbaarheid en wijkveiligheid in Breda van alles over mag en wil zeggen, is de buitengewoon ambtenaar (boa); in bestuurlijk Nederland toch lang gezien als noodzakelijk kwaad en geen zegen. ‘Ze verdienen krediet en respect’, zegt wethouder Bos. De veertig boa’s in Breda zouden wat haar betreft niet alleen meer bevoegdheden moeten krijgen, ze moeten ook worden uitgerust met een wapenstok en pepperspray.

Bodycam
De Bredase boa’s zijn sinds vorig jaar al wel uitgerust met een bodycam. Wethouder Bos: ‘Breda doet graag mee aan de pilot van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid om de boa’s op meer terreinen bevoegdheden te geven, zoals bij verkeer. Dat staat los van de uitbreiding van de verdedigingsmiddelen. We kunnen bij het ministerie in Den Haag vragen om bijzondere geweldsmiddelen, maar het ministerie geeft pas zijn akkoord als het van het lokale OM en de politie een positief advies heeft gekregen. Een eerdere aanvraag is afgewezen, maar nu dienen we hem weer in. Het is mij wel gegeven om die twee op inhoudelijke argumenten te overtuigen. Vijf jaar geleden hadden onze boa’s trouwens een wapenstok, maar die toestemming is ingetrokken. Het is hoog tijd dat ze die stok weer terugkrijgen.’ Bos heeft de politieke wind mee.

Minister Grapperhaus schreef de Tweede Kamer eind 2018 nog dat hij niet wilde ‘tornen’ aan het uitgangspunt dat geweldsmiddelen bij de politie thuishoren. ‘Het geweldsmonopolie blijft bij de politie. Het stelsel van toedeling van geweldsbevoegdheden blijft ongewijzigd’, schreef de minister. En hij zei ook: ‘Het laten binnentreden van boa’s binnen het terrein van de geweldsmonopolie zou niet matchen met opleiding en ervaring van politieagenten.’ Maar minder dan een jaar later stond het nieuws opeens bol van de berichten dat de minister met de politie en de BOA-bond een akkoord had gesloten over de bewapening van de boa’s. Begin dit jaar meldde de minister aan de Tweede Kamer dat hij zal komen met een ‘specifiek voor boa’s geldende regeling voor uitrusting en bewapening.’

Het kan Greetje Bos niet snel genoeg gaan. ‘Ik roep de minister van harte op om ja te zeggen op ons verzoek.’ Wat is er dan mis met het monopolie op geweld dat de politie nu heeft? Bos: ‘De politie trekt zich terug uit de wijken en richt zich op haar kerntaken. Dat merken wij hier in Brabant heel erg. De veiligheidstaken in de wijken komen in volle omvang bij de lokale handhavers en toezichthouders terecht. Je zou kunnen zeggen dat ze daar thuishoren, maar je ziet óók dat boa’s aantoonbaar meer te maken krijgen met bedreiging en agressie. Afgelopen zomer werd hier een vrouwelijke boa in elkaar getimmerd. Het is nu al zo dat wij onze boa’s niet meer naar bepaalde plekken sturen. Het buitengebied is zo’n plek. Daar gebeurt van alles.

De boa’s van Staatsbosheer zijn daarom bewapend. Onze boa’s moeten overal kunnen werken waar de politie feitelijk is vertrokken, maar dat kan nu niet omdat ze zich niet kunnen verdedigen. Ze hebben meer nodig dan handboeien en een bodycam.’

Vertrouwen
De welbekende vrees is, ook bij een aantal partijen in de gemeenteraad van Breda, dat boa’s niet kunnen omgaan met al dat wapentuig. ‘Dan heb je een vertekend beeld van de werkelijkheid’, zegt wethouder Bos. ‘Waarom hoor ik nooit positieve verhalen over boa’s die mensen te hulp komen of een buurtconflict beslechten? Namens ons zorgen zij ervoor dat de orde wordt gehandhaafd. Ook vanuit mijn kennis en ervaring bij het OM kan ik rustig zeggen dat onze boa’s voldoende zijn toegerust om om te gaan met de wapenstok en pepperspray.

Je ziet een toenemende professionalisering. Ik merk dat heel duidelijk in Breda. De boa’s trainen eigenlijk dezelfde integrale beroepsvaardigheden als de politie, inclusief het gebruik van geweldsmiddelen. Ze leren op te treden bij bijzondere situaties. Geef ze vertrouwen. Natuurlijk gaat er weleens iets fout, maar ik verzeker je: ik heb achttien jaar in de rechtszaal gestaan en ik weet dat politie, Openbaar Ministerie, advocaten en rechters óók fouten maken.’


CV
Greetje Bos (Rotterdam, 1971) studeerde van 1989 tot 1995 rechten en rechtswetenschappen in Rotterdam. Ze was van 1995 tot 2002 rechterlijk ambtenaar in opleiding en van 2002 tot 2009 officier van justitie in Rotterdam. Van 2009 tot 2016 was Greetje Bos officier bij het landelijk parket. Van maart 2016 tot juni 2018 was ze officier van justitie in Breda. Bos is sinds juni 2018 wethouder leefbaarheid, wijkveiligheid, financiën en energie in Breda. Ze is lid van de VVD.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie