Fred Spijkers denkt aan 'claim à la Oltmans'
Klokkenluider Fred Spijkers bereidt een miljoenenclaim tegen de staat voor. Ook wil hij dat alle over hem bestaande stukken die zijn opgeborgen in het Nationaal Archief, zo snel mogelijk openbaar worden.
Kort voor Kerstmis werd Spijkers, die tot 1993 bij Defensie in dienst was als bedrijfsmaatschappelijk werker, grotendeels in het gelijk gesteld in een herzieningsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep. De Centrale Raad oordeelde dat de opeenvolgende ministers van Defensie ‘een overwegend aandeel’ hebben gehad ‘in het ontstaan en voortbestaan van de verstoorde verhoudingen’, en dus het ontslag van Spijkers.
Verder stelde de Raad vast dat het optreden van de klokkenluider na een fataal mijnongeval in 1984 de oorzaak van het arbeidsconflict is geweest. Spijkers weigerde destijds om de weduwe van de omgekomen munitie-expert Rob Ovaa te vertellen dat haar man door eigen onvoorzichtigheid was verongelukt. Dit was hem door hogerhand opgedragen. Spijkers wist dat er in werkelijkheid problemen waren met het bewuste type mijn, dat een jaar eerder al aan zeven militairen het leven had gekost.
Spijkers, die in 2002 een schadevergoeding van 1,6 miljoen euro ontving, vindt dat de Staat nu opnieuw over de brug moet komen. Zijn raadsman Geert-Jan Knoops is bezig met een inventarisatie van de door zijn cliënt geleden schade. Spijkers zegt dat een vergoeding ‘à la Willem Oltmans’, die in het jaar 2000 een bedrag van 8 miljoen gulden ontving, op zijn plaats zou zijn:
‘De heer Knoops is bezig met een berekening, dus over de exacte hoogte van het bedrag kan ik me nog niet uitlaten. Wel hoop ik dat Defensie hiervoor een post PM op de begroting heeft staan. Want ik ben ruim 26 jaar lang genaaid door de Staat, en daar mag wel een bak geld tegenover staan.’
Volgens Spijkers moet onder meer worden geregeld dat zijn pensioengrondslag wordt vastgesteld. ‘En dat wordt hoog tijd, want 1 juli 2011 is mijn formele pensioendatum.’
De klokkenluider zegt in de eerste plaats het geld te willen waar hij recht op heeft. Verder zegt hij sinds 2002 ‘gigantische’ immateriële schade te hebben geleden. ‘In de tussentijd had ik plezierig kunnen leven, maar door toedoen van Defensie is me dat niet gegund geweest.’
Spijkers wil eveneens geregeld hebben dat alle door toenmalig staatssecretaris Cees van der Knaap (CDA) in het Nationaal Archief opgeborgen stukken op de kortst mogelijke termijn openbaar worden. Van der Knaap heeft een omvangrijk dossier over Spijkers in een kluis laten opbergen, als uitvloeisel van de belofte tot ‘administratieve rectificatie’. Volgens Spijkers is echter sprake van ‘verduistering’, en zijn in het dossier stukken opgenomen waaruit ambtsmisdrijven kunnen worden afgeleid.
Tot slot pleit Spijkers voor de oprichting van een volwaardig instituut dat klokkenluiders kan helpen en beschermen, en dat meldingen kan onderzoeken. ‘Defensie heeft zich schuldig gemaakt aan een samenzwering jegens mij. Wat mij is overkomen, mag niet nog iemand overkomen. De Staat heeft het recht verspeeld om géén klokkenluidersinstituut op te richten.’ Op één punt heeft Spijkers van de Centrale Raad geen gelijk gekregen. Volgens de Raad is niet aangetoond dat Defensie er op uit is geweest om de klokkenluider gek te laten verklaren.
Zaak-Spijkers ‘soort van beerputje’
‘Een soort van beerputje.’ Zo omschrijft PvdA-Kamerlid Angelien Eijsink de zaak-Spijkers naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Volgens haar moet Defensie bij zichzelf te rade gaan hoe het zover heeft kunnen komen dat Spijkers jarenlang is tegengewerkt en dat de Centrale Raad van Beroep in 1997 foutief is geïnformeerd.
Voorzitter Agnes Jongerius van de FNV, die de herzieningsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep voor Spijkers heeft betaald, zegt in een reactie dat eerder door haar met toenmalig staatssecretaris Jack de Vries gevoerde gesprekken ‘nu eindelijk een keer afgerond en nageleefd moeten worden’. Dan gaat het volgens haar om zowel financiële als immateriële zaken, ‘met als doel eerherstel voor de heer Spijkers’.
Binnenkort gaat Jongerius om tafel met minister Hans Hillen (Defensie, CDA), wiens eerste reactie volgens haar ‘erg zakelijk en zuinig’ was. Een felicitatie voor Spijkers was volgens haar op zijn plaats geweest.
Verder moet minister Donner (Binnenlandse Zaken,CDA) volgens Jongerius nu het initiatief nemen voor ‘een goede wettelijke regeling voor klokkenluiders in zowel de markt- als de publieke sector’.
Defensie laat bij monde van woordvoerster Sacha Louwhoff weten dat de minister nu eerst wacht op ‘een lijstje’ met bespreekpunten dat Jongerius later deze maand zal aanleveren. ‘We gaan het overleg aan. De bereidheid om er uit te komen is er, en is er altijd geweest.’
Leo Huberts, hoogleraar bestuurskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, noemt de uitspraak van de Centrale Raad klip en klaar: ‘De rechter heeft nu vastgesteld dat er sprake is geweest van bewust beleid om een klokkenluider uit te schakelen. En het lijkt er op dat dit tot op het hoogste niveau bekend is geweest. We hebben het dus niet over een dommigheidje van een lagere ambtenaar, maar over een bewuste strategie. Wat mij nu bezighoudt, is de vraag: hoe heeft dit in hemelsnaam al die decennia kunnen gebeuren, en hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen?’
Volgens Huberts schreeuwt het arrest van de Centrale Raad van Beroep om een vervolg. ‘Veel zal afhangen van de vraag hoe Defensie hier op reageert. Ook hoop ik dat de minister van Binnenlandse Zaken in deze uitspraak aanleiding ziet om vaart te maken met de oprichting van een meldpunt voor integriteitsschendingen en de rechtsbescherming van klokkenluiders. En gebeurt dat andermaal niet, dan zou de Tweede Kamer eindelijk een keer in actie moeten komen.’
En pak dan meteen al die ambtenaren en bewinslieden aan die dit land verziekten met deze misdaden. Elke burger en zeker de familie O. verdienen het dat iemand deze beerput opent.
SUCCES gewenst.