Advertentie

‘Fouten maken en toch integer zijn’

Burgemeesters verplichten te verhuizen, maar het regelen daarvan overlaten aan het lokaal bestuur, kan niet meer. ‘De rechtspositie van burgemeesters moet aan de eisen van de tijd worden aangepast’, zegt Stefan Hulman, bijna ex-burgemeester van Den Helder.

10 april 2009

Stefan Hulman doet zelf de voordeur open van zijn woning aan de Vogelenzang in Julianadorp, het villadorp van Den Helder. Tot 1 mei woont Hulman hier nog, dan eindigt zijn burgemeesterschap van Den Helder vanwege een omstreden, niet-verstrekte vergoeding voor dubbele woonlasten. Hier zit geen burgemeester die blij is dat hij bijna kan vertrekken. ‘Het gaat matig.’

 

Hulman betrok dit huis in oktober 2007 na zijn benoeming tot burgemeester van Den Helder. De oud-VVD-wethouder van Rotterdam wilde zo snel mogelijk aan zijn wettelijke verhuisplicht voldoen. Hij moest zijn huis in de Maasstad nog verkopen. Maar dat leek geen probleem. Een jaar later, afgelopen herfst, bleek dat toch lastig.

 

Het aanhouden van twee woningen stelde Hulman voor steeds zwaardere financiële problemen. ‘Achteraf gezien, had ik niet zo snel moeten verhuizen. Omdat we dan een andere discussie hadden gekregen. Maar goed, ik heb in november de vraag gesteld of de gemeente vanwege de wettelijke verhuisplicht voor burgemeesters een rol kon spelen. Ik vond het logisch om er met elkaar naar te kijken en realiseerde mij dat er altijd een vorm van discussie zou ontstaan omdat het over mijn financiële positie ging. Ik wilde niet het verwijt krijgen dat ik zou sturen op het proces of de inhoud. Ik vind dat nog steeds een goed uitgangspunt, maar het is, moet ik vaststellen, verkeerd uitgepakt.’

 

Niet gecontroleerd

 

De Helderse wethouders kenden in december Hulman een brutovergoeding voor dubbele woonlasten toe van 3200 euro per maand voor een periode van uiterlijk twee jaar. Toen daarover vragen in de Helderse raad werden gesteld, besefte Hulman dat niet alle feiten over zijn financiële positie op tafel waren gekomen.

 

‘Dat ik dat niet actief heb gecontroleerd, reken ik mijzelf aan. Ik constateer dat accountant Deloitte, die vervolgens alles onderzocht heeft, mij een compliment geeft over de openheid om informatie ter beschikking te stellen.’ Er ontstond oproer. Het gemeentehuis werd beklad. ‘Er werd geschreven dat mijn huis ook is beklad. Dat is niet waar. En dat mijn dienstauto is besmeurd. Ik heb geen dienstauto en mijn auto is niet beklad. En er stond in de krant dat ik bedreigd ben en hier politiebewaking heb gekregen. Is allemaal niet waar.’

 

Wat wel waar is, was dat minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst de regeling in strijd met de wet kwalificeerde. En dat de wethouders concludeerden dat Hulman hen niet volledig had geïnformeerd. Ze zegden het vertrouwen in hem op. Er volgde een bemiddelingspoging die niets opleverde. Hulman moest daardoor zijn taken neerleggen, zonder dat hij ooit de kans had gekregen om zich in de raad te verantwoorden.

 

Op initiatief van de Noord-Hollandse commissaris van de koningin, Harry Borghouts, kwam er daarna een regeling, die afgelopen maandag door de Helderse raad is goedgekeurd: de gemeente koopt Hulmans villa in Julianadorp voor 580 duizend euro, Hulman neemt per 1 mei ontslag en ziet af van eventuele schadeclaims.

 

Overeenkomst

 

Wat Hulman daarvan allemaal vindt en wat hij van het optreden van raad en wethouders vindt, houdt Hulman voor zich. ‘Ik acht mij gebonden aan de overeenkomst dat ik daarover niets zeg. Ik wil alleen iets zeggen over mijn eigen rol. Dat ik niet actiever heb gecontroleerd of men alle informatie had, reken ik mezelf aan en kan men naïef, onhandig of oenig noemen. Daar kan ik mee leven, maar niet met het verwijt dat ik informatie bewust heb achtergehouden en dat ik niet integer ben. Daar verzet ik mij fel tegen. Je kunt als mens fouten maken en toch integer zijn.’

 

Declaratiegedrag

 

Door de affaire kwam zijn declaratiegedrag in Den Helder en Rotterdam ook onder het vergrootglas te liggen. In Rotterdam gebeurde dat op verzoek van PvdA-fractievoorzitter Peter van Heemst, die ook vraagtekens plaatste bij Hulmans recht op wachtgeld tot 2010 als ex-wethouder in de Maasstad. ‘In beide gevallen is vastgesteld dat er niets aan de hand was met mijn declaraties. Van Peter van Heemst had ik verwacht dat hij mij gebeld of gemaild had. Dan had hij kunnen vragen hoe het precies zit in plaats van electoraal te lopen scoren. En dat terwijl ex-Kamerleden ook wachtgeld krijgen.’

 

Wat Hulman goed deed in de kwestie waarover hij publiekelijk vanaf december niets kon zeggen, zijn de reacties van de burgers van Den Helder - ‘ik heb drie vervelende kaartjes gehad, en ik krijg nog dagelijks positieve reacties’ - en van collega-burgemeesters. ‘Ik heb uit het hele land hartverwarmende reacties gehad van collega’s van alle politieke achtergronden.’

 

Dat enkele burgemeesters zoals Simone Dirven uit Dongen en Harry de Vries uit Lingewaard, klaagden moeite te hebben hun verhuisproblemen op te lossen door de toestanden in Den Helder, neemt Hulman voor lief. ‘Dat valt in het niet bij de vele prettige reacties die ik heb gehad. Dat deze zaak geen goed heeft gedaan aan het aanzien van het ambt spijt mij buitengewoon.’

 

Hulman hoopt dat zijn casus door het ministerie wordt aangegrepen voor fundamentele oplossingen om herhaling van dit soort voor het burgemeestersambt schadelijke discussies te voorkomen. ‘Je kunt de verhuisplicht uit de wet halen, maar daar ben ik zelf geen voorstander van. Je kunt ook de verhuisplicht fatsoenlijk faciliteren. Wat je niet kunt doen, is de wettelijke verhuisplicht handhaven en tegen burgemeesters vervolgens zeggen: zoekt u het zelf in overleg met raad en college maar uit.’

 

Rechtspositie

 

Het allerbelangrijkste is volgens Hulman de modernisering van de rechtspositieregeling voor burgemeesters. Dat biedt de mogelijkheid discussies over bijvoorbeeld dubbele woonlasten niet langer meer over te laten aan het lokale politieke debat.

 

‘Er ligt al jaren een wetsvoorstel bij de Kamer om de rechtspositieregeling te regelen. De wethouder, gedeputeerde, Kamerlid, minister en staatssecretaris hebben recht op wachtgeld. Bij vertrek heeft de burgemeester geen recht op wachtgeld. We moeten niet vergeten dat de burgemeester ook een politieke bestuurder is geworden door de nieuwe wijze van benoemen. De raad draagt hem voor maar voert ook de evaluatie- en functioneringsgesprekken en dus is de burgemeester veel meer onderhevig aan het politieke debat. Daar hoort dus een bij de tijd passende rechtspositie bij.’

 

Einde oefening

 

Voor Hulman is het einde oefening in het openbaar bestuur. VVD-partijvoorzitter en ex-burgemeester van Rotterdam, Ivo Opstelten, adviseerde zijn partijgenoten vorige maand Hulman niet meer voor te dragen voor publieke functies. ‘Dat kwam rauw op mijn dak vallen, zeker omdat ik Ivo goed ken. Maar als de voorzitter van de partij aangesproken wordt op wat er hier gebeurde, begrijp ik best dat hij daarover iets moet zeggen. Er is een bepaald beeld en ik begrijp dat er tijd nodig is om dat te herstellen. Ik had ook graag van tevoren met Ivo daarover gesproken. Achteraf is dat gesprek er toch gekomen, ook met Uri Rosenthal (voorzitter VVD-fractie in de Eerste Kamer en VVD-bestuurslid, red.) en dan zit er niet zo heel veel verschil meer in hoe we hierover denken.’

 

Van burgemeester tot burger

 

Stefan Hulman (Amstelveen, 27 januari 1966) werd als wethouder van Rotterdam per 15 juni 2007 benoemd tot burgemeester van Den Helder. In het najaar van 2007 komt Hulman in Den Helder wonen. In december 2008 vraagt hij het college om een tegemoetkoming omdat hij met hoge lasten zit, zijn huis in Rotterdam is nog steeds niet verkocht. De wethouders besluiten hem een vergoeding van 3200 euro per maand met terugwerkende kracht tot 1 september 2007 toe te kennen. De tegemoetkoming zou van kracht blijven tot uiterlijk 1 augustus 2009 of zoveel eerder als hij zijn woning in Rotterdam verkoopt.

 

De PvdA-fractie in Den Helder verzet zich tegen de vergoeding. Vervolgens blijkt dat Hulman niet volledig te zijn geweest over al zijn inkomsten: hij heeft een huis in Spanje met een extra hypotheek, wachtgeld van Rotterdam en het inkomen van zijn vrouw niet gemeld. Minister van Binnenlandse Zaken Ter Horst keurt het besluit van de wethouders af. De wethouders van Den Helder zeggen het vertrouwen in Hulman op.

 

Commissaris van de koningin Harry Borghouts last een geheime bemiddeling in. Onder leiding van mediator Machteld Pel vinden er zeven gesprekken plaats, zonder succes. Hulman legt zijn taken neer in afwachting van een regeling. De Helderse raad gaat akkoord met het voorstel van Borghouts om de woning van Hulman in Julianadorp te kopen, voor 580 duizend euro.

 

In ruil daarvoor neemt Hulman per 1 mei ontslag en ziet hij af van wachtgeld en schadeclaims. Tot juni 2010 heeft Hulman recht op wachtgeld uit Rotterdam waar hij van 2002 tot 2007 wethouder was. Daarvoor was Hulman raadslid in Rotterdam en Statenlid in Zuid-Holland. VVD-voorzitter en ex-burgemeester van Rotterdam Opstelten vindt dat zijn partij Hulman niet meer moet voordragen voor publieke functies in het openbaar bestuur.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie