Fijn portfolio
What’s good for General Motors, is good for the USA, zei Obama tijdens Pinksteren. Maar General Motors was ondertussen wel technisch failliet en het bedrijf kan alleen met staatssteun overleven. Nationaliseren als nieuw recept.
Onze ABN Amro was al eerder staatsbedrijf geworden, ING en andere worden inmiddels sterk publiek gefinancierd. In andere sectoren is ook sprake van publieke financiële injecties, bijvoorbeeld thuiszorggigant Meavita die met publiek geld in leven wordt gehouden.
Gemeenten laten zich evenmin onbetuigd. Zij proberen lokale, gezonde bedrijven die door de crisis in de problemen komen te redden, om banen te behouden en kostbare uitkeringen te voorkomen. Zij volgen de weg die al gebruikelijk is bij voetbalclubs. Menig gemeente houdt met uiteenlopende constructies de plaatselijke club overeind: via aankoop of verkoop van stadions, grondtransacties of zelfs via de gunning van lucratieve contracten door gemeenten aan derden, die vervolgens de lokale voetbalclubs sponsorden.
Daarnaast gebruiken gemeenten de mogelijkheid om bijstand te verlenen aan zelfstandigen. Dat is bedoeld ter ondersteuning van zelfstandigen die tijdelijk in financiële problemen zijn gekomen of dreigen te komen. Vandaag de dag wordt veel van de overheid verwacht. Op tijd betalen, sneller of extra investeren en zo nodig garanties, leningen of bedrijfssteun verstrekken.
Allemaal goed en wel, maar het roept veel vragen op, Zijn al deze vormen van staatssteun en nationalisering signalen van een wending, weg van het klassieke, vrije marktkapitalisme? Zijn het tekenen van een nieuw tijdperk waarin ook in de private sector publieke waarden worden gerealiseerd? Gaat de overheid ook de industrie steunen, kranten, verzekeraars?
Enkele gedachten dringen zich op. Voordat overheden bedrijfssteun verlenen, moet worden bedacht dat zij publiek geld beheren. Dat is schaars en de komende jaren zal het voor Rijk, provincies en gemeenten heel krap worden. Reden te meer om op korte termijn niet al te scheutig te zijn, de crisis kan nog veel erger worden.
Ten tweede is het maar de vraag of overheden het oordeel toekomt welk bedrijf al dan niet gered moet worden. Dat er systeembanken (moeten) zijn is nog uit te leggen, maar waarom moet de overheid de zorgverlener, het ziekenhuis, de scheepswerf, de drukkerij, de regionale krant redden? Interventies kunnen snel opportunistisch worden.
Eén ding is zeker, alleen bedrijven die door banken al zijn afgeschreven kloppen aan. Fijn portfolio! Beter is het als uitgangspunt te nemen dat de markt nu eenmaal correcties uitvoert. Alleen de beste bedrijven overleven en slechts in wel omschreven, uiterste gevallen kan staatsteun worden verleend.
Als er, ten derde, een interventie plaatsvindt, moet deze tijdelijk van aard zijn en begrensd qua doelstelling. Het is dan wel opportuun publieke waarden te verankeren in het bedrijf en malle, excessieve bonusregelingen te beëindigen, zoals Bos doet bij banken, milieuwaarden centraler te stellen in de bedrijfspolitiek en de werkgelegenheid zoveel mogelijk te borgen.
Maar welke interventie er ook nog in het verschiet ligt, tijdige en ruimhartige betrokkenheid van parlement, Provinciale Staten en gemeenteraad is onontbeerlijk. Zij moeten het laatste woord hebben, niet het nakijken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.