Advertentie

Extra partijen nodig voor coalities

De versplintering van het politieke landschap door de raadsverkiezingen maakt dat in de vijftig grootste gemeenten meer partijen nodig zijn om een meerderheidscollege te vormen.

12 maart 2010

In achttien grote steden zijn sowieso één of meer partijen extra nodig dan in de vorige collegeperiode om er een meerderheidscollege te vormen. Daarmee groeit ook de kans dat het aantal wethouders stijgt.

 

Amsterdam is het meest illustratief. PvdA en GroenLinks kunnen samen alleen verder als het college wordt uitgebreid met een derde partij. Hun leiders, Lodewijk Asscher (PvdA) en Maarten van Poelgeest (GroenLinks), mikken daarom op een coalitie met D66 en dat kan leiden tot uitbreiding naar acht wethouders.

 

Ook in Eindhoven en Vlaardingen (van drie- naar een vier- of vijfpartijencoalitie), Den Bosch en Delft (van een vier- naar een vijfpartijencoalitie), Maastricht, Ede, Sittard-Geleen, Helmond, Hengelo, Amstelveen, Purmerend en Hoorn (van drie- naar vierpartijencollege) en Almelo (van twee- naar driepartijencoalitie) is uitbreiding van het aantal collegepartijen onafwendbaar. Uitbreiding van het aantal collegepartijen van drie naar vier partijen is onvermijdelijk in Rotterdam, Den Haag en Almere. Theoretisch zijn hier ook kleinere colleges en dus minder bestuurders mogelijk.

 

In Rotterdam zouden de twee kemphanen PvdA en Leefbaar dan samen moeten gaan. In Den Haag en Almere, de beide steden waar de PVV van Geert Wilders debuteerde, zou een driepartijencollege van PVV , PvdA en VVD op een meerderheid in de raad mogen rekenen, maar daarvoor ontbreekt de bereidheid.

 

Ook in Arnhem lijkt uitbreiding van het aantal collegepartijen onvermijdelijk tenzij SP, PvdA en VVD elkaar weten te vinden. Daarvoor moeten na de breuk van 4 jaar geleden eerst de nodige plooien gladgestreken worden tussen verliezer PvdA en winnaar SP, beide met zeven zetels de grootste partij in de Gelderse hoofdstad. Als dat gebeurd is, deze week zijn beide partijen begonnen, moet er nog een akkoord worden gesloten met de VVD . Zo niet, dan gaat Arnhem van een drie- naar minimaal een vierpartijencoalitie.

 

Uitbreiding van het aantal collegepartijen is niet per se nodig in steden als Groningen, Enschede en Heerlen, maar lijkt gezien de politieke verhoudingen en versplintering ook niet echt reëel. In Groningen moeten PvdA en GroenLinks dan de SP als coalitiepartner inruilen voor de VVD .

 

Kleiner

 

Ondanks de versplintering van het politieke landschap zijn er twaalf steden waar het mogelijk is om met minder partijen een college te vormen dan in de vorige raadsperiode.

 

In Tilburg, waar de PvdA na het vertrek van de Lijst Smolders niets verloor en haar elf zetels behield, is een paarse coalitie met D66 en VVD mogelijk die steunt op een krappe meerderheid van één zetel. Een paarse coalitie kan ook in Hilversum het aantal collegepartijen verminderen van vier naar drie. Utrecht kan van een vier- naar driepartijencoalitie: GroenLinks, PvdA en D66 hebben zelfs een riante meerderheid.

 

Breda kan terug van een vierpartijen- naar een driepartijencoalitie en heeft daarvoor zelfs verschillende mogelijkheden: in ieder geval altijd met de VVD , die met twee partijen uit het trio PvdA, CDA en D66 zo’n coalitie kan vormen. Apeldoorn kan terug van vijf naar vier partijen, maar omdat dan het aantal wethouders door politieke verhoudingen naar minimaal zes gaat, bestaat de kans dat er toch een college van vijf partijen gevormd wordt om op maximaal vijf wethouders uit te komen.

 

In Dordrecht heeft de grote winnaar, de lokale partij Beter voor Dordt die van 6 naar 15 zetels ging, de sleutel in handen om een tweepartijencoalitie te vormen in plaats van het huidige vierpartijencollege. Nodig is daarvoor een akkoord met een van de verliezende collegepartijen, PvdA of VVD .

 

In Spijkenisse en Lelystad hebben lokale partijen, Onafhankelijk Nieuw Spijkenisse en Inwoner Partij Lelystad, de sleutel in handen om kleinere colleges te vormen. Maar ook hier kan de praktijk anders uitpakken, net als in de achttien grote steden waar in beginsel evengrote coalities gevormd kunnen worden als in de afgelopen periode.

 

Liever samen, ook in Dinkelland
Lokaal Dinkelland slaagde er in om de absolute meerderheid (56,4 procent) te behalen en ging van zeven naar twaalf zetels (van de 21). Het formeren van een nieuw college lijkt een fluitje van een cent, maar niets is minder waar. ‘Wij hebben te vaak stemuitslagen in de raad gezien van twaalf tegen negen. Hoe groter de meerderheid en hoe meer het beleid wordt gedragen, hoe beter het is. Wij hebben ook niet de arrogantie dat we het allemaal alleen kunnen. Daarom vormen we graag met een partner een college’, zegt lijsttrekker Alfons Steggink. Van de twee oude collegepartijen bedankte het CDA voor de eer - mede door de achteruitgang van negen naar zes zetels.

 

De PvdA, die terugging van drie naar één zetel, trok zich terug. Lokaal Dinkelland voert onderhandelingen met de VVD die twee zetels behield. Eén probleem: de VVD vindt dat er vanwege bezuinigingen bestuurd moet worden met minder wethouders. Logisch zou zijn: drie Lokaalwethouders en één VVD’er, maar dat zou een groter college betekenen. ‘En dan weet je dat je in de eerste raadsvergadering iedereen over je heen krijgt’, aldus Steggink. Dan maar een college met één eigen wethouder en één van de VVD? Het college krijgt daarme één wethouder minder dan in de afgelopen periode. ‘Daarover moeten we nog overleggen’, zegt Steggink. Dinkelland is niet de eerste gemeente met een nieuw college. Noord-Beveland en Tholen waren er het snelste uit. Ze troefden zelfs Bergeijk en Zoeterwoude af, waar in zetels niets veranderde.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie