Europese Unie schept populisme
De Europese Unie wordt steeds ambitieuzer, maar is tegelijkertijd steeds minder goed aan de Europese burger te verkopen.
De Europese Unie wordt steeds ambitieuzer, maar is tegelijkertijd steeds minder goed aan de Europese burger te verkopen. Iedereen begrijpt dat dit niet goed kan blijven gaan.
De financieel-economische crisis heeft volgens velen duidelijk gemaakt dat de Europese Unie onvermijdelijk op meer economische eenheid afstevent. Hoe kunnen de lidstaten van de Europese Unie een harde euro houden, betogen zij, zonder een sterke economische en politieke samenwerking, die als vanzelf ook de overdracht van soevereine bevoegdheden aan Brussel inhoudt?
Onder leiding van de Duitse bondskanselier Merkel en de Franse president Sarkozy hebben de Europese regeringsleiders een maand geleden afspraken gemaakt over de euro en de nationale begrotingstekorten. Deze plannen waren een stap in de richting van een politieke unie, maar werden door de andere regeringsleiders afgezwakt. Wat die nieuwe, afgezwakte plannen voor meer samenwerking nu precies inhouden, daarover bestaat verschil van mening. Maar de voorstanders van politieke integratie wrijven al in hun handen nu zij zien dat de winstbelasting voor bedrijven overal in Europa gelijkgesteld moet worden en de eis gekomen is dat elke lidstaat zijn begroting vooraf aan de Europese Commissie moet laten zien. De Europese Commissie komt daarna met aanbevelingen, en het is ongetwijfeld niet de bedoeling dat alle nationale lidstaten – en niet alleen landen als Italië, Griekenland en Portugal - die aanbevelingen slechts voor kennisgeving aannemen.
Dat proces gaat blijkbaar gewoon door. En dat is toch vreemd, want de Tweede Kamer heeft vorige maand twee moties aangenomen waarvan de kern is dat de Europese Unie zich niet tot een Europese Politieke Unie mag ontwikkelen en dat het kabinet elk Brussels initiatief in die richting moet tegenhouden. Die moties waren het initiatief van ChristenUnie-Kamerlid Arie Slob en werden met een grote meerderheid aanvaard. Alleen de fracties van D66 en GroenLinks stemden tegen.
De fracties van GroenLinks en D66 hebben weliswaar die stemmingen in de Tweede Kamer verloren, maar zullen daar niet al te rouwig om zijn. Zij zien natuurlijk ook dat de nationale soevereiniteit van lidstaten steeds meer wordt uitgehold ten koste van een federaliserend Europa. De ene werkelijkheid is toenemende samenwerking en economische en politieke integratie, de andere werkelijkheid is de werkelijkheid van de twee ChristenUnie-moties en van politici die hun kiezers nog altijd voorhouden dat ze geen millimeter toegeven aan de Brusselse expansiedrift.
Nu kun je zeggen dat de Europese Unie eigenlijk altijd een grote fuik is geweest waar de lidstaten geacht werden langzaam maar zeker in te verdwijnen zonder dat hun burgers te vertellen. Deze misleiding was vanaf het begin zelfs de opzet. Er zijn tal van uitspraken bekend, onder andere van grondlegger Monet, waarin de combinatie werd bepleit van verdere Europese integratie met een verhaal aan de burgers dat daar geen sprake van was. Nu zijn burgers inmiddels beter geïnformeerd dan ten tijde van de stichting van de Europese samenwerking, maar erg serieus worden ze nog altijd niet genomen. De truc van het verhullende taalgebruik wordt nog altijd toegepast. Het inleveren van nationale beleidsruimte heet nu bijvoorbeeld ‘coördinatie’. Toen een deel van de Europese bevolking zich tegen een nieuwe Grondwet uitsprak, werd die onder een andere naam (Verdrag van Lissabon) alsnog aangenomen.
Maar de prijs van a zeggen en b doen is een blijvende euroscepsis. Die uit zich bijvoorbeeld in de vraag waarom landen die altijd goed hebben opgepast nu moeten gaan betalen voor de steken die slordige Grieken en Portugezen hebben laten vallen. In Finland kozen de burgers voor hun eigen land en stemden massaal op de partij van de Ware Finnen. Dat Europese solidariteit grenzen kent bleek ook uit het Franse besluit om economische vluchtelingen uit Tunesië bij de Italiaans-Franse grens tegen te houden. Tegelijkertijd stemde het Europees Parlement nog geen week geleden in met maatregelen tegen een mogelijk nieuwe eurocrisis die de Europese Commissie een grotere rol gaan geven. Die maatregelen gaan verder dan de lidstaten van de Europese Unie (zeggen te) willen.
Verzet van burgers en ressentiment ontstaat en groeit vanaf het moment dat zij het gevoel hebben dat zij geen grip meer hebben op ontwikkelingen die hun leven raken. Wanneer de publieke opinie en de politieke ontwikkelingen uit elkaar gaan lopen, ontstaat er steevast een spanning waarbij burgers het idee krijgen dat de ontwikkelingen niet alleen hun directe belangen maar ook hun identiteit raken. De dingen overkomen hen, ze geven ze niet zelf vorm.
Deze euroscepsis die gemakkelijk in cynisme overgaat, is natuurlijk een van de belangrijkste achtergronden van het populisme – en is in die vorm niet meer dan de illusie dat de verloren grip op het leven door een scherp ‘nee’ kan worden hersteld.
Bart Jan Spruyt
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ze niet met rust laat,vernedert.
Een betere zaak zou zijn om ieder land een gelijk aantal zetels te geven, bijv. 10. Gelet op het aantal landen heb je dan al een zeer groot parlement. Het voordeel is dan dat de stemmen van een klein land een gelijk gewicht in de schaal legt.
Wie niet horen wil..