Europa kritischer op staatssteun
De Europese Commissie gaat voortaan behalve juridisch ook economisch toetsen of overheidssteun aan bedrijven geoorloofd is.
De Europese Commissie (EC) gaat strenger toetsen of overheden bedrijven ongeoorloofd steunen. Voortaan moeten economische effecten van staatssteun worden gemeten. Hoe groter de steun, des te zwaarder de toets. Een juridische toets of overheidssteun aan bedrijven dan wel projecten is toegestaan, was al verplicht. Een economische onderbouwing moest in theorie al worden gegeven, maar de EC hechtte er in de praktijk niet echt aan. Hoewel er uitzonderingsregels zijn, is gemiddeld genomen alle steun boven 200.000 euro - voor een periode van drie jaar - meldplichtig. Van steun boven dat bedrag kan volgens de EC namelijk een concurrentieverstorende werking uitgaan.
Bijzonder hoogleraar Europees recht en decentrale overheden, Bart Hessel, verwacht dat steunverlening moeilijker zal worden. Voorgeschreven is dat economen de economische gevolgen van de steun in beeld brengen in een heuse effectrapportage. 'Zo kunnen politici minder makkelijk leuke dingen doen voor hun inwoners', aldus Hessel. Ook Ilze Jozepa, adviseur staatssteun van kenniscentrum Europa Decentraal in Den Haag, denkt dat die verplichte economische analyse het voor decentrale overheden ingewikkelder maakt overheidssteun te verlenen, maar verwacht dat veel van de steun van gemeenten onder die drempel van twee ton zal blijven. 'Het zijn met name de grote steden en de provincies die hinder kunnen gaan ondervinden. Zij moeten gaan vergelijken wat er zou gebeuren zonder subsidie en wat er gebeurt dankzij die extra overheidssteun', zegt ze.
De aangescherpte regels zijn bedoeld om de overheden nog meer te dwingen om te kijken of steun wel nodig is en dat er niet één partij wordt bevoordeeld. De bewijslast ligt bij de subsidieverstrekker. 'Maar de kosten van de vergelijkende studies en effectenanalyses kunnen worden neergelegd bij de ontvanger. Bedrijven voeren dat soort onderzoek immers uit bij het opstellen van hun bedrijfsplannen', zegt Jozepa.
Veel werk
De verwachting is dat vooral adviesbureaus veel werk krijgen, omdat overheden en bedrijven de vereiste specifieke economische expertise voor het opstellen van dergelijke rapportages niet hebben, zegt Peter Papegaai, ambtenaar economische zaken van de provincie Gelderland. 'Dus doe je die rapportages maar naar eigen eer en geweten', zegt hij. 'Het nut ervan is twijfelachtig. Vertel mij maar eens wat het economisch voordeel is van het opknappen van een winkelstraat? Een winkelier zal zeggen dat hij er geen kilo kaas meer door verkoopt.'
'Agentschap tegen Europese bloopers'
Overheden moeten beter samenwerken om fouten met Europese regels te voorkomen. Een apart agentschap is volgens promovendus Cornelis van der Sluis de oplossing. Dat agentschap zou een platform voor informatie- en kennisuitwisseling moeten zijn, maar ook moeten laten zien op welke wijze provincies, gemeenten en waterschappen Europese regels wel of niet uitvoeren. Van der Sluis concludeert dat in zijn proefschrift In wederzijdse afhankelijkheid, dat hij vandaag verdedigt aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In geval van fouten, is de centrale overheid aansprakelijk. Zo moest Nederland de EU miljoenen euro's terugbetalen, toen lokale overheden de besteding van Europese structuurfondsen in de jaren '90 onzorgvuldig hadden afgehandeld.
Volgens Van der Sluis heeft het rijk behoefte aan toezichtsinstrumenten. Nieuwe instrumenten zijn overigens niet nodig. Volgens Van der Sluis volstaan de bestaande instrumenten van schorsing, vernietiging en taakverwaarlozing. Maar wat vooral van groot belang is, is preventie. 'Centrale en decentrale overheden zijn van elkaar afhankelijk en zouden meer kennis en informatie moeten uitwisselen om schendingen van Europese regels te voorkomen', stelt hij. Het bestaande kenniscentrum Europa Decentraal zou een belangrijke rol kunnen spelen.
Meer klachten, strengere regels
Staatssteunregels zijn bedoeld om gelijke concurrentieverhoudingen te garanderen. Hoewel geschreven voor de Europese lidstaten, gelden ze ook voor provincies, waterschappen en gemeenten. Eind jaren negentig drong bij decentrale overheden door dat overheidssteun aan bedrijven - uiteenlopend van grondverkoop tegen een te lage prijs, leningen tegen niet-commerciële voorwaarden tot rechtstreekse subsidies - als staatssteun kon worden aangemerkt. Aanleiding was de subsidieverstrekking aan de Containerterminal Utrecht die niet was gemeld bij Europa waar dat wel had gemoeten.
De moeilijkheid is dat er geen nationale wetgeving bestaat op het gebied van staatssteun; het zijn Europese regels die direct van toepassing zijn op waterschappen, provincies en gemeenten. In de loop der jaren is de Europese Commissie steeds strenger gaan toetsen op naleving van de regels, deels als gevolg van de toename van klachten van mensen en bedrijven. De Europese Commissie is verplicht elke klacht te onderzoeken. Ook op lokaal niveau wordt er steeds meer geklaagd. Vaak zijn het politieke partijen die tegen een door de raadsmeerderheid goedgekeurd plan zijn en via een klacht bij Europa alsnog hun gelijk proberen te halen. Bovendien worden sinds het Verdrag van Maastricht de regels door Europa steeds nauwer omschreven.
Bij Europa Decentraal, dat gemeenten, provincies en waterschappen ondersteunt op het gebied van Europees recht, zijn de vragen over staatssteun sinds de oprichting van het kenniscentrum in 2002 verdrievoudigd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.