Europa en het tweede garnituur
Zo, dat hebben we ook weer gehad. De Europese verkiezingen. Een paar weken terug ontving iedereen in mijn stemdistrict (kieskring 9) de namenlijst met daarop alle kandidaten van alle zeventien partijen die dit keer een gooi naar een zetel in Brussel annex Straatsburg doen. In totaal ging het om 224 dames en heren. Hun namen heb ik stuk voor stuk op de tong geproefd.
De slotsom was dat er onder deze 224 potentiële Europagangers om precies te zijn acht waren wier naam me, voordat ik die op de kandidatenlijst tegenkwam, ook al iets zei. Eén bij het CDA, de lijsttrekker Wim van de Camp, twee bij de Partij van de Arbeid, collega lijsttrekker Thijs Berman en René Cuperus van de Wiardi Beckman Stichting, de nummers een en drie van de VVD Hans Van Baalen en Toine Manders, de lijsttrekker voor D66 Sophie in ’t Veld, de lijsttrekker voor GroenLinks Judith Sargentini en tenslotte de lijsttrekker van de PVV Barry Madlener. Voor de rest betrof het voor mij althans louter anonimi.
Of nee, er stonden nog wel een paar bekende namen bij. Geert Wilders onder de PVV’ers, Laurens Jan Brinkhorst bij D66 en de halve partijtop van de Dierenvrienden bij hun Partij. Maar die stonden op een volslagen onverkiesbare plaats dus ze deden alleen maar dienst om mijn rode potlood richting de door hen voorgestane club te dirigeren.
De conclusie ligt voor de hand. Naar Europa sturen de partijen bij voorkeur hun tweede garnituur. Op de lijsttrekker na staat er geen type op een der lijsten van wie je in reden kan zeggen dat hij of zij bij de meer algemeen bekende Nederlanders hoort. Dat geldt a fortiori voor avontuurzoekers die een lijst als Europa Voordelig! & Duurzaam bemannen of de lijst Partij voor Europese Politiek (PEP).
Eerlijk gezegd kan ik me ook niet voorstellen dat de acht kandidaten van de New Europeans, de vijfentwintig kandidaten van Solidara, de tien kandidaten van de Europese Klokkenluiders en de vierentwintig kandidaten van Libertas in ernst de hoop gekoesterd hebben dat een van hen tot het Europese Parlement zou kunnen doordringen.
Geen wonder dus dat te Nederland - zoals ook elders in Europa - de belangstelling voor deze verkiezingen nogal mager is. Het is waar wat mevrouw Kroes, onze geharnaste Eurocommissaris, tijdens een speciale NOVA-avond in de Melkweg zei: wie niet gaat kiezen moet later ook niet zeuren dat we de verkeerde mensen naar Europa gestuurd hebben. Maar erg aantrekkelijk om de gang naar het gymnastieklokaal wel te maken, nee, dat lukt niet erg. Een herkenbaar feest van de democratie wil de dag van de Europese verkiezingen maar niet worden.
Dat komt ook: waarom mogen Nederlanders alleen op een Nederlander stemmen? Wanneer ik, ik noem maar, op GroenLinks zou willen stemmen, waarom mag ik dan mijn stem niet aan de door mij bewonderde Joschka Fischer geven, gesteld dat die kandidaat was, en moet ik me met Judith Sargentini behelpen?
Ik geef toe: ook op de kandidatenlijsten voor de Tweede Kamer kom je geregeld de meest wonderlijke en onwaarschijnlijke types tegen. Maar voor een beetje politiek geïnteresseerd mens staan er op elke lijst wel een flink aantal namen van kandidaten die hun christelijke, sociaaldemocratische of liberale sporen reeds verdiend hebben. Met Europa blijft het modderen: tot in het stemhokje aan toe.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.