De toekomst van straatssekswerk
Over sekswerk leven veel oordelen en vooroordelen, ook bij lokale bestuurders.
Over sekswerk leven veel oordelen en vooroordelen, ook bij lokale bestuurders. Sekswerkers zijn ‘slachtoffer’ ofwel ‘gevaar’, met bijbehorende fixatie op redden, controle en repressie. Verplichte registratie van sekswerkers leidt tot onveiligheid, want het leidt tot meer stigma, discriminatie en illegaliteit. Sluiting van tippelzones heeft eenzelfde negatief effect. Een meer emancipatoire benadering leidt aantoonbaar tot een veiligere werkomgeving, betogen Mischa Tydeman, Mi Jung van der Velde, Marjan Wijers en Lilianne Ploumen.
Het is belangrijk dat samen met sekswerkers en andere betrokkenen, oplossingen voor straat sekswerk worden ontwikkeld. Door zogeheten ‘collaborative governance’ kan dat.
Sekswerk is werk. Het is een legaal beroep. Het biedt economische zelfstandigheid. Net als bij ander werk, kiezen mensen om allerlei redenen voor sekswerk. Onterecht worden in het politieke debat mensenhandel en legaal sekswerk met elkaar verbonden. Mede hierdoor is lokaal beleid voor locatie-gebonden sekswerk – en tippelzones in het bijzonder – steeds restrictiever geworden. Restrictief beleid ziet met name op de sluiting van tippelzones of het invoeren van een registratieplicht voor sekswerkers.
Bestuurders handelen nogal eens vanuit de idee dat een veilige tippelzone drugsgebruik en een marginaal bestaan in stand zou houden. Maar sekswerkers hebben meer aan de-stigmatisering en steun dan aan moralisme en verboden. Dat blijkt ook uit veel nationaal en internationaal onderzoek van onder meer Amnesty International (‘We live within a violent system.’ Structural violence against sex workers in Ireland. 2022) en Human Rights Watch (Why Sex Work Should Be Decriminalized. 2019).
Van de negen tippelzones in ons land zijn er inmiddels zeven gesloten. Door de sluiting van tippelzones staat de ‘agency’ en de veiligheid van straatsekswerkers ernstig onder druk. Dat blijkt uit een evaluatie van de tippelzone in Nijmegen uit 2018, uitgevoerd door Bureau Beke. Daarin valt te lezen dat straatsekswerkers in Nijmegen die buiten de tippelzone werkten, zich ‘niet veilig’ voelden en dat zij ‘met enige regelmaat buiten de baan werden beroofd, mishandeld of opgelicht. Risico’s buiten de baan zijn bijvoorbeeld mishandeling, beroving en verkrachting.’
In Utrecht is de tippelzone gesloten, ondanks dat ook tegenstanders erkenden dat ‘…de tippelzone deed waarvoor hij bedoeld was: creëren van een relatief veilige omgeving en beperken van overlast’, zo meldde RTV Utrecht in 2021. De Utrechtse straatsekswerkers hebben de sluiting van de zone als traumatisch ervaren, aldus een bericht van de NOS van 8 februari 2023.
Verplichte registratie
Het kabinet heeft de Wet regulering sekswerk (Wrs) en Wet gemeentelijk toezicht seksbedrijven (Wgts) in voorbereiding. Beide voorstellen hebben mede tot doel om sekswerkers te beschermen en mensenhandel te bestrijden. Als instrument om dit doel te bereiken wordt echter verplichte registratie van sekswerkers voorgesteld. Dit instrument is om meerdere redenen ongeschikt. Om misverstanden te voorkomen: voor wie hulp wil, moet die er zijn, net als voor alle andere burgers. En uiteraard moet mensenhandel bestreden worden, maar dit mag niet leiden tot toename van andere vormen van geweld tegen sekswerkers. Restrictief beleid schiet het doel van bestrijding van mensenhandel voorbij en heeft een averechts effect. Met name verplichte registratie brengt meer schade toe dan bescherming aan de positie van sekswerkers.
Registratieplicht negeert het fundamentele recht op privacy
Verplichte registratie negeert de fundamentele rechten op privacy en vrije beroepskeuze van sekswerkers, schaadt de veiligheid, gezondheid en werk- en leefomstandigheden van sekswerkers en vergroot het stigma op sekswerk, zo blijkt onder andere uit Duits onderzoek en uit een uitspraak van de Rechtbank Den Haag.
De rechtbank oordeelde: ‘Sekswerkers lopen bij de verwerking van dit persoonsgegeven een verhoogde kans op misbruik en discriminatie. Alleen al het kenbaar worden van het gegeven dat iemand sekswerker is, kan leiden tot onomkeerbare en langdurige schade voor zowel de betrokkene als zijn directe sociale omgeving, hetgeen wordt verstrekt door het maatschappelijk stigma dat rust op het beroep van sekswerker. De maatschappelijke risico’s bij de verwerking van hun persoonsgegevens in een register of administratie van de overheid zijn onverminderd groot.’ Stigma is als een groen licht voor geweld.
Sekswerkers dieper de illegaliteit injagen vergroot het stigma
Het impliceert dat iemand minder waard(ig) is. Daarmee lijkt geweld jegens sekswerkers acceptabel. Sekswerkers de illegaliteit injagen maakt het uitoefenen van hun legale beroep gevaarlijker. De wetsvoorstellen zullen leiden tot illegaal en onveilig werken voor sekswerkers. Ook lokale bestuurders dragen – onbedoeld – bij aan stigmatisering van sekswerk en aan onveilige werkomstandigheden voor sekswerkers. Er wordt over het hoofd van sekswerkers heen beslist zonder gebruik te maken van de expertise van sekswerkers zélf. Daarom is een nieuwe benadering nodig.
Nieuwe benadering
De helft van de gemeenten heeft nog geen beleid voor sekswerk, dus dit is een goed moment om samen met sekswerkers nieuw beleid in te richten. Zoals alle beroepsbeoefenaren hebben sekswerkers het recht hun werk legaal en veilig te kunnen doen, met waarborging van fundamentele rechten. Het beleid van gemeenten moet daarom gericht zijn op toegang tot veilige en legale werkplekken, passende gezondheidszorg en hulpverlening met bescherming tegen mensenhandel, uitbuiting en geweld.
Sekswerkers hebben het recht op vrije arbeidskeuze en vrije dienstverlening. Daarom is het bieden van de mogelijkheid tot straatsekswerk op een tippelzone zo belangrijk. Daar kunnen sekswerkers zelfstandig werken zonder verplichtingen aan een derde die daarmee ook (ongewenste) controle over hun werk uitoefent en een deel van de verdiensten incasseert.
Buurtbewoners
Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft een externe commissie onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager recent geadviseerd over de toekomst van sekswerk in Utrecht. In haar rapport Sekswerk in Utrecht. Openlijk, anoniem en nooit ongezien: van repressief naar inclusief onderschrijft de commissie-Sorgdrager dat, ‘terugkijkend naar de (opgeheven) tippelzone in die stad, de tippelzone belangrijke sociale controle bood, goede hulp- en dienstverlening behelsde terwijl er een goede relatie met veiligheidspartners bestond.’ De commissie-Sorgdrager advi seert om kleinschalig straatsekswerk te realiseren.
Een tippelzone biedt een veilige werkplek met voorzieningen aan sekswerkers, terwijl overlast wordt voorkomen. Dat kan zonder verplichte registratie met afspraken tussen sekswerkers, buurtbewoners, politie en gemeente en een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid en openbare orde. Sekswerkers kunnen zich aanmelden met hun identiteitsbewijs. Toezichthouders en zorgprofessionals kunnen samen met sekswerkers de tippelzone runnen. Een klankbordgroep van sekswerkers kan het reilen en zeilen van de zone bespreken en eventuele problemen oplossen.
Sekswerkers vragen slechts dat hun rechten gerespecteerd worden: ‘Als sekswerkers verboden wordt hun werk te doen, worden hun levens moeilijker. Sekswerkers alsmaar dieper de illegaliteit injagen, vergroot de vooroordelen over sekswerkers en het stigma. Wij hopen bij te dragen aan het verminderen van vooroordelen en stigma jegens sekswerkers. Hopelijk ook bij degenen die de wetten schrijven’, zo luidde de oproep aan beleidsmakers onlangs bij de opening van de foto-expositie Reimagining sexwork op het ministerie van Justitie en Veiligheid in Den Haag.
Proeftuin
Sekswerkers zijn de eersten die belang hebben bij een sector zonder dwang en uitbuiting. Daarom zijn klankbord- en participatiegroepen nodig. Investeringen in deze vorm van collaborative governance lonen. Gemeente, hulpverlening, toezichthouders, politie, bewoners en sekswerkers kunnen samen beleid ontwikkelen, monitoren en evalueren, zo is onder andere te lezen in het rapport De Legale Façade. Sekswerkbeleid: hoe kan het anders?, opgesteld door SOA Aids Nederland. Collaborative governance is een bewezen goede manier om veilige werkplekken voor sekswerkers mogelijk te maken, met oog voor de openbare orde en voor de verantwoordelijkheid die bestuurders daarvoor hebben.
Recent zijn er voorbeelden van nieuw beleid zonder een registratieplicht dat met sekswerkers en belanghebbenden tot stand is gekomen. De gemeente Utrecht heeft een aantal aanbevelingen van de commissie- Sorgdrager overgenomen. Als ‘proeftuin’ mogen sekswerkers vanuit hun eigen woning werken en komen er kleinschalige werkruimtes die sekswerkers kunnen huren. In Hilversum is in samenspraak met sekswerkers nieuw beleid ingezet. Sekswerkers die vanuit huis werken, hebben geen vergunning meer nodig.
Dat geldt ook voor de gemeenten Tilburg, Assen en Lelystad. In Den Bosch wordt samen met sekswerkers gewerkt aan nieuw beleid. In Nijmegen heeft de gemeenteraad in 2021 besloten de tippelzone open te houden. Dit besluit is toe te juichen, maar de voorwaarden die het college van burgemeester en wethouders aan de tippelzone stelt, zijn gericht op een ‘uitsterfbeleid’ en houden verplichte registratie van sekswerkers in. Twee sekswerkers en Bureau Clara Wichmann hebben bezwaar gemaakt tegen de weigering om een vergunning te verlenen voor het werken op de tippelzone en tegen de registratieplicht van deze sekswerkers. We hopen dat in de gemeente Nijmegen door collaborative governance oplossingen voor straatseks werk zonder registratieplicht ontwikkeld gaan worden.
Openbare orde
Onderzoek in binnen-en buitenland en ervaringen van sekswerkers tonen aan dat een tippelzone een veilige werkplek is voor sekswerkers en ook voordelen voor de openbare orde biedt. Uit onderzoek blijkt verder dat een registratieplicht stigmatiserend en averechts werkt. Door tippelzones te behouden, sekswerkers te betrekken bij beleidsvorming en gebruik te maken van hun kennis over hun eigen werk, komt er ruimte voor wat sekswerkers zélf willen – in weerwil van oordelen en vooroordelen van anderen.
Lilianne Ploumen is senior adviseur bij bureau Clara Wichmann
Mischa Tydeman is sekswerkersrechten activist
Marjan Wijers is consultant en phd onderzoeker bij de universiteit van Essex
Mi Jung van der Velde is onderzoeker en senior lecturer bestuurskunde & overheidsmanagement op de Haagse Hogeschool
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.