Advertentie

Ministerie betaalt juridische ondersteuning Knops niet

Premier Rutte en minister Ollongren van BZK vinden het gerechtvaardigd dat departementen zich vergewissen van de juistheid van aantijgingen die de integriteit van een bewindspersoon aan de orde stellen. ‘Vanuit hun ambtelijk vakmanschap zullen zij dit neutraal en objectief doen. Zij zijn daarbij gebonden aan de door hen afgelegde eed of belofte en aan de integriteitsregels die voor hen gelden.’

07 oktober 2021
Kajsa-Ollongren.JPG

Premier Rutte en minister Ollongren van BZK vinden het gerechtvaardigd dat departementen zich vergewissen van de juistheid van aantijgingen die de integriteit van een bewindspersoon aan de orde stellen. ‘Vanuit hun ambtelijk vakmanschap zullen zij dit neutraal en objectief doen. Zij zijn daarbij gebonden aan de door hen afgelegde eed of belofte en aan de integriteitsregels die voor hen gelden.’

Integriteit 'cruciaal'
De bewindslieden treken die conclusie omdat ‘de integriteit van het openbaar bestuur cruciaal is voor het functioneren van de democratische rechtsstaat’. Kamerleden stelden vorige maand vragen over de inzet van ambtenaren bij de afhandeling van een privékwestie van staatssecretaris Raymond Knops (CDA). Die kocht in 2010 als privépersoon grond aan. Op dat moment was hij CDA-Kamerlid. Tien jaar later bleek uit onderzoek van NRC en De Limburger dat hij bij die grondtransactie, met een bedrijf van de provincie Limburg dat werd geleid door een partijgenoot, werd bevoordeeld, aldus de kranten. Toen hier vorig jaar ophef over ontstond hielpen ambtenaren van zijn ministerie Knops met juridische analyses en de communicatiestrategie en overlegden ze met andere overheden over reacties aan de kranten. Ook de landsadvocaat en het Kadaster werden voor de kwestie ingezet.

Volledig beeld
In antwoord op die Kamervragen hierover schrijven Rutte en Ollongren dat een aangelegenheid in de privésfeer ‘onder omstandigheden’ van invloed kan zijn op het functioneren als bewindspersoon, ‘zeker als het gaat om een situatie waarin de integriteit van de bewindspersoon mogelijk aan de orde is’. ‘Omdat de integriteit van het openbaar bestuur, en dan in het bijzonder van bewindspersonen, cruciaal is voor het functioneren van de democratische rechtsstaat, is het gerechtvaardigd dat departementen zich vergewissen van de feiten en omstandigheden indien de integriteit van een bewindspersoon aan de orde wordt gesteld.’ In dat geval is het volgens Rutte en Ollongren van belang om binnen de organisatie bespreekbaar te maken wat er is gebeurd en hoe dat gewaardeerd moet worden. ‘Een dergelijk gesprek moet gevoerd worden op basis van een zo volledig mogelijk beeld van de feiten en omstandigheden.’

Legal counsel
De secretaris-generaal van het ministerie van BZK vroeg zich af of de integriteit van staatssecretaris Knops aan de orde werd gesteld, toen het Kadaster hem begin april 2020 meldde dat NRC hen vragen had gesteld over het perceel van de staatssecretaris. Het antwoord op die vraag is van belang voor het functioneren van de bewindspersoon, achtte hij. Daarop gaf Knops hem alle bij hem beschikbare informatie over de kwestie. Om de integriteitsvraag te beantwoorden maakte een jurist van de afdeling Juridisch Adviseur van het ministerie een analyse van de beschikbare informatie en de toepasselijke regelgeving, schrijven de ministers. Die afdeling wordt als ‘legal counsel’ van de departementsleiding vaker ingeschakeld bij integriteitszaken.

Niet onoorbaar gehandeld
Nadat de bevindingen met de secretaris-generaal en de staatssecretaris waren besproken, deed de jurist nader onderzoek en legde daarvoor contact met ambtenaren van de provincie Limburg, de gemeente Horst aan de Maas en met de organisatie Ruimte voor Ruimte die de percelen uitgaf. Voor verkoop aan particulieren werden ‘eenheidsprijzen’ of ‘vaste vertrekpunten’ gehanteerd en niet een prijs per vierkante meter, bleek de jurist. Dat bij de tweede inmeting meer vierkante meters waren vastgesteld had ‘geen betekenis’ voor de prijs. De betaalde prijs door Knops was ook niet lager dan bij andere percelen van vergelijkbare omvang. De tweede inmeting had ook geen gevolg voor het ‘bouwvlak’ en leidde dus niet tot waardevermeerdering van de grond. Volgens de jurist waren er geen aanwijzingen dat er in deze casus onoorbaar was gehandeld. De nota’s van deze jurist zijn door Rutte en Ollongren openbaar gemaakt.

Ambtelijke ondersteuning
Als privépersoon heeft Knops het dossier ook laten onderzoeken door hoogleraar bouwrecht Arjan Bregman, waaruit bleek dat de Ruimte voor Ruimteregeling in deze casus correct is toegepast en dat Knops bij de verkrijging van het recht om een woning te bouwen niet financieel is bevoordeeld. De politieke adviseur van de staatssecretaris heeft, in zijn rol als politieke liaison, hem in het verloop van de casus ondersteuning verleend. Minister Ollongren is een aantal keer mondeling geïnformeerd over de casus en de betrokkenheid van het ministerie. Toen NRC en De Limburger in mei 2020 vragen stelden aan Knops over de kwestie zijn die beantwoord ‘vanuit de aanname dat de gestelde vragen niet slechts van belang waren voor de heer Knops als privépersoon, maar ook voor het ambt van de staatssecretaris en dat er daarom ambtelijke ondersteuning moest worden geleverd, mede gelet op de conclusie dat er geen aanwijzingen waren dat er in deze casus onoorbaar was gehandeld’.

Geen betrokkenheid ministerie
Na publicaties over de kwestie in de twee kranten overwoog Knops juridische stappen. De vraag of het ministerie de kosten daarvan zou moeten betalen kwam toen op. In een ambtelijke nota werd gewezen op de achterliggende vraag hoever ministeriële verantwoordelijkheid reikt in een geval als dit. Na advies van de landsadvocaat (beiden openbaar gemaakt) hierover besloot Ollongren dat er bij eventuele juridische stappen geen betrokkenheid van het ministerie zou zijn en de kosten voor een advocaat niet door het ministerie zouden worden gedragen. Knops is wel ambtelijk geadviseerd over de zienswijze die hem gevraagd was na een Wob-verzoek dat bij de gemeente Horst aan de Maas was ingediend. Toen wezen ambtenaren erop dat hij bezwaar kon maken tegen openbaarmaking van persoonsgegevens van hem en zijn familie.

SG bepaalt grens
Bij de vraag waar de grens ligt wanneer een bewindspersoon ondersteuning vanuit de overheid krijgt en of daar regels over zijn vastgelegd, wijzen Rutte en Ollongren op de Gedragscode Integriteit Rijk, waarin staat dat ambtenaren ‘het algemeen belang dienen’. Het komt er volgens hen op neer dat het ministerie bewindspersonen ondersteunt in hun hoedanigheid als bewindspersoon en dat kan eveneens gaan om privéaangelegenheden, voor zover een dergelijke kwestie invloed kan hebben op het functioneren als bewindspersoon. ‘Deze regel is naar mijn mening voldoende duidelijk.’ Als daarover binnen een departement twijfels bestaan, moet daarover gesproken kunnen worden, vinden de bewindslieden. ‘Het is aan de secretaris-generaal, uiteraard onder mijn verantwoordelijkheid, om zo nodig aan te geven waar de grens van de ambtelijke ondersteuning ligt’, aldus minister Ollongren.

Geen terugwerkende kracht
In lijn met het kabinetsbesluit om richting de Tweede Kamer niet langer een beroep te doen op de weigeringsgrond van persoonlijke beleidsopvattingen, zijn de opvattingen niet weggelakt, schrijven Rutte en Ollongren, op enkele gegevens die de persoonlijke levenssfeer raken na. Die beleidslijn ging op 1 juli 2021 in, maar geldt niet met terugwerkende kracht, blijkt uit de opmerking van de ministers dat het advies van de landsadvocaat van 2 juni 2020, over hoever ministeriele verantwoordelijkheid reikt in dit soort zaken, niet openbaar wordt gemaakt. ‘De landsadvocaat hoefde destijds nog geen rekening te houden met mogelijke openbaarmaking van de adviezen. Daarom wil ik dit advies niet openbaar maken.’ De kosten voor dit advies (ruim 4000 euro) waren de enige die het ministerie in deze kwestie heeft gemaakt, buiten dan het loon voor de betrokken ambtenaren in loondienst.

Blauwe Boek
Verder wordt wel degelijk gehoor gegeven aan de oproep van het Europese anti-corruptieorgaan van de Raad van Europa, de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO), om een integriteitscode voor bewindspersonen te maken, stellen Rutte en Ollongren. Gedragsregels voor bewindspersonen voor integer handelen zijn van belang zijn, in lijn met wat GRECO aanbeveelt. Deze worden opgenomen in een aparte gedragscode en daarna in het Handboek voor bewindspersonen (het ‘Blauwe Boek’). Het kabinet zal de Tweede Kamer snel informeren over de stand van zaken bij de uitvoering hiervan.

Afweging aan Knops
In de kwestie-Knops is ‘bij elke stap gewogen welke werkzaamheden van het ministerie noodzakelijk waren’, benadrukken Ollongren en Rutte. ‘Dit zijn niet altijd makkelijke afwegingen.’ Het belang van het ambt en de privépersoon kunnen nauw met elkaar verbonden zijn in een situatie waarin de integriteit van een bewindspersoon aan de orde wordt gesteld, aldus de ministers. ‘Toen de vraag aan de orde kwam of er juridische stappen gezet moesten worden tegen de betreffende kranten, heb ik besloten dat dit een afweging was voor de heer Knops als privépersoon.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie