Advertentie

Kiesstelsel Eerste Kamer moet anders

Indien bij Statenverkiezingen structureel wordt gefocust op de positie van het zittende kabinet, dan heeft dat ook invloed op werkwijze en samenstelling van de Eerste Kamer. Naarmate de senaat politiek interessanter wordt, zal dat de animo bij oud-bewindslieden en oud-politici om senator te worden doen toenemen. Hoewel concrete cijfers hier ontbreken, lijkt de indruk te worden bevestigd dat het sterkere politieke profiel van de Eerste Kamer vanaf 1987 ook deels een ‘self fulfilling prophecy’ is geworden.

28 augustus 2015

In de periode voor de grondwetsherziening 1983 zorgde de verkiezingssystematiek voor de Eerste Kamer ervoor dat de ‘doorvertaling’ van de uitslag naar de landelijke politieke verhoudingen een vrijwel zinloze bezigheid was. Bij de vroegere zittingsduur van negen jaar, waarbij om de drie jaar een tiental nieuw gekozen senatoren aantrad, was er voor een dergelijke vertaling geen enkel aanknopingspunt.

Onder het latere stelsel van de gehalveerde vervanging eens in de drie jaar met een zittingsduur van zes jaar, is bij een aantal van 75 senatoren die vertaalslag iets gemakkelijker. Maar ook dan hebben mutaties in de partijverhoudingen een geheel andere uitwerking op de samenstelling van de senaat dan de huidige verkiezing van de hele senaat in één keer (met een zittingsduur van vier jaar).

De politieke feiten hebben laten zien dat de herziening van 1983 tot een breuk van formaat heeft geleid. Meteen na de grondwetsherziening stond de verkiezing van de Eerste Kamer in een geheel ander licht dan voorheen. Al meteen de eerste keer – bij het kabinet-Lubbers II in 1987 – spande het erom of de ministersploeg blijvend kon rekenen op meerderheidssteun in de Eerste Kamer. Tijdens en rond deze verkiezing werd druk gespeculeerd over de vraag of de zogenaamde ‘Staphorstvariant’ eventueel zou moeten worden beproefd. Het kabinet zou dan steun moeten gaan zoeken bij de kleine protestants-christelijke partijen. De senaatverkiezing werd aangeduid als een ‘vuurproef’ voor het kabinet-Lubbers II. Er werd gesproken van ‘mid-term elections’.

PvdA-oppositieleider Kok beschouwde de uitslag in 1987 als een ‘gele kaart’ voor het kabinet. Voor het eerst werd de uitslag van de Eerste Kamerverkiezing meteen vertaald in ‘fictieve Tweede Kamerzetels’. Deze semantiek laat zien dat er – hoezeer ook onbewust – een majeure verandering had plaatsgevonden in het Nederlandse Twee Kamerstelsel. In de periode na 1987 werden er acht reguliere Eerste Kamerverkiezingen gehouden. Tot 1995 vonden daarnaast ook nog enkele verkiezingen plaats vanwege grondwetsherziening. Bij de reguliere senaatverkiezingen in 1991, 1995, 1999, 2003, 2007, 2011 en 2015 herhaalde het patroon van 1987 zich in allerlei vormen en maten. De Provinciale Statenverkiezing werd definitief getransformeerd tot een semi-nationale verkiezing en de gewijzigde verkiezingswijze gaf een enorme impuls aan de Eerste Kamer om een meer politieke rol te gaan vervullen.

Indien bij Statenverkiezingen structureel wordt gefocust op de positie van het zittende kabinet, dan heeft dat ook invloed op werkwijze en samenstelling van de Eerste Kamer. Naarmate de senaat politiek interessanter wordt, zal dat de animo bij oud-bewindslieden en oud-politici om senator te worden doen toenemen. Hoewel concrete cijfers hier ontbreken, lijkt de indruk te worden bevestigd dat het sterkere politieke profiel van de Eerste Kamer vanaf 1987 ook deels een ‘self fulfilling prophecy’ is geworden.

In dat verband spelen uiteraard ook andere factoren een rol – zoals de versplintering van het politieke krachtenveld en de slordigheden in het wetgevingsproces van de Tweede Kamer – maar evident is dat meteen na de herziening van de Grondwet van 1983 het Twee Kamerstelsel een wezenlijk ander en meer politiek aanzien heeft gekregen. Het Twee Kamerstelsel kan worden verbeterd door ofwel de oude verkiezingswijze weer terug te halen of – en dat ligt meer voor de hand – de ‘mid-term-election’ beter vorm te geven en wel door een directe verkiezing van de senaat, zoals destijds door de staatscommissie-Cals/Donner is uitgedacht.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

ben nitrauw / trainer/adviseur binnen het publieke domein
Mooie analyse van wat misschien toch wel het failliet van de Eerste Kamer als 'Huis van Reflectie en Contemplatie' genoemd mag worden... Om die reden zou ik de optie van 'mid-term election' toch willen verwerpen.

Maar waarom niet voortgeborduurd op het gedachtengoed van David van Reybrouck? Naast een Tweede Kamer die via representatie (verkiezingen) is gevuld zou heel goed een gelote groep burgers de Senaat kunnen bevolken. Mensen die voor een beperkte periode (in deeltijd) worden vrijgesteld om de oogst van de TK nog eens te bevragen, erop te kauwen en er een finaal oordeel over te geven. Uiteraard mag je eisen stellen aan zo'n groep burgers en moet je ze goed toerusten tot deze taak. Maar de winst daarvan kan zijn een gezelschap van wijze mannen en vrouwen die zich zonder politiek belang wijden aan hun kerntaak: zorgen voor goede wetgeving waar het land mee gediend is.

Het lijkt me een wenkend perspectief!
K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Waarom de 2e kamer niet afgeschaft? Die is er enkel en alleen omdat de Belgen destijds hun adel onder dak wilde brengen en dus al bijna twee eeuwen overtijd. We stemmen al op een rechtstreekse volksvertegenwoordiging. Waarom moet dat in 2e instantie nog eens worden overgedaan? Er is toch ook geen 2e gemeenteraad of een tweede provinciale staten?
Advertentie