Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Burgemeester en (ex-) sportbestuurder Ton Rombouts: ‘Durf te investeren in sport’

Toen Rombouts acht jaar burgemeester van ‘s-Hertogenbosch was geweest, werd het tijd om er iets stevigs naast te doen. Als je één ding niet moet hebben in het gemeentehuis, dan is het wel een burgemeester die zich verveelt. Rombouts werd bestuurslid van het NOC*NSF (Nederlands Olympisch Comité en Nederlandse Sport Federatie, sinds 2010 onder voorzitterschap van André Bolhuis). Dat was voor de topscorer van het burgemeesterselftal een begrijpelijke keuze, maar het onderstreepte ook het bestuurlijk belang dat hij hechtte aan (top)sport.

12 augustus 2016

Den Bosch staat dit jaar in de schijnwerpers. Dat moet zo blijven, vindt burgemeester Ton Rombouts. ‘Grote evenementen geven zelfvertrouwen en vertrouwen.’ Daarom zou Nederland ook de Olympische Spelen moeten willen organiseren.

Epke draait om zijn as op de rekstok in de Rio Olympic Arena, Ton Rombouts zit op de tribune. Ranomi duikt in het bad van het Olympic Aquatics Stadium, de burgemeester van ‘s-Hertogenbosch is erbij. Natuurlijk omdat hij dat als onlangs afgetreden bestuurslid van het NOC*NSF aan zijn stand verplicht is, maar vooral omdat hij gek is van (top)sport en gelooft in de maatschappelijke meerwaarde ervan.

‘In tegenstelling tot ons kabinet, dat premier Rutte en minister Schippers (VWS) een paar dagen naar Rio afvaardigt maar topsportevenementen verder niet ziet zitten. Ik hoorde de minister eind vorige maand zeggen dat ze de Spelen hier graag naartoe zou halen, maar laten we niet vergeten dat dit kabinet de Olympische droom eerder aan flarden heeft geschoten en ook de Europese Spelen de nek heeft omgedraaid’, aldus burgemeester Rombouts.

Ton Rombouts (65) wilde als rechtenstudent in Nijmegen al burgemeester worden, maar als hij voordien niet was afgetest voor de sportacademie, dan zou hij als gymnastiekleraar met pensioen zijn gegaan. Rombouts: ‘Hockeycoach Wim van Heumen was bij die tests op de sportacademie. Toen ik hier later kwam en hij wethouder was, zei ik: “Gij hebt mij toen laten zakken voor het toelatingsexamen voor de Sportacademie.” In één klap antwoordde hij: “Dan magde gij mij wel dankbaar zijn.” Hij had gelijk, ik ben beter weggekomen.’ Rombouts werd geen sportleraar, maar fractiemedewerker van de KVP in de Tweede Kamer en op zijn 28ste burgemeester van het Brabantse Wouw, indertijd de jongste van het land. Inmiddels is hij met twintig dienstjaren in Den Bosch ook de langstzittende burgemeester van Nederland.

Topscorer
Toen Rombouts acht jaar burgemeester van ‘s-Hertogenbosch was geweest, werd het tijd om er iets stevigs naast te doen. Als je één ding niet moet hebben in het gemeentehuis, dan is het wel een burgemeester die zich verveelt. Rombouts werd bestuurslid van het NOC*NSF (Nederlands Olympisch Comité en Nederlandse Sport Federatie, sinds 2010 onder voorzitterschap van André Bolhuis). Dat was voor de topscorer van het burgemeesterselftal een begrijpelijke keuze, maar het onderstreepte ook het bestuurlijk belang dat hij hechtte aan (top)sport. Rombouts, terwijl hij in zijn monumentale werkkamer aan de Markt een Bossche bol chirurgisch ontleedt: ‘Steden die investeren in sport, cultuur en onderwijs doen het economisch beter. Daar gaan bedrijven naartoe, daar willen mensen wonen. De economie kunnen we niet rechtstreeks beïnvloeden, maar sport, cultuur en onderwijs hebben wij wel in de hand. Een schooldiploma is het beste tegengif tegen werkloosheid. Sport is het beste tegengif tegen vandalisme en criminaliteit. Met sport is zo ontzettend veel te winnen.’

Dat laatste willen politici best geloven en zelfs met de mond belijden, maar dan toch wel de breedtesport. De zaterdagamateurs van Bal op het Dak en zwemvereniging Plons. Daar scheiden de wegen. Ton Rombouts: ‘Ik ben jarenlang een roepende in de woestijn geweest, in ieder geval binnen mijn eigen partij. Topsport speelde geen rol, terwijl topsport juist helpt om breedtesport populair te maken. Gelukkig las ik onlangs in het Brabants Dagblad dat SP-gedeputeerde Henri Swinkels de nieuwe tribune van onze hockeyclub uitlegt als een brug tussen breedtesport en topsport.

Hij buigt een investering in topsport om naar zijn beleidswens om meer aan breedtesport te doen.   Dat is fantastisch. Een investering in het eerste team is namelijk ook goed voor de jonkies die lid worden.’

Povertjes
Ton Rombouts kon zijn sportieve ei kwijt in Den Bosch en in de provincie, maar nationaal was het voor het NOC*NSF-bestuurslid af en toe behoorlijk slikken. Rombouts: ‘Tijdens de formatie van dit kabinet regelden zes politici op een achternamiddag dat Nederland de Olympische Spelen niet meer wilde organiseren, terwijl het NOC*NSF druk bezig was om de handen op elkaar te krijgen voor de organisatie van de Spelen in 2028. Maar de regering zei: “Nee, dat willen wij niet en we willen er geen woord meer over horen.”

Minister Schippers zei een paar weken voor de start van de Spelen in Rio bij Een- Vandaag dat het prachtig zou zijn als wij de Olympische Spelen ooit zouden kunnen organiseren. Met buurlanden en met goedkeuring van de belastingbetaler. Griekenland heeft de Spelen in 2004 georganiseerd. Ons bruto nationaal product is bijna vier keer groter. Dat gebruik van het  woord ooit is ook zo mooi. In 2056, in 2136? Toon ambitie en ga vooraan in de strijd. De werkelijkheid is dat de nationale overheid povertjes investeert in het sportklimaat van ons land.”

Doodzonde
Vorig jaar zomer was het wederom raak. VVD-minister Schippers stak een stokje voor de organisatie van de Europese Spelen in 2019. Doodzonde, vindt burgemeester Rombouts. ‘We hadden met een gering budget en met bestaande accommodaties een fantastisch topsportevenement kunnen organiseren. Het had onze credits voor het organiseren van de grote Olympische Spelen enorm vergroot. Minister Schippers zegt op de televisie dat ze ervaring wil opdoen in het organiseren van grote sportevenementen, voordat Nederland klaar is voor de Olympische Spelen. En wat doet ze? Ze laat de Europese Spelen schieten. Zo ben je dus nooit klaar voor de Olympische Spelen.’

Het NOC*NSF-bod was volgens de minister ‘onvoldoende voor gemeenten, provincies en rijk om te zeggen: wij gaan hier zoveel geld insteken.’ Waarom de minister dat zei? Burgemeester Rombouts, tot mei bestuurslid van NOC*NSF, geeft het antwoord: ‘Omdat we in een tijdsgewricht leven waarin de angst domineert. Politici en media zenden meer angst dan hoop uit. Weinig politici en bestuurders durven tegen die stroom in te roeien. Veel investeringen, ook hier in de stad – denk aan een nieuw theater – in Brabant en nationaal zijn de afgelopen jaren niet doorgegaan omdat men bang is voor kwalificaties als megalomaan of elitair. Leiders moeten de weg wijzen en niet achter het volk aanlopen.’

Nederland had de Europese Spelen in de knip, maar liet het evenement lopen. ‘De minister zei dat ze aarzeling voelde bij de wethouders en gedeputeerden. Ze had ook samen met de steden draagvlak kunnen creëren. Maar daar is visie en ambitie voor nodig.’ Burgemeester Depla van Breda kraakte dit voorjaar harde noten over de misgelopen Europese Spelen in zijn rapport Neem de tijd als je haast hebt. NOC*NSF had zich kandidaat gesteld zonder dat er een brede coalitie was van rijk, provincies, steden en bonden. De trein denderde door zonder na te denken over de stations. Die constatering onderschrijft burgemeester Rombouts. ‘Het is jammer dat ervoor is gekozen om bij elke stad 5 miljoen euro op te halen. We hadden eerst in Den Haag moeten lobbyen voor een garantiestelling.’

Oneerlijke wedstrijd
Ton Rombouts weet wat er gebeurt als je met de pet bij steden rondgaat. ‘We hadden ons in 2013 met vier andere steden in Brabant en de provincie kandidaat gesteld voor culturele hoofdstad van Europa 2018. Ik ben twee jaar lang met de commissaris van de koning de gemeenten langsgegaan voor 100 miljoen euro. We kregen het voor elkaar, maar het was wel een optelsom. Dat was de doodsteek van het verhaal. De Europese Commissie houdt niet van coalities. Marseille had ook het verhaal dat ze met andere steden Europese culturele hoofdstad 2013 wilde worden. Toen ze de titel hadden gekregen, begon het gedonder. Een stad trok zich terug er werd geld teruggetrokken. Om heel eerlijk te zijn, gebeurt dat in Leeuwarden nu ook. Na de toewijzing moest men toegeven dat de sponsoring niet zou rondkomen en dat het budget naar beneden ging. Dan wordt de wedstrijd oneerlijk en dat wil de Europese Commissie niet.’

Rombouts neemt het Leeuwarden niet kwalijk dat zij wel en Den Bosch niet culturele hoofdstad van Europa 2018 is geworden. ‘Ik hoop dat de stad ervan kan profiteren. De evaluatie van de Tourstart in 1996 leverde ons twee zekerheden op, en die zou ik iedere bestuurder willen voorhouden: een groot evenement vergroot het interne én externe vertrouwen in de stad.’

Geen gebakken lucht, stelt Rombouts. ‘Na de Tour wilden investeerders in ‘s-Hertogenbosch bouwen. Bedrijven vestigden zich hier. Je komt in een flow terecht. Daarom zou Nederland de Spelen moeten willen organiseren. Barcelona heeft zichzelf opnieuw uitgevonden na de Spelen, Sevilla met de Expo. Dat geldt ook voor Londen, waar het oosten van de stad ontwikkeld moest worden. Een gebied waar 250 nationaliteiten leven; een moeilijke buurt. De Spelen duurden minder dan drie weken, maar ze waren wel de sleutel die werd omgedraaid om andere bewegingen te versnellen.’

Hoger plan
Het grootste evenement in Rombouts carrière, Jheronimus Bosch 500, is nog volop aan de gang, maar is nu al een eclatant succes. Den Bosch staat cultureel op een hoger plan en is er economisch op vooruitgegaan. De horeca staat te juichen. Rombouts: ‘Maar als je het effect van het Jeroen Boschjaar wilt vasthouden, dan kun je niet wachten tot er over drie of vier jaar weer een grote tentoonstelling komt. ‘s-Hertogenbosch is een triple A-naam geworden. Dat moet je vasthouden door die naam te blijven uitzenden en het maximale uit je schaal te halen. Wij zullen als stad nooit het WK voetbal binnenhalen, maar het WK handboogschieten is hier wel in 2019.

Wij zijn in gesprek om volgend jaar The Passion te organiseren. Het is een middel om de 3,5 miljoen mensen die anderhalf uur naar de televisie kijken te laten denken: goh, laten we weer eens teruggaan.’ Bijvoorbeeld om nieuwe moderne, op het werk van Jeroen Bosch geïnspireerde, kunstwerken te bewonderen. ‘De Jeroenen Bosch van de toekomst moeten ook een kans krijgen. We kunnen niet alleen teren op het verleden. Daarom is de opening op 1 september van de Jheronimus Academy of Data Science in een oud klooster aan de Sint Janssingel voor de stad denk ik nog belangwekkender dan het Jeroen Boschjaar. Iedereen staat in de rij om aan dit project van de universiteiten in Tilburg en Eindhoven mee te doen. Ik heb al een ander klooster op het oog voor het geval de populariteit de spuigaten uitloopt’, lacht Rombouts.

Dat zal zijn opvolger dan moeten afwikkelen, want Rombouts stopt volgend jaar onherroepelijk. ‘Ik wil na mijn pensionering steden gaan helpen bij het ontwikkelen van een visie. Ik heb makkelijk praten met deze stad als podium, maar als je het goede vergezicht weet te schilderen, dan kun je iedere gemeente vooruit helpen. Niet door de stad in één keer naar grote hoogte op te stoten, maar door haar elk jaar weer iets mooier en bekender te maken.’


CV
Ton Rombouts werd op 2 juli 1951 geboren in het Brabantse Waspik. Hij studeerde rechten in Nijmegen en daarna bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Na zijn studie werd Rombouts fractiemedewerker van de KVP in de Tweede Kamer en promoveerde op een onderzoek naar gemeentelijke herindeling. Rombouts was van 1979 tot 1989 burgemeester van de gemeente Wouw. Van 1989 tot 1992 was hij burgemeester van Boxtel. Rombouts was van 1992 tot 1996 directeur van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Hij is sinds 1996 burgemeester van ‘s-Hertogenbosch en daarmee ‘s lands langstzittende burgemeester. In juni 2015 werd hij voor het CDA lid van de Eerste Kamer.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie