Advertentie

Decentralisatie ongeacht grootte van gemeenten

Overheveling van taken van rijk naar gemeenten moet in fasen. Kleine(re) gemeenten kunnen in hun takenpakket niet worden ontzien, meent de commissie-D'Hondt, de interbestuurlijke werkgroep die zich boog over decentralisatie.

06 juni 2008

Decentralisatie van taken geldt voor alle gemeenten, of ze nu groot of klein zijn. Dat is de kern van het rapport van de interbestuurlijke taakgroep gemeenten dat afgelopen woensdag op het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is gepresenteerd door voorzitter Ed d'Hondt. Overheveling van taken wordt noodzakelijk geacht omdat de gemeente het dichtst bij de burger staat en daarmee het beste praktische knelpunten kan oplossen. De commissie-D'Hondt erkent dat niet alle gemeenten gelijk zijn of evenveel aankunnen. Maar dat is geen reden om van decentralisatie af te zien. De enige mogelijkheid om het anders te doen is dat zelfstandige uitvoering van de gedecentraliseerde taken geen verplichting is. Gemeenten mogen van D'Hondt ook samen met anderen de nieuwe over te hevelen taken uitvoeren.

 

D'Hondt denkt daarbij aan het Finse model van de gast- en gastheergemeente waarbij veelal grotere gemeenten taken uitvoeren voor kleinere gemeenten. Ook ziet D'Hondt kansen voor samenwerking bij uitvoering, zoals met een gemeenschappelijk belastingkantoor of bij milieutaken. Rijksregelgeving moet aangepast worden zodat gemeenten ruimte krijgen om te experimenteren met samenwerking.

 

Meetlat

 

Gemeenten komen nadrukkelijker langs de meetlat te liggen. Eén keer in de vier jaar moet elke gemeente een bestuurskrachtonderzoek-nieuwe-stijl uitvoeren. De VNG moet samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken een nieuw model voor bestuurskrachtonderzoek ontwikkelen zodat alle gemeenten straks allemaal op dezelfde wijze tegen het licht worden gehouden. Volgens D'Hondt kunnen de prestaties van gemeenten nu niet met elkaar worden vergeleken omdat de vele bestuurskrachtonderzoeken afhankelijk van de onderzoeker verschillend van opzet en karakter zijn.

 

Daarnaast wil D'Hondt dat het uiterlijk in 2011 wettelijke verplicht is voor alle gemeenten om mee te doen aan www.waarstaatjegemeente.nl. Dit is een gezamenlijk initiatief van de VNG en de Vereniging van Gemeentesecretarissen waarmee met verschillende indicatoren de prestaties van gemeenten zichtbaar worden. De helft van de gemeenten neemt hieraan deel door de eigen prestaties in te voeren, de rest doet nog niet mee. Tegelijkertijd met het uitbouwen en wettelijk reglementeren van dit vergelijkend instrument, kan het specifiek toezicht door rijk en provincie worden afgebouwd. Rijk en provincie moeten zich beperken tot algemeen toezicht zoals ingrijpen bij taakverwaarlozing of het vernietigen van besluiten die in strijd zijn met hogere regels. Onderlinge visitaties vormen het derde deel van de wijze waarop gemeenten langs de meetlat gelegd worden.

 

D'Hondt trekt een parallel met de wijze waarop visitaties en vergelijkende analyses worden uitgevoerd bij de politie, ziekenhuizen en universiteiten. 'Gemeenten kunnen zich hiermee openstellen voor andere werkwijzen en kunnen de positieve elementen daarvan meenemen naar hun eigen werkpraktijk. Andersom kunnen zij eigen positieve ervaringen overbrengen op gemeenten die nog tobben met een beleidsterrein of uitvoeringsopgave.'

 

Geen vetorecht tegen herindeling

 

Fusie van gemeenten is een van de mogelijkheden voor kleinere gemeenten om een grotere hoeveelheid taken te kunnen uitvoeren. Schaalvergroting van gemeenten is volgens de huidige Haagse richtlijnen alleen mogelijk als gemeenten dat van onderop wensen. Op dit politieke uitgangspunt maakt de commissie-D'Hondt een belangrijke uitzondering. De commissie vindt dat een vetorecht voor één gemeente uit den boze is. 'Het is niet gewenst dat één gemeente een regionaal gewenste herindeling kan tegenhouden. Dit kan de belangen van de regio (en gemeenten) onaanvaardbaar schaden', zo staat er in het rapport.

 

Volgens 'D'Hondt' is het aan de provincies om te beoordelen of er voldoende draagvlak bestaat voor herindeling. Vrijwillige fusie moet financieel extra beloond worden, vindt D'Hondt. De compensatie van kosten voor herindeling moet omhoog. De extra bijdrage moet berekend worden over een periode van acht jaar en niet zoals nu over vier jaar. Ook moet de extra bijdrage vooral in het eerste jaar na de fusie via het gemeentefonds worden uitgekeerd. In het eerste jaar na de vrijwillige herindeling maakt de nieuwe fusiegemeente de meeste kosten.

 

'Aanpak Vogelaarwijken niet institutionaliseren'

 

Bij woorden alleen laat de commissie-D'Hondt het niet. Het rapport Vertrouwen en verantwoorden bevat een fors aantal concrete voorstellen voor decentralisatie waaronder D'Hondt verstaat: minder regelgeving, minder specifieke uitkeringen, overheveling van taken, meer verantwoording aan de gemeenteraad en minder verticaal toezicht door rijk of provincie.

 

De commissie-D'Hondt ontraadt verbreding en/of institutionalisering van de wijkaanpak (de zogeheten veertig probleem-of Vogelaarwijken). Het doel moet juist zijn de eigen beleidsruimte en het probleemoplossend vermogen van gemeenten te vergroten. De jeugdzorg moet in de volgende regeerperiode overgedragen worden aan gemeenten. 'D'Hondt' gaat hiermee in tegen de wens van provincies. Andere voorstellen tot decentralisatie van de commissie D'Hondt, waarbij de rode draad is dat budgetten niet meer door het departement worden uitgekeerd, maar via de algemene uitkering in het gemeentefonds: 

 

  • Projecten uit de Nota Ruimte moeten via decentralisatie-uitkering naar het gemeentefonds;

     

  • Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid moeten gekoppeld aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) naar het gemeentefonds worden gedecentraliseerd;

     

  • De brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid wordt ondergebracht in de Wmo en het participatiebudget voor educatie en inburgering; de resterende middelen voor voortijdig schoolverlaten en voorschoolse educatie worden toegevoegd aan het gemeentefonds;

     

  • Integratie en inburgering maken deel uit van de vorming van het participatiebudget;

     

  • Externe veiligheid overhevelen naar gemeenten via decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds;

     

  • Spoorse doorsnijdingen ook in het gemeentefonds;

     

  • Het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing krijgt een ander karakter: meer op hoofdlijnen en met een zorgplicht voor gemeenten;

     

  • Bodemsanering ook binnen twee jaar decentraliseren;

     

  • Brede doeluitkering voor jeugd en gezin in 2011 naar gemeentefonds mits er landelijke dekking is van centra voor jeugd en gezin.

     

Samenwerkingsverband plattelandsgemeenten

 

De tien grootste plattelandsgemeenten van Nederland hebben op het VNG-congres deze week een nieuw samenwerkingsverband geïntroduceerd: P10. De tien gemeenten hebben naar eigen zeggen drie gemene delers: het grootste aantal vierkante kilometers aan landoppervlakte (in totaal 280.000 hectare, net zo groot als de provincie Zuid-Holland), geen van alle een echt grote kern en plattelandsontwikkeling staat steeds centraal. De tien gemeenten gaan kennis uitwisselen, samenwerken en gezamenlijk aandacht vragen bij provincies, rijksoverheid en 'Europa'. De tien zijn: Aa en Hunze, Berkelland, Borger-Odoorn, Bronckhorst, Hulst, Ooststellingerwerf, Opsterland, Schouwen-Duiveland, Sluis en Westerveld.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie